Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Veilig werken met robots en cobots

Werkt jouw bedrijf met robots of cobots? Dan loop je voorop – maar jouw werknemers lopen een risico. Want weet je zeker dat je alles hebt gedaan om ongevallen te voorkomen? Heb je er bijvoorbeeld voor gezorgd dat jouw veiligheidskundige goed samenwerkt met de leverancier? Juist die samenwerking kan het veiligheidsniveau namelijk aanzienlijk verhogen.

Het was een triest ongeval. Een van de medewerkers gebruikt zijn speciale sleutel om toegang te krijgen tot een afgeschermde ruimte, een ruimte die is gereserveerd voor een robot. De grijper van de robot drukt de medewerker tegen de wand, en die komt te overlijden. Een triest ongeval inderdaad – vooral omdat het voorkomen had kunnen worden. “In dat bedrijf was van alles mis”, zegt Dolf van der Beek, senior consultant Safety Work Health Technology bij TNO. “De betreffende medewerker had helemaal geen sleutel mogen krijgen, en bovendien was hij ook nog eens onvoldoende opgeleid.”

Geen gegevens over ongevallen

Ongevallen met robots; ze komen helaas voor. Maar volgens Van der Beek is het lastig vast te stellen hoe vaak. “Als er een vliegtuig crasht, volgt er een uitgebreid onderzoek. Iedereen wordt erbij gehaald, tot de fabrikant aan toe. Helaas ligt dat heel anders als het gaat om ongevallen met robots. Natuurlijk, als zo’n ongeval heeft geleid tot een ziekenhuisopname of erger, moet de werkgever het melden bij de Inspectie SZW. En die zal in zijn rapportage uiteraard vermelden dat robots hierbij een rol speelden. Maar wat voor type robots het waren en of er sprake was van fouten in de programmering, dat blijft vaak in het vage. Ik heb gekeken bij de gegevens van Eurostat en Storybuilder, en daarin vond ik geen uitsplitsing van machine-ongevallen naar robots of cobots – dat is een robot die bedoeld is om samen te werken met mensen in een gemeenschappelijke werkomgeving – laat staan naar type of serienummer. En de fabrikanten lopen al helemaal niet met dit soort informatie te koop.”

Dolf van der Beek: “Wil je robots aanschaffen? Dan is het belangrijk om de werknemers zo vroeg mogelijk in de planvorming te betrekken.”

Kunstmatige intelligentie

Dat is een van de redenen dat Van der Beek blij is met de nieuwe Machineverordening (zie kader). “Die stelt hoge eisen aan de administratie: fabrikanten van machines met een hoog risico worden verplicht om alle incidenten veroorzaakt door dergelijke machines uitgebreid te loggen. Bovendien bevat de nieuwe verordening ook ingrijpende regels voor machines en safety software uitgerust met kunstmatige intelligentie. Kort samengevat: als er kunstmatige intelligentie in een robot wordt ingebouwd, wordt die robot automatisch geclassificeerd als een hoog risico. Voordat de fabrikant er dus een CE-markering op mag zetten, moet hij eerst een separate conformiteitsbeoordeling laten uitvoeren door een derde partij ten aanzien van specifieke veiligheidseisen voor kunstmatige-intelligentiesystemen.”

Samenwerking

Een betere verslaglegging van ongevallen, inclusief ongevalsanalyse van de robot in kwestie. Volgens Van der Beek is er nog een andere reden waarom dit de veiligheid binnen bedrijven gaat stimuleren: het bevordert de samenwerking tussen de veiligheidskundige van de eindgebruiker en de leverancier van de machine. En juist die twee vullen elkaar volgens Van der Beek uitstekend aan. “De veiligheidskundige weet alles van het bedrijf. Hij is bijvoorbeeld op de hoogte van de specifieke kenmerken van de werkplek die van invloed kunnen zijn op het veilig werken met de machine. Denk bijvoorbeeld aan de mate waarin werknemers geneigd zijn om de veiligheidsinstructies op te volgen, ook onder productiedruk.”

Dringend advies

Bovendien weet zo’n veiligheidskundige waar de robot zal worden geplaatst. “Is dat in een omgeving met veel lawaai? Dan zal hij dat opnemen in de risicobeoordeling, want dan zou het zomaar kunnen gebeuren dat iemand beklemd raakt door een robot en niemand zijn noodkreten kan horen. Een ander scenario: de robot staat op een plek waar veel stof vrijkomt. Ook dat kan leiden tot gevaarlijke situaties, omdat dat stof de sensoren van de robot kan platleggen. Hierdoor registreert die bijvoorbeeld minder goed dat er iemand in de buurt staat. Daarom een dringend advies aan iedere werkgever die van plan is om robots aan te schaffen: betrek de veiligheidskundige of preventiemedewerker in een zo vroeg mogelijk stadium, bij voorkeur al in de inkoopfase. Want juist die veiligheidskundige kan beoordelen of de medewerkers een aanvullende training nodig hebben en of er aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn. Daar mag je niet mee wachten tot de robot is geïnstalleerd.”

System integrator

Maar de veiligheidskundige mag dan verstand hebben van de risico’s binnen zijn bedrijf, hij is geen expert op het gebied van robots. “Die kennis zit bij de system integrator”, zegt Van der Beek. “En het is heel belangrijk dat die deze kennis ook deelt. Helaas zie je wat dit betreft een waterscheiding: de verantwoordelijkheid van de leverancier loopt af op het moment dat de robot is geïnstalleerd. Daarna verschuift die verantwoordelijkheid naar de werkgever – en dat is vaak ook het einde van de samenwerking tussen die werkgever en de leverancier. Terwijl het juist zo belangrijk is dat die laatste nog af en toe een kijkje komt nemen, zeker als hij constateert dat het kennisniveau in de organisatie niet buitengewoon hoog is. En wat dat kennisniveau betreft: de eindgebruiker weet niet altijd onder welke omstandigheden en scenario’s de robot is getest. Neem een situatie waarin er sprake is van veel stof en lawaai in een bedrijf. Misschien is dat allemaal niet in de testen en risicoanalyse  van de machine meegenomen en moeten er dus nog additionele risicobeoordelingen worden uitgevoerd. Juist een leverancier kan de werkgever hierover voorlichten.”

Extra prikkel

Of de leveranciers dit ook willen doen? Met die vraag zijn we terug bij de nieuwe Machineverordening. “Fabrikanten zijn volgens de nieuwe eisen verplicht risico’s te identificeren gedurende de gehele levenscyclus van de machine die voorzienbaar zijn op het moment van marktintroductie”, zegt Van der Beek. “Denk aan transport, montage, demontage, uitschakelen en sloop. Maar ook aan onderhoud en reiniging. De nieuwe verordening geeft daardoor een extra prikkel om hier veel actiever over na te denken.”

Fysieke belasting en PSA

Nogmaals, wie werkt met robots moet op de hoede zijn voor ernstige risico’s. En volgens Van der Beek gaat het hierbij niet alleen om risico’s die leiden tot ongevallen, maar ook om bijvoorbeeld fysieke belasting. “Dat klinkt misschien wat gek, want robots zijn bij uitstek goed in vies, gevaarlijk en smerig werk. Sjouwen met zware objecten, dat hoeven wij binnenkort niet meer te doen. Maar hoe zit het met de werkzaamheden die overblijven? Zitten werknemers dadelijk in een onmogelijke houding de pakketjes aan te nemen die de robot komt afleveren? En gaat dat urenlang door, omdat die robot nu eenmaal geen pauzes nodig heeft? En hoe zit het met psychosociale arbeidsbelasting (PSA)? Heel vaak zie je dat de medewerkers die robot niet vertrouwen. Want, zo denken ze, als het ding zelf al niet gevaarlijk is, dan vormt hij wel een bedreiging voor hun baan. Ook de daaruit voortvloeiende stress vormt een risico, en ook daar moet je als werkgever op anticiperen. Wil je robots aanschaffen? Betrek de werknemers dan zo vroeg mogelijk in de planvorming.” PP//

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.