Skip to content Skip to footer

Royal Van Lent Shipyard smeedt nieuwe veiligheidsketen

Jachtenbouwer Royal Van Lent Shipyard is bepaald geen standaardbedrijf en kent dan ook geen standaardrisico’s. Veiligheid is een topprioriteit, want er zijn grote belangen te beschermen: niet alleen de persoonlijke veiligheid van de werknemers, maar ook de bedrijfscontinuïteit en ‘varende paleizen’ in aanbouw in de allerhoogste prijsklasse. Een inkijkje in de veiligheidsorganisatie bij een heel speciaal bedrijf.

Royal Van Lent Shipyard, met vestigingen in Kaag en Amsterdam, is onderdeel van het Nederlandse samenwerkingsverband ‘Feadship’, dat wereldwijd een grote naam heeft in de bouw van superjachten. Schepen met een kostprijs van soms honderden miljoenen euro’s vinden hun weg naar klanten ‘all around the globe’. In 2019 nam Royal Van Lent een nieuwe werf in gebruik in het Westelijk Havengebied van Amsterdam, met een dok dat de bouw van schepen tot 160 meter lengte kan faciliteren. Een visitekaartje voor ‘Hollands Glorie’ in de scheepvaartindustrie.

De schepen zijn bepaald geen ‘massaproduct’; soms wordt anderhalf tot twee jaar aan één of slechts enkele schepen gelijktijdig gewerkt. De stalen casco’s worden op een andere Nederlandse werf gebouwd, waarna een team van honderden vakmensen in de dokken in Kaag en Amsterdam zorgt voor de afbouw en inrichting, volledig naar de smaak en eisen van de eigenaar. Royal Van Lent Shipyards heeft circa 750 vaste werknemers in dienst.

De in 2019 geopende werf van Royal van Lent in Amsterdam.

Linking pin

Jolanda Coobs is manager HSE (Health Safety & Environment) en Hoofd bedrijfshulpverlening bij Royal Van Lent Shipyards. In die functie draagt zij verantwoordelijkheid voor zowel het preventieve veiligheidsbeleid als de organisatie van de bhv. Zij is sinds januari van dit jaar werkzaam bij het bedrijf en maakte een vliegende start met een goed gevulde agenda. In opdracht van de directie werkt zij een nieuw calamiteiten- en crisismanagementplan uit. Daarnaast volgde zij de opleiding bedrijfsdeskundige bij Kappetijn Safety Specialists, waarvoor zij in juni het NIBHV-certificaat ontving. In deze rol is zij niet alleen de ‘linking pin’ in de interne bedrijfsnoodorganisatie, maar tevens de schakel tussen het bedrijf en de overheidshulpverlening, als bij grotere incidenten externe hulp nodig is.

Jolanda Coobs: “Bij een calamiteit of crisis hebben ook leden van directie en management hun eigen rol in het crisismanagement.”

Crisismanagementplan

Coobs: “Het nieuwe calamiteitenplan, met scenario’s, afspraken en procedures voor de respons bij incidenten, is op hoofdlijnen gereed. De volgende stap is de uitwerking in een crisismanagementplan, waarin ook de rol van leden van directie en management scherper wordt gedefinieerd. Bij een calamiteit draait het immers niet alleen om een adequate en snelle respons van goed opgeleide bhv’ers en zonodig externe hulpdiensten. Ook voor de bedrijfsleiding heeft een calamiteit zijn eigen dynamiek. De bedrijfsbelangen moeten worden behartigd in het overleg met het crisismanagement van de overheid en er moeten kritische beslissingen worden genomen. Klanten en de verzekeraar moeten worden geïnformeerd en ook de media willen informatie. Wat breng je dan naar buiten en op welk moment? Directie en bedrijfsvoering moeten daarop zijn voorbereid met stappenplannen en formats voor persberichten. Dit zijn enkele aspecten van crisismanagement, waarbij binnen het bedrijf anderen aan zet zijn dan de bhv’ers die de eerstelijns hulpverlening uitvoeren.”

Zodra het crisismanagementplan gereed is, worden enkele scenario-oefeningen georganiseerd, om de rollen en functies in het crisismanagementteam tot routine te maken. Door de samenhang tussen operationele bhv-respons, calamiteitenplan en crisismanagementplan te versterken, wordt de interne veiligheidsketen bij de scheepsbouwer opnieuw gesmeed.

Risico’s en veiligheid

Maar die keten is breder en begint met een stevig beleid voor arbeidsveiligheid en risicobeheersing, waarvoor Coobs als HSE-manager ook verantwoordelijk is. Alles in het bedrijf is erop gericht de kans op incidenten en calamiteiten te minimaliseren, met een veiligheids- en gezondheidsplan als basis voor preventie en veiligheidsmaatregelen.

Superjacht in wording: veel werkprocessen met elk hun eigen risico.

“Bij Royal van Lent werken honderden mensen gelijktijdig aan een project. Ze werken hard en met passie, maar in een potentieel risicovolle omgeving. Want de bouw van een jacht is een samenspel van heel veel werkprocessen, elk met zijn eigen risico’s. In het dok waar schepen in aanbouw of voor onderhoud liggen, heb je grote hoogteverschillen, er wordt gewerkt in besloten ruimten, er wordt gelast, geslepen, getimmerd, geschilderd met verf, lakken en beitsen en er wordt gewerkt met oplosmiddelen, lijmen, zuren en andere gevaarlijke stoffen. En als de elektrische installatie in bedrijf wordt gesteld, hebben monteurs ook met gevaren van hoogspanning te maken. In een omgeving met zoveel dynamiek en een werkomgeving die tijdens de bouw- en inrichtingsfase continu verandert qua ruimtelijke indeling, toegankelijkheid en looproutes, moet iedereen continu scherp zijn op veilig werken. Kort samengevat willen we dat alle medewerkers, zowel eigen personeel als onderaannemers, na hun werkdag gezond en ongeschonden weer naar huis gaan.”

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Opmerkelijk daarbij is dat persoonlijke beschermingsmiddelen voor specifieke risico’s in het V&G-beleid worden gezien als de ‘last line of defense’, afgezien uiteraard van de basis-pbm’s zoals werkkleding, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen en veiligheidsbril. “Maar specifieke gevaren bij het werken met gevaarlijke stoffen, lijm- en verfmiddelen en stofvormende werkzaamheden, proberen we in eerste instantie met bronmaatregelen op te lossen. Zo is er in het droogdok een watermistinstallatie die stof in de lucht bindt en neerslaat, zodat de blootstelling van medewerkers aan stofdeeltjes wordt verminderd. En bij lassen en het werken met schadelijke stoffen in binnenruimten worden de blootstellingsrisico’s gereduceerd door middel van afzuiging. Pas als dat niet afdoende is worden, als laatste maatregel, aanvullende beschermingsmiddelen zoals filtermaskers of adembescherming toegepast.”

Bijsturing

Naleving van de voorschriften voor arbeidsveiligheid vraagt soms nog wel wat bijsturing, ziet Coobs in de praktijk. Tijdens de dagelijkse werkoverleggen wordt het belang van basisveiligheidsmaatregelen steeds onder de aandacht gebracht en het HSE-team onder haar leiding stuurt op ‘cultuurverandering’ onder de werknemers. “We merken soms nog wel dat mensen het volgen van veiligheidsvoorschriften en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals gasmeters bij het werken in besloten ruimten en tanks zien als iets dat ze wordt ‘opgelegd’. Door met de medewerkers in gesprek te gaan, proberen we die houding te veranderen. Ze moeten niet de veiligheidsregels volgen omdat wij als HSE-afdeling dat graag willen, maar omdat ze het zelf voor hun persoonlijke veiligheid belangrijk vinden. Die stap maken we geleidelijk en ik zie dat mensen bewuster met hun veiligheid bezig zijn en elkaar er ook op aanspreken.”

Bhv-organisatie complex

Hoewel de scheepsbouwer actief stuurt op preventie en risicobeheersing, is het een illusie dat in een bedrijf met zoveel dynamiek en gelijktijdige werkprocessen geen incidenten gebeuren. Die zijn niet aan de orde van de dag, maar ze gebeuren wel: onwelwordingen en ongevallen van uiteenlopende aard, gelukkig in de meeste gevallen niet ernstig. Voor de respons bij eerstehulpverlening en brand kan Royal Van Lent Shipyards vertrouwen op een ploeg van 50 personen, verspreid over de werflocaties in Kaag en Amsterdam. Eerste hulp bij ongevallen en medische noodgevallen, ontruiming en inzet met kleine blusmiddelen bij beginnende branden, zijn de taken van de bhv. Specifieke aanvullende taken of middelen voor bijvoorbeeld incidenten met gevaarlijke stoffen, hebben de bhv’ers niet.

De organisatie van de bhv is volgens Coobs in zekere mate complex. Om te beginnen door de spreiding van werkprocessen bij de jachtbouwer. “De medewerkers werken tijdens de projecten wisselend op beide bedrijfslocaties en soms lopen medewerkers van ons ook mee op de werf waar het casco wordt gebouwd. Daaronder zijn ook bhv’ers, waardoor de bezetting van de bhv-organisatie per locatie kan wisselen. Daar hebben we voortdurend aandacht voor in de planning, met als uitgangspunt dat op elke locatie continu een minimale bezetting voor een bhv-ploeg aanwezig is. Ook bij het uitvoeren van werkzaamheden gedurende de nacht en in het weekend hebben we daar oog voor.”

Aandachtspunten

Oriëntatie, toegankelijkheid en bereikbaarheid zijn wezenlijke aandachtspunten voor de bhv’ers, vooral bij incidenten aan boord van een schip in aanbouw in het dok. De schepen hebben enorme volumes, meerdere dekken en zijn omgeven door steigers en werkplatforms. Bovendien verandert tijdens het afbouwproces de inrichting van het schip voortdurend.

Goede oriëntatie en plaatsbepaling zijn voor de bvh essentieel in een voortdurend veranderende scheepsinrichting.

Coobs: “Goede plaatsbepaling en routering bij meldingen is daarom belangrijk. We steken veel energie in oriëntatie van de bhv’ers op risicolocaties, routes en bereikbaarheid op de werf, maar het is ondoenlijk om alle bhv’ers actueel te houden met de voortdurende veranderingen in bereikbaarheid en looproutes op een schip in het dok. De techniek helpt ons hierbij. Net als op ons terrein en in het dok wordt tijdens een bouwproject ook in het schip een interne draadloze alarmeringsinstallatie aangelegd. Die is aangesloten op automatische branddetectie, maar heeft ook noodknoppen waarmee bij ongevallen of medische noodgevallen de bhv-ploeg kan worden gealarmeerd. Dat gebeurt volledig automatisch, zonder tussenkomst van een meldkamer of portier. De melding van de betreffende meldkast wordt direct doorgezet naar het interne alarmeringssysteem via mobiele telefoons. Via een slimme bhv-app zien de bhv’ers dan direct waar ze op het schip moeten zijn en wat de snelste route naar het incident is.”

Oefening en training

In oefening en training wordt veel tijd gestoken. Eenmaal per jaar vindt een trainings- en bijscholingsdag bhv plaats bij de externe opleider en eenmaal per jaar wordt intern een trainingsdag georganiseerd om de kennis met betrekking tot typen schepen en hun indeling en de meest voorkomende risico’s op de werf op te frissen. Dat gebeurt soms in de vorm van een ‘spoorzoekopdracht’ waarbij bhv’ers in teams opdrachten krijgen om hun oriëntatie op peil te houden en te oefenen in het overdragen en interpreteren van informatie. Belangrijk bij de opvolging en afhandeling van incidenten. Daarnaast wordt eens per kwartaal een ontruimingsoefening gehouden, in samenwerking met de brandweer.

Lidmaatschap brandweer

Die brandweer is de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA), een publiek-private brandweerorganisatie op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen havenbedrijf Port of Amsterdam, de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en een coöperatie van ‘ledenbedrijven’. Bij de coöperatie zijn bedrijven aangesloten die vanwege hun risicoprofiel een zogenaamde ‘bedrijfsbrandweeraanwijzing’ hebben op grond van artikel 31 Wet veiligheidsregio’s. Maar een groot aantal bedrijven is vrijwillig lid van de GBA, waaronder Royal Van Lent.

Coobs: “Het voordeel van dat lidmaatschap is dat we kunnen vertrouwen op snelle inzet van een gespecialiseerd industrieel brandweerteam bij brandscenario’s op de werf, maar ook op extra dienstverlening. Zoals deskundige advisering en, heel belangrijk, gezamenlijke oefeningen en oriëntatiebezoeken. Daardoor is de GBA, die we als onze bedrijfsbrandweer beschouwen, goed op de hoogte van hoe ons bedrijf in elkaar zit, waar de zwaartepunten qua risico’s zitten en wat de grootste te beschermen bedrijfsbelangen zijn. Die meerwaarde zien we als bedrijf, met kapitale belangen in bedrijfsassets en luxe jachten in aanbouw en de veiligheid van honderden medewerkers die dagelijks aanwezig zijn en die moeten kunnen rekenen op snelle en deskundige hulp bij incidenten.”

Met een goed getrainde en toegeruste bhv-organisatie in de eerste lijn en zonodig een op het risicoprofiel afgestemde gespecialiseerde brandweereenheid voor scenario’s die de bhv te boven gaan is, naast de preventieve veiligheid, ook de basis van professionele respons aan de rechterkant van de veiligheidsketen op orde. Coobs: “Het lidmaatschap van de GBA geeft ons rust en vertrouwen dat ook de respons bij grotere en complexere incidenten goed is geborgd, al hopen we die hulp uiteraard nooit nodig te hebben.” RJ//

Foto’s: Feadship

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.