Medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen (NS) kunnen tussen 1970 en 2020 in contact zijn gekomen met chroom-6. Het is niet precies bekend hoe vaak of hoeveel dat gebeurde.
Het is aannemelijk dat contact met chroom-6 tijdens het werk bij NS bepaalde aandoeningen kan veroorzaken. Uit het onderzoek blijkt ook dat NS de medewerkers niet altijd beschermde volgens de geldende regels voor veilig en gezond werken. Medewerkers kunnen daardoor mogelijk aan meer chroom-6 zijn blootgesteld dan nodig was geweest. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Onvoldoende beschermingsmaatregelen genomen
Er bleek binnen NS weinig kennis over de schadelijkheid van chroom-6 en onvoldoende besef dat chroom-6 kon vrijkomen bij werk aan oude verflagen. Tijdens een groot deel van de onderzochte periode nam NS dan ook onvoldoende maatregelen om de blootstelling te verminderen. Zoals het installeren van afzuiginstallaties. Ook lette NS onvoldoende op of medewerkers persoonlijke ademhalingsbescherming, zoals stofmaskers, droegen.
Onvoldoende voorlichting aan medewerkers
Medewerkers kregen weinig informatie over de gevaren van chroom-6. Ook zijn ze niet regelmatig medisch onderzocht op de (gevolgen van) blootstelling aan chroom-6. In de loop van de tijd kwam meer aandacht voor veilig en gezond werken. Ook ging NS werken met kwaliteitssystemen, zoals procedures en protocollen.