Speciaalbieren of ‘craft bieren’ kennen in Nederland al jaren een ongekende populariteit. Een van de bekendste brouwers in die categorie is Jopen, gevestigd in Haarlem. Vergeleken met de grote ‘pilsfabrieken’ die miljarden liters per jaar produceren, is Jopen een kleine brouwerij, maar in zijn categorie is het een fors bedrijf. Veilig werken zit in het dna van de organisatie en krijgt dezelfde grote aandacht van het management als proceshygiëne en bedrijfscontinuïteit. In 2018 is het veiligheidsbeleid bij Jopen grondig herzien op basis van een actualisering van het risicoprofiel via een risico-inventarisatie & -evaluatie. De bhv-organisatie is toegesneden op dit risicoprofiel en is kleinschalig en laagdrempelig.
Jopen Bier is opgericht in 1994. De initiatiefnemers stelden zich tot doel een aantal middeleeuwse bierrecepten uit de traditie van de kloosterbieren opnieuw op de markt te brengen. Dat bleek een goede stap, want ruim 25 jaar later behoort het Haarlemse merk tot de top van de speciaalbieren, met een totale productiecapaciteit van circa zes miljoen liter per jaar. Jopen werkt voortdurend aan innovatie van haar brouwprocessen, brengt maandelijks nieuwe variaties uit en heeft vorig jaar aanvullend ook een eigen ‘whiskylijn’ opgestart. Bij de brouwer werken circa 95 medewerkers, waarvan 35 in de brouwerij op industrieterrein Waarderpolder. Een tweede locatie – of eigenlijk de eerste – waar het bedrijf in 1994 begon, bevindt zich in de Jopenkerk in het centrum van Haarlem. Hier is, naast een kleine brouwerij, ook een grote horecavoorziening gevestigd.
Veiligheid als ‘kritische prestatie indicator’
Aldert Messemaker trad in 2018 aan als brouwerijmanager bij Jopen. Ook veiligheid en bedrijfshulpverlening maken deel uit van zijn portefeuille, kenmerkend voor een kleine organisatie met korte lijnen en een praktische functieverdeling. Een van zijn eerste opgaven was het veiligheidsbeleid bij Jopen up-to-date te brengen. Messemaker: “Veiligheid zit al vanaf het begin in het dna van de brouwerij en haar medewerkers en er was al een bhv-organisatie. We hadden het alleen nog niet formeel als ‘kritische prestatie indicator’ vastgelegd in ons managementproces. Eerder werkte ik bij Heineken en Akzo, waar ik ook actief was in het veiligheidsbeleid en de bedrijfsbrandweerzorg. Met die opgebouwde kennis ben ik bij Jopen aan de slag gegaan om de risico-inventarisatie te actualiseren en veiligheid te verweven in de volledige managementcyclus. Daarbij kregen we steun van een medewerker van de brandweer, die tevens onze bhv-opleider is.”
Risico’s
Messemaker vindt het belangrijk dat veiligheid gemeten kan worden in concrete resultaten, in termen van dagen zonder incidenten en minimalisering van persoonlijke letsels. Daarom maakt veilig werken standaard deel uit van elk managementoverleg binnen de brouwerij. En voor het bevorderen van de preventieve veiligheid is een preventiemedewerker aangesteld, die tevens Hoofd bhv is. Het zijn parttime functies, in lijn met de kleinschaligheid van het bedrijf.
Maar, kleinschalig of niet, het is evident dat bierproductie gepaard gaat met risico’s. Messemaker: “In de brouwerij spelen zich tal van processen af, met hun eigen risico’s en gevaren. We hebben grote geautomatiseerde machines en transportbanden, er wordt gewerkt met glas en met gevaarlijke stoffen voor de reinigingsprocessen, er zijn processen met hoge temperaturen in ketels en drukvaten en er lopen stoomleidingen door het bedrijf. Bovendien is er in de opslagsilo’s voor de mout, de belangrijkste grondstof voor bier, het risico van stofexplosies. We doen veel aan risicobeheersing door risicovolle processen, zoals de productie van stoom, de moutopslag en de opslag van gevaarlijke stoffen, in een apart afgeschermd bouwdeel buiten de brouwerij te plaatsen, Maar niettemin zijn hitte, stoom onder hoge druk, explosiegevaar en brekend glas reële risico’s, waartegen we onze mensen optimaal willen beschermen. En last but not least: bij bierproductie wordt ook CO2 gevormd en toegevoegd, dus we hebben ook CO2-tanks en -leidingen. Met sensoren bewaken we continu het CO2-gehalte in de productiehallen, zodat we tijdig kunnen ingrijpen en een te laag zuurstofgehalte kunnen voorkomen.”
Bhv-organisatie kleinschalig en laagdrempelig
De twee bedrijfslocaties hebben elk hun eigen bhv-organisatie, waarbij die in de Jopenkerk vooral geënt is op het horecadeel, met als belangrijkste taak ontruiming en ehbo voor de horecagasten. In de brouwerij op bedrijventerrein Waarderpolder is een team van tien bhv’ers actief, die zowel bij noodsituaties in de productiehallen als in het kantoorgedeelte in actie komen. Het is een kleinschalige en laagdrempelige organisatie, legt Messemaker uit.
“Wij hebben, in tegenstelling tot de grote fabrieksmatige brouwerijen, een compacte noodorganisatie zonder toeters en bellen. Er is geen centrale alarmeringsfunctie middels een meldkamer of portiersloge en voor de alarmering worden geen pagers of apps gebruikt. En communiceren doen we simpelweg via mobiele telefoons. Door het kleinschalig karakter kennen alle mensen in het bedrijf elkaar. Bij een noodsituatie worden de dienstdoende bhv’ers persoonlijk gebeld. Als bij grotere incidenten, zoals een CO2-alarm, de slow-whoop afgaat, is dat voor de bhv’ers ook het signaal om in actie te komen en de ontruiming te begeleiden.”
Alle medewerkers hebben taak
Messemaker legt uit dat in een kleinschalig bedrijf als Jopen in feite alle medewerkers een taak hebben bij noodsituaties. Incidenten en storingen in de procestechniek zijn in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor de brouwerijmedewerkers, die alle systemen en techniek op hun duimpje kennen. “En de mensen die in het brouwproces of bij schoonmaakwerkzaamheden met gevaarlijke stoffen werken, hebben een training gehad voor het veilig werken met die stoffen. Bij het vrijkomen van gevaarlijke stoffen als gevolg van lekkage weten zij alles van die stoffen en de te nemen voorzorgsmaatregelen.”
Bronbestrijding bij chemische incidenten is volgens hem geen taak voor de bhv. Daar is het team niet voor toegerust qua kennis en (beschermende) uitrusting. Hetzelfde geldt voor brandbestrijding. “De taken van onze bhv-organisatie reiken niet verder dan het blussen van beginnende brandjes indien mogelijk, het verlenen van eerste hulp, ontruiming en begidsing van de brandweer. Alle incidenten die deze taken te boven gaan qua omvang en ernst, zijn een brandweeraangelegenheid.”
Standaard bhv-organisatie
Bij de herziening van het veiligheidsbeleid stelde Jopen zich wel de vraag of kon worden volstaan met een standaard bhv-organisatie of dat, vanwege de specifieke processen en risico’s in een brouwerij, toch een ander type noodorganisatie met extra taken en een hogere beschermingsgraad gewenst was. Messemaker: “Al snel kwamen we tot de conclusie dat een zwaardere vorm van bhv of first responderteam niet zinvol was. De brouwerij bevindt zich niet ver van de brandweerkazerne van Haarlem, zodat de aanrijtijden doorgaans kort zijn. Daarom kunnen we alle repressieve taken die het niveau van bhv te boven gaan met een gerust hart aan de brandweer overlaten. Wij zorgen dan voor de begidsing en ondersteunende kennis. Dat laatste is wel noodzakelijk, want brandweerlieden hebben geen kennis van de specifieke kenmerken en risico’s in een brouwerij. Investeren in een zwaarder type bedrijfsnoodorganisatie, zoals ik die bij mijn eerdere werkgevers kende, legt een grote verantwoordelijkheid op een bedrijf. Je moet dan continu die specialistische kennis en kunde bijhouden, wat veel tijd, geld en inspanning kost. Daarvoor zijn wij als brouwerij te klein.”
Samenwerking bhv en brandweer
Om de samenwerking te trainen, organiseert Jopen jaarlijks een gezamenlijke oefening voor de bhv en de brandweer. Die valt dan samen met de jaarlijkse herhalingstraining bhv, waarbij ieder jaar een scenario uit het risicoprofiel wordt gekozen als casus. Samen met de brandweer wordt op die dag een ontruiming van het bedrijf geoefend. Door deze korte lijnen zijn brandweer en bhv-organisatie goed op elkaar ingespeeld. Binnenkort staat er weer een oefening met de brandweer op het programma.
Brandmeldinstallatie
Branddetectie of automatische blussystemen zijn er niet bij Jopen. Met uitzondering voor de aparte opslagruimte voor gevaarlijke stoffen die valt onder de PGS-regelgeving (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen). “Maar we zijn nu wel met de brandweer in overleg over aansluiting op een openbaar brandmeldsysteem”, vertelt Messemaker. “Dat heeft te maken met de duurzaamheidsambities van Jopen, die onder andere inhouden dat we voor een groter deel in onze eigen energiebehoefte kunnen voorzien. Dat betekent dat de daken van de bedrijfshallen worden vol gelegd met zonnepanelen. Althans, dat is het plan. Onze verzekeraar ziet dat als een risicoverhogende verandering aan het gebouw, omdat er landelijk met enige regelmaat branden ontstaan op bedrijfs- en woningdaken met zonnepanelen. Een van de voorwaarden van de verzekeraar is dat dan het pand van automatische branddetectie wordt voorzien om een beginnende brand snel te kunnen registreren.”
Hoog veiligheidsbewustzijn
Veilig werken in alle delen van de brouwerij en de kantoren wordt dagelijks gestimuleerd in overleggen op team- en managementniveau. Incidenten zijn bij Jopen derhalve schaars. Messemaker besluit: “Toen we in 2018 begonnen met het opwaarderen van ons veiligheidsbeleid, hebben we veel energie gestopt in het onder de aandacht brengen van het belang van veilig werken en ongevalspreventie. Dat werpt zijn vruchten af. Alle medewerkers zijn doordrongen van dit belang en houden elkaar scherp. En het hoge veiligheidsbewustzijn zorgt er ook voor dat we nooit problemen hebben om onze pool bhv’ers gevuld te houden. Collega’s willen klaar staan voor elkaar en elkaar helpen in noodsituaties. Dat verwacht je ook in een kleinschalig bedrijf waar de lijnen kort zijn en iedereen elkaar kent. Eigenlijk zijn we een soort familie.” RJ//