Bijna 10.000 mensen hebben zich volgens het Openbaar Ministerie vorig jaar schuldig gemaakt aan geweld tegen mensen met een publieke taak.
Het OM telde in 2022 ruim 9900 verdachten van geweld tegen bijvoorbeeld politieagenten, boa’s en ambulancemedewerkers. Dat is een lichte toename ten opzichte van 2019, toen het Openbaar Ministerie nog 9500 verdachten registreerde. Meestal gaat het om verbale agressie, zoals schelden of dreigen. Een op de drie verdachten gebruikte volgens het OM fysiek geweld.
Relschoppers
Het meeste geweld is gericht tegen politieagenten en boa’s, maar ook medewerkers van andere hulpdiensten, ambtenaren, personeel van woningcorporaties, zorgmedewerkers, conducteurs en scheidsrechters melden zich als slachtoffer.
De verdachten zijn relschoppers die de confrontatie zoeken, maar ook mensen met een psychische stoornis die hulpverleners bedreigen of aanvallen. Er is ook een groep die bedreigt of geweld gebruikt in een persoonlijke crisissituatie. Denk aan iemand die vindt dat het ambulancepersoneel niet genoeg opschiet.
Taak voor werkgevers
Om het aantal incidenten omlaag te krijgen, ligt er een belangrijke taak voor werkgevers. Zij moeten een veilig werkklimaat creëren en uitdragen dat ze het niet pikken, als iemand aan hun werknemers komt.
Boete
Van de verdachten moest vorig jaar 58 procent zich voor de rechter verantwoorden. De rest van de zaken werd afgedaan door het OM zelf, vaak met een boete. In totaal werd 16 procent van de zaken geseponeerd, meestal wegens gebrek aan bewijs.