In de distributiecentra van A.S. Watson Benelux – moederbedrijf van onder meer de drogisterijketens Kruidvat en Trekpleister en parfumerieketen ICI PARIS XL – is veiligheid niet alleen een kwestie van fysieke maatregelen en een goede organisatie, maar óók van bewustwording. Extra uitdaging bij het kweken van veiligheidsbewustzijn: het grote contingent aan anderstalige flexwerkers.
Een groot bord dat bestuurders van heftrucks in het Nederlands, Engels én Pools maant om voetgangers te allen tijde voorrang te geven: het hangt op een prominente plek in het distributiecentrum van A.S. Watson in Heteren. En op weg naar de uitgang komen medewerkers elke dag langs een bord dat de ‘gouden veiligheidsregels’ van het bedrijf nog maar eens opsomt: jezelf en anderen niet in gevaar brengen, collega’s aanspreken op onveilig gedrag, en de veiligheidsvoorschriften kennen én opvolgen.
Brzo-bedrijf
Het distributiecentrum in Heteren (van waaruit de complete bevoorrading voor de Benelux plaatsvindt) is een van de drie logistieke locaties van A.S. Watson in de Gelderse plaats, schetst HR Business Partner Anneke Geerings. “In dit DC, het grootste van de drie, verzamelen we alle artikelen voor het standaardassortiment van onze ketens. Het actie-assortiment wordt verzameld en gedistribueerd vanuit een ander DC, iets verderop. En in het retourencentrum verzamelen we al het papier en plastic dat terugkomt vanuit de filialen, zodat we het kunnen verwerken en recyclen. Verder hebben we in Nederland, naast deze DC’s in Heteren, nog een e-Fulfilmentcenter in Ede én natuurlijk het hoofdkantoor in Renswoude.”
De distributiecentra vallen onder de stringente brzo-wetgeving, vult coördinator Kwaliteit, Veiligheid en Milieu Kevin Gebbinck aan. “We werken hier met gevaarlijke stoffen; denk maar aan alle geurtjes en deodoranten die we hier in grote hoeveelheden verwerken. We hebben daarom een uitgebreid veiligheidsbeheersysteem, met als doel om de risico’s voor onze eigen mensen en voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Naast de nodige fysieke maatregelen – met sprinklers als belangrijkste line of defence – hebben we uiteraard een uitgebreide bhv-organisatie opgetuigd. Met alles wat daarbij hoort: duidelijke procedures voor brandveiligheid en ontruiming, een ruime bemensing, en minimaal één keer per jaar op alle locaties een grootschalige ontruimingsoefening.”
Flexcoördinatoren als tussenschakel
In totaal werken bij A.S. Watson in Heteren zo’n duizend mensen in vaste dienst. Om seizoenspieken te kunnen opvangen, maakt het bedrijf daarnaast gebruik van een flink aantal flexwerkers, schetst Geerings. “Vooral rond de feestdagen hebben we behoefte aan extra mankracht, maar omdat de drukte echt van week tot week kan verschillen maken we het hele jaar door gebruik van flexwerkers. Die mensen werven we onder meer via twee uitzendbureaus die in house bij ons zijn gevestigd.” In totaal werken er bij de DC’s van het bedrijf bijna veertig verschillende nationaliteiten, waaronder een groot aantal Poolse medewerkers. Dat brengt op veiligheidsgebied de nodige uitdagingen mee, erkent Geerings. “Nog afgezien van het feit dat medewerkers hier soms maar voor kortere tijd werkzaam zijn, is de taal soms een uitdaging. Uiteindelijk hebben we er een aantal jaren geleden voor gekozen om onze veiligheidsinstructies in het Pools te laten vertalen. Ook hebben we sinds kort zogenoemde flexcoördinatoren aangesteld: tweetalige medewerkers die als tussenschakel fungeren tussen werkvloer en management en die ervoor zorgen dat de communicatie – bijvoorbeeld over veiligheidsinstructies – beter verloopt.”
Ook de instructies van nieuwe machines worden tegenwoordig vertaald in het Pools, vult Gebbinck aan. “In het kader van veiligheid is de taal gewoon heel belangrijk; als je alleen met handen en voeten kunt communiceren, is het behoorlijk lastig om collega’s aan te spreken op foutief gedrag. We merken dat dat nu een stuk soepeler gaat.” Overigens worden anderstalige medewerkers gestimuleerd om zo snel mogelijk Nederlands te leren, benadrukt Geerings. “Bij indiensttreding letten we scherp op de bereidheid van mensen om snel de taal te leren. Ook bieden we taaltrainingen aan, zowel via onszelf als via de uitzendbureaus.”
Veiligheidscultuur
Doel is om uiteindelijk een cultuur te creëren waarbinnen mensen elkaar op een constructieve manier durven aan te spreken op veiligheidsissues, schetst Gebbinck. “Om die reden hebben we ook een veiligheidscommissie aangesteld, met daarin vanuit elke afdeling mensen die affiniteit hebben met veiligheid en die graag nadenken over mogelijke oplossingen op dit vlak. Met het instellen van deze commissie communiceren we richting medewerkers dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid én die van anderen.”
Daarnaast is er een werkgroep Veilig Gedrag, met daarin vertegenwoordigers van onder meer het management, communicatie, HR en de uitzendbureaus. De werkgroep denkt vooral na over hoe het veiligheidsbewustzijn verder kan worden vergroot, schetst Geerings. “Je kunt de werkplek nog zo veilig inrichten, als mensen zich daar niet naar gedragen is het bij voorbaat kansloos. Sinds een tijdje lopen we daarom vanuit de werkgroep maandelijks veiligheidsrondes en gaan we ook echt de vloer op, duidelijk herkenbaar in blauwe hesjes. Op die manier houden we onze ogen en oren open als het gaat om onveilige situaties, en verlagen we tegelijkertijd de drempel voor mensen om óns aan te spreken over zaken die in hun ogen verbeterd zouden kunnen worden. Ook belangrijk: elke veiligheidsronde lopen er MT-leden mee. Daarmee laten we zien: we vinden dit als bedrijf belangrijk. En verder hebben we de S van Safety nu ook toegevoegd aan de 5S-methodiek zoals die voorkomt binnen de Lean-verbeterfilosofie – waarmee het nu dus een 6S-methode is geworden. Elk kwartaal reiken we in dit kader een beker uit aan de overall best presterende afdeling, waarbij veiligheid dus een belangrijk criterium is.”
Communiceren over veiligheid
Om de drempel voor het melden van onveilige situaties verder te verlagen, introduceerde het bedrijf hiervoor speciale kaarten vertelt Gebbinck. “Onze medewerkers staan de hele dag op de vloer en zijn als geen ander in staat om onveilige situaties te identificeren. Via de kaarten kunnen medewerkers deze eenvoudig doorgeven, waarna we ze op een centrale actielijst plaatsen en ermee aan de slag gaan. Een voorbeeld? Op een bepaalde plek in het DC was de vangrail vernieuwd, wat ertoe leidde dat mensen de bocht op die plek niet meer goed konden nemen. Nadat dit via een kaart werd doorgegeven, was het probleem in een mum van tijd opgelost.” Het helpt om zaken formeel vast te leggen, vult Geerings aan. “En, minstens zo belangrijk: geef de medewerker ook een terugkoppeling van wat er met zijn of haar melding gebeurt. Communiceren over veiligheid is sowieso enorm belangrijk. Daarom verspreiden we flyers met veiligheidsinfo in de kantine, brengen teamleiders het onderwerp regelmatig ter sprake tijdens werkoverleggen, en verspreiden we via posters en de beeldkrant onze veiligheidsfilosofie.”
App Watsonline
Een andere – vrij nieuwe – troef in communicatief opzicht is het gebruik van een sociaal intranet via de app Watsonline, vervolgt Geerings. “Deze app is tegenwoordig hét middel voor onze interne communicatie met zowel vaste medewerkers als uitzendkrachten. Ook veiligheidsonderwerpen kunnen we zo eenvoudig onder de aandacht brengen. Zo constateerden we vanuit de veiligheidsronde dat de remproeven bij rijdend materieel niet meer structureel werden uitgevoerd. We besloten een filmpje te maken, waarin we een medewerker lieten vertellen waarom het testen van de remmen zo belangrijk is. Dat werkte goed; het komt nu eenmaal veel sterker over als een directe collega iets vertelt, dan dat een manager of teamleider dat doet.” Klaar ben je natuurlijk nooit als het gaat om veiligheid, concludeert Geerings. “Maar het doet wel goed om te zien dat veiligheid steeds meer leeft, óók op de werkvloer.” JP//
Dit artikel is oorspronkelijk is gepubliceerd in Veiligheid 76, eerste kwartaal 2019