Skip to content Skip to footer

De bhv-praktijk in het IJsselland Ziekenhuis: ‘Ontruimen is zeer ongewenst’

Een grote ontruiming in een ziekenhuis in vol bedrijf is een nachtmerrie voor de patiëntenzorg en de bhv-organisatie. De impact van zo’n maatregel op de patiënten en de continuïteit van de zorg is immers enorm. De oplossing: stevige bouwkundige en installatietechnische brandbeheersingsmaatregelen als primaire bescherming bij brand, zodat grootschalige ontruimingen niet nodig zijn. Voor die oplossing koos het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel, met een preventief voorzieningenniveau van hoge kwaliteit.

Het IJsselland Ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis met 320 bedden en circa 1700 medewerkers en is een belangrijke medische voorziening voor het oostelijk deel van de agglomeratie Rotterdam. Het ziekenhuis heeft een breed scala aan medische specialismen in huis.

Beveiliging naar hoger plan

Zes jaar geleden is gestart met een grootschalige verbouwing van het klinische deel van het ziekenhuis. Als laatste zijn de spoedeisende hulp en de huisartsenpost geïntegreerd in een zogeheten spoedplein. En er gebeurde meer, want bij de omvangrijke bouwkundige vernieuwing werd ook het brandveiligheidsniveau van het ziekenhuis naar een hoger plan getild.

Het IJsselland Ziekenhuis voldoet na de bouwkundige aanpassingen aan de veiligheidseisen anno 2024.

Investeren in brandveiligheid

“De gedachte achter de grote investering in brandveiligheid was het creëren van een veiligheidsniveau waarbij grootschalige ontruiming van afdelingen niet direct noodzakelijk is”, vertelt Erik Snijder. Hij is hoofd bedrijfshulpverlening, hoofd beveiliging en tevens adviseur zorgcontinuïteit: taakvelden die elkaar sterk raken bij noodsituaties en het voorkomen daarvan.

Snijder: “Vanuit het oogpunt van de continuïteit van de zorg is een ontruiming zeer ongewenst. Het verstoort het ziekenhuisproces en is risicovol voor de patiënten, terwijl het doorgaans wel de primaire taak van de bedrijfshulpverlening is om bij brand de veiligheid van gebouwgebruikers te waarborgen. In alle delen van het ziekenhuis waar patiënten overnachten zijn sprinklerinstallaties aangebracht. Hiermee zijn scenario’s voor brand waarbij je een hele afdeling of nog grotere delen van het gebouw moet ontruimen, feitelijk onrealistisch. Ook het risico van rookverspreiding op verpleegafdelingen is geminimaliseerd, door van bestaande brandcompartimenten op elke patiëntenkamer een rookcompartiment te maken met zelfsluitende deuren en afdichtingsstrips. Zo beperken we de effecten van een beginnende brand tot een zo klein mogelijk gebied en winnen we voor de bhv-organisatie veel tijd.”

Tijd voor een kleinschalige ontruiming, verduidelijkt Snijder, want uiteraard worden de betreffende kamer en de direct omliggende ruimten wel ontruimd in geval van brand. Ontruiming vindt dan binnen de afdeling plaats en primair alleen horizontaal, waarbij patiënten in hun bedden tijdelijk twee brandcompartimenten verder worden gereden. Dit omdat, als gevolg van de activiteiten van bhv of brandweer bij het betreden van de brandruimte, alsnog enige rook in de vluchtweg kan komen.

Boven huidige bouwnormen

Met de bouwkundige en installatietechnische investering heeft IJsselland de interne veiligheid naar een niveau gebracht dat past bij een zorggebouw anno 2024. “Dat is een zeer geruststellende gedachte”, vervolgt Snijder, “want het ziekenhuis is zo’n dertig jaar geleden gebouwd, conform de brandveiligheidseisen van die tijd. Met het voorzieningenniveau dat we nu hebben, met 70 procent sprinklerbeveiliging en 100 procent rookcompartimentering van de individuele patiëntenkamers, zitten we in feite boven de huidige bouwnormen. Een bewuste keuze van de directie, om zo de impact van incidenten op de zorgverlening tot een minimum te beperken.”

Volledig geautomatiseerde alarmering via Multibel.

Hoe ziet de bhv-organisatie eruit?

De bedrijfshulpverleningsorganisatie van het IJsselland Ziekenhuis telt circa 200 medewerkers. Het aantal bedrijfshulpverleners per afdeling is bepaald op basis van het risicoprofiel. Zo hebben de klinische zorgafdelingen, operatiekamers en de intensive care een andere interne norm dan de poliklinische afdelingen en stafafdelingen. De missie van het IJsselland Ziekenhuis op het gebied van veiligheid en incidentbeheersing luidt: ‘Voor iedere patiënt op ieder moment optimale zorg, ook bij noodsituaties. Op die gedachte is de bhv-organisatie van het ziekenhuis ontworpen en ingericht.

Gezamenlijk leveren de afdelingen bhv’ers aan een ziekenhuisbrede pool, waarbij er 24/7 minimaal 20 getrainde bhv’ers in het ziekenhuis paraat staan. De dienstdoende beveiliger en het avond-, nacht- en weekendhoofd spelen een cruciale rol in de bhv-organisatie met hun rol van respectievelijk bhv-ploegleider en bhv-coördinator. De beveiliger gaat als ploegleider mee met de eerste verkenningsploeg en geeft terugkoppeling aan de bhv-coördinator. Die bepaalt vervolgens of er verder opgeschaald moet worden en of er mogelijk andere hulp dient te komen.

Veel aandacht voor veiligheid

Binnen de afdelingen wordt veel aandacht geschonken aan veiligheid. Naast de verplichte jaarlijkse bhv-herhalingstraining besteden de afdelingen jaarlijks aandacht aan het thema veiligheid/bhv. Sinds de zomer van 2023 maakt het ziekenhuis hierbij gebruik van een nieuwe bhv-opleider die het scholings- en trainingsprogramma verzorgt.

Snijder: “We hebben gekozen voor een opleidingsinstituut met specifieke kennis van de zorg, omdat bedrijfshulpverlening in een ziekenhuisomgeving zich in nogal wat opzichten onderscheidt van die in een standaard kantoor- of productieomgeving. Het draait bij ons altijd om kwetsbare patiënten en zorgcontinuïteit. Een praktische benadering, geënt op die zorgpraktijk, vinden we in onze trainingsprogramma’s belangrijk.”

Hoe vaak een ontruimingsoefening?

Naast de genoemde basistrainingen moet iedere afdeling om de drie jaar een gezamenlijke ontruimingsoefening met de brandweer houden. In totaal komt dat neer op circa zes gezamenlijke oefeningen per jaar voor het hele ziekenhuis. Die ontruimingsoefeningen betreffen dan primair de verpleegafdelingen en de kritische voorzieningen, zoals de intensive care en het operatiecentrum.

Op de poliklinieken is een andere aanpak nodig voor het oefenen van een ontruiming, zegt Snijder, omdat hier hoofdzakelijk lopende patiënten worden behandeld of mensen die op spreekuur komen. Zij zijn over het algemeen voldoende zelfredzaam. “Overigens worden oefeningen altijd gedaan met figuranten en op tijdstippen waarop de patiënten er geen hinder van ondervinden. “Een ontruimingsoefening met patiënten is geen haalbare kaart, dat zou een veel te grote belasting zijn.”

Werken met lokale deskundigen

Een andere belangrijke rol in de bhv-organisatie van IJsselland is weggelegd voor de ‘lokale deskundigen’ van de afdelingen, die een vaste plek hebben in de bhv-afdelingsteams. Snijder: “Dat zijn mensen met specifieke kennis over de betreffende afdeling, met name wat betreft het zorgproces. De lokale deskundigen spelen een essentiële rol in het nemen van beslissingen over bijvoorbeeld het verplaatsen van patiënten, en hebben ook alle relevante informatie over risico’s op het gebied van patiëntveiligheid en gevaarlijke stoffen. Zij bepalen ook de ontruimingsvolgorde van de patiënten. Net zoals de noodorganisatie van het ziekenhuis een bedrijfsdeskundige heeft als aanspreekpunt voor de externe hulpverlening, zijn de lokaal deskundigen intern cruciale informatiebronnen en adviseurs voor de bhv-organisatie.”

Een andere bijzonderheid in de organisatie is dat de operatieafdeling zelf een eerste verkenning doet als zich tijdens een operatie op de operatiekamer een noodsituatie zoals brand voordoet. Snijder: “De operatiekamers zijn kwetsbare ruimten met een streng hygiëneprotocol. Wanneer een alarmmelding binnenkomt op het operatiecomplex, gaat de eigen bhv eerst een verkenning uitvoeren. De bedrijfshulpverleners van het ziekenhuis worden ook gealarmeerd, maar gaan niet direct het OK-complex op. Hiermee wordt voorkomen dat de hygiëneprotocollen onnodig worden geschonden, wat een positief effect heeft op de zorgcontinuïteit. De anesthesist treedt hier op als lokaal deskundige en neemt samen met de bhv-coördinator van het OK-complex de beslissing om wel of niet te ontruimen en of er assistentie nodig is vanuit het ziekenhuis.” 

Geautomatiseerde alarmering

Bijzonder aan de bhv-organisatie van het IJsselland Ziekenhuis is de volledig geautomatiseerde alarmering, waarbij gebruik wordt gemaakt van het systeem Multibel. Dit systeem is aangesloten op de brandmeldcentrale van het ziekenhuis, die op basis van vooraf ingestelde scenario’s groepsgewijs bhv’ers alarmeert via een app. Het kent op meerdere niveaus redundantie ten opzichte van de ouderwetse piepers. Een groot voordeel ten opzichte van de klassieke alarmering met pagers is volgens Snijder de zogeheten feedbackfunctie, waarmee de bedrijfshulpverleners bij alarmering direct kunnen aangeven of zij beschikbaar zijn voor inzet of niet.

De bedrijfshulpverleningsorganisatie van het IJsselland Ziekenhuis telt circa 200 medewerkers.

Inzet en beschikbaarheid bhv’ers

“Het spreekt voor zich dat een verpleegkundige of specialist die midden in een medische handeling zit, niet zomaar zijn werk kan laten vallen om elders op de afdeling hulp te verlenen bij een incident. Doordat zij het alarm direct bevestigen of afwijzen, weet het systeem of voor het betreffende incident voldoende bhv’ers beschikbaar zijn. Wordt de minimumsterkte van een ploeg niet gehaald, dan alarmeert het systeem automatisch een volgende groep. Dit gebeurt volledig automatisch, zonder tussenkomst van een meldkamer of centrale post. Multibel is aan de brandmeldcentrale gekoppeld en zodra ergens een rookmelder, drukknop of sprinklerkop wordt geactiveerd, treedt ook de alarmering via Multibel in werking.”

Brand en gevaarlijke stoffen

Volgens Snijder ligt het zwaartepunt van de bhv-organisatie bij hulp bij brand of incidenten met gevaarlijke stoffen, waarbij de inzet wel laagdrempelig en risicomijdend is. Een speciale beschermende uitrusting en perslucht hebben de bhv’ers niet.

Voor eerste hulp bij ongevallen is de rol van de bhv-organisatie beperkt. Snijder: “Bij kleine ongevallen op een afdeling kunnen op verzoek wel bhv’ers bijspringen om een slachtoffer te begeleiden naar bijvoorbeeld de eerste hulp, maar de inzet bij ernstiger meldingen, zoals mensen die onwel worden en reanimaties, zijn binnen het ziekenhuis een aangelegenheid voor het reanimatieteam dat 24/7 paraat staat voor het verlenen van reguliere zorg. Dat is natuurlijk een belangrijk voordeel ten opzichte van een standaard kantoor of productiebedrijf: geen enkel bedrijf heeft zoveel getrainde specialisten en verpleegkundigen met medische kennis in huis als een ziekenhuis!”

Reageer op dit artikel

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.