Eenzaamheid, RSI, stress door drukke huisgenoten. Dit zijn de typische, vaak genoemde risico’s van het thuiswerken. Maar datzelfde thuiswerken kan ook leiden tot acute gevaren: mensen die struikelen op de trap, laptops die bij het opladen in brand vliegen. Wie is er verantwoordelijk voor de veiligheid van thuiswerkers? Wordt het tijd voor een bhv-plan bij de medewerker thuis, met daarin ook aandacht voor bijvoorbeeld ontruimen?
Procentueel gezien gaat het slechts om een kleine toename: van 64.879 woningbranden in 2019 naar 66.657 in 2020 (+ 2,7%). Maar toch was het recente bericht van het Verbond voor Verzekeraars opmerkelijk. Niet alleen omdat dit aantal in de afgelopen jaren juist consequent daalde, maar ook vanwege de mogelijke oorzaak van de huidige stijging: het thuiswerken.
Marike Schooneveldt, beleidsadviseur Veilig & Gezond werken bij de FNV, is niet heel verbaasd. “Als je vaker thuis bent, doe je ook vaker dingen die brand kunnen veroorzaken. Je laadt bijvoorbeeld je tablet op, met zo’n oud snoertje dat je met korting hebt gekocht. Of je besluit nu eens geen eten af te gaan halen maar om zelf te koken. Kortsluiting en vlam in de pan – dat zijn nog steeds de voornaamste oorzaken van brand thuis.”
V
Vragen van werknemers
Veilig thuiswerken is belangrijk, en dus krijgt haar vakbond er af en toe vragen over. “Er zijn signalen dat mensen meer nek- en schouderproblemen ontwikkelen, omdat ze bijvoorbeeld niet aan dat ergonomisch verantwoorde bureau zitten. Ook lijken ze meer last te hebben van hun ogen, dus zou de werkgever best wat extra oogonderzoeken kunnen organiseren. En toen het in de zomer van 2020 heel warm was, kregen wij vragen als: moet mijn werkgever bij mij thuis een airco installeren? Het antwoord was: nee, dat hoeft hij niet. Wel heeft hij de plicht om werknemers voorlichting te geven, wat lang niet altijd gebeurt.”
Hetzelfde geldt volgens haar als we het hebben over ongevallen in de thuissituatie. “In het Arbobesluit zie je artikelen over plaatsonafhankelijk werken en de verantwoordelijkheid van de werkgever. Die verantwoordelijkheid geldt wel bij beeldschermwerk en bij bijvoorbeeld voorlichting. Maar hij geldt niet als het gaat om brandveiligheid en vluchtwegen. Nee, die werkgever hoeft dus geen bordjes op te hangen met groene mannetjes en pijltjes, maar hij is wel verplicht tot het geven van voorlichting. Bijvoorbeeld: laad je tablet niet ‘s nachts op, en leg hem dan zeker niet onder een kussen. En: gebruik alleen goedgekeurde snoertjes van de fabrikant.”
Werkgever moet informeren
Op dit punt zullen de bonden dus niet hard clashen met de werkgevers. Want het FNV-standpunt verschilt niet veel van dat van VNO-NCW. “Thuis geldt er een zogenoemd verlicht arboregime”, zegt Mario van Mierlo, beleidssecretaris bij VNO-NCW. “Ja, de werkgever moet informeren, toezicht houden en overleggen. Je bespreekt bijvoorbeeld met de werknemers hoe de werkplek ergonomisch moet worden ingericht en je overtuigt jezelf dat dit inderdaad zo gebeurt. En je zegt tegen hen: ‘Als er onderdelen van je apparatuur kapot zijn, koop dan geen goedkope vervanging maar kom langs op kantoor en je krijgt van ons nieuwe onderdelen van de fabrikant.’ Maar de ontruiming bij brand is een verantwoordelijkheid van de werknemer, net zoals het zijn verantwoordelijkheid is om niet van de trap te vallen. Daar kun je de werkgever niet verantwoordelijk voor stellen, want hij kan de situatie ter plaatse eenvoudig niet controleren. Dat zou ingaan tegen allerlei privacyvoorschriften.”
Maar benadrukt Van Mierlo: we gaan toe naar een nieuwe situatie. “Toen we vorig jaar in lockdown gingen, had niemand enig idee hoe lang dat zou duren. Dus was het logisch dat de werkgever de medewerkers aanraadde om zoveel mogelijk materiaal van de werkplek mee te nemen naar huis: de laptop, het toetsenbord, de muis en de bureaustoel. Maar het bureau bleef natuurlijk staan waar het stond: in een tijdelijke situatie werkten mensen gewoon aan de keukentafel. Echter, nu zie je dat het hybride werken bij veel bedrijven wordt geformaliseerd en dan is zo’n keukentafel wellicht geen structurele oplossing.”
Brandveiligheid bij de medewerker thuis
Is de werkgever verantwoordelijk voor de brandveiligheid bij de medewerker thuis? Volgens veiligheidskundige Porto Franco van tri-plus is er hier sprake van een grijs gebied. “Natuurlijk, de werkgever kan niet op iedere thuiswerkplek een bhv-organisatie opzetten, maar hij is wel verantwoordelijk voor de arbeidsmiddelen die hij aan de medewerker verstrekt. Alles waar een stekker in zit, moet worden gekeurd volgens NEN 3140. Volgens hoofdstuk 7 van het Arbobesluit moet de werkgever dat jaarlijks controleren. En ik weet het zeker: bij 99 procent van de zakelijke laptops is dat niet gebeurd. Wat als een van die ongekeurde apparaten brand veroorzaakt bij de medewerker thuis? Dan wil ik nog wel eens zien wie er verantwoordelijk is.”
Een soortgelijke vraag stelt hij zich over elektrische fietsen. “Steeds meer werkgevers hebben zo’n ding aan de werknemer verstrekt, en steeds meer werknemers hebben hem in de gang staan. Op zich logisch, want je wilt natuurlijk voorkomen dat hij wordt gestolen. Maar erg veilig is het niet. Ten eerste blokkeer je op die manier je eigen vluchtwegen, en ten tweede zie je dat veel werknemers de fiets ‘s nachts opladen. En juist die opladers en de accu’s worden vaak gloeiend heet. Laad zo’n fiets dus niet ‘s nacht op maar overdag, en zorg voor een goede accu. Als je kiest voor een wat duurder model, bevat die compartimentering: als er een gedeelte oververhit raakt, blijft de brand beperkt tot dat gedeelte. En in geval van een accubrand, bedenk dan dat je deze nooit kunt blussen met water, dus zet altijd een emmer met zand naast je fiets. Uiteraard is het aan de werkgever om de werknemer hierover voor te lichten.”
Wanneer begint en eindigt de gezagsverhouding?
Een ander punt waar werkgevers volgens Franco over na moeten denken: de gezagsverhouding. Preciezer gezegd: wanneer die gezagsverhouding begint en wanneer die eindigt. “Dat is namelijk belangrijk voor je ongevallenregistratie. Alle incidenten die plaatsvinden tijdens werktijd en die leiden tot ziekenhuisopname, moeten daarin worden opgenomen. In de huidige situatie is dat vaak een lastige zaak, want de werkgever zegt zoiets als: ‘Zie zelf maar wanneer je begint met werken en wanneer je daarmee ophoudt. Zolang je de acht uur maar maakt.’”
Hoe kun je dit vermijden en tegelijkertijd de voordelen houden van het plaats- en tijdonafhankelijk werken? Volgens Franco ligt er een simpele oplossing. “Je hoeft als werkgever niet per se dezelfde werktijden aan te houden als op kantoor. Je kunt ook zeggen dat de arbeidsrelatie begint op het moment dat de medewerker heeft ingelogd op het intranet. En zodra die weer uitlogt, is de gezagsverhouding voorbij. Valt zo’n medewerker op een gegeven moment van de trap? Dan kijk je of hij op dat moment was ingelogd. Alleen dan kan zo’n ongeval worden opgenomen in de ongevallenregistratie. Maar let op: dit alles heeft geen gevolgen voor een eventuele aansprakelijkheid van de werkgever. Als de zakelijke laptop van de werkgever thuis in de brand vliegt, maakt dat al dan niet ingelogd zijn niet uit. Arbeidsmiddelen kennen geen arbeidstijd.” PP//
SER-advies over hybride werken
Ook bij de Sociaal-Economische Raad (SER) is gezond en veilig thuiswerken onderwerp van gesprek. En ook hier krijgen ze vragen over thuiswerken, van werkgevers en werknemers. “Het gaat dan bijvoorbeeld over kantoorergonomie of stress”, zegt beleidsmedewerker Erik van de Haar. “Hoe moet een goede thuiswerkplek eruit zien? Hoe zit het met de luchtventilatie? En lopen werknemers kans op stressklachten? Vragen over bedrijfshulpverlening thuis… die zijn nog zeldzaam. Maar ik kan me voorstellen dat veel organisaties hier in de komende jaren rekening mee zullen gaan houden. Aan de andere kant, hoe ziet zo’n bhv-beleid thuis er uit? Moet iedereen thuis bijvoorbeeld ook in staat zijn om een wond te verbinden of een brand te blussen? Het is nog de vraag wat er precies van organisaties gevraagd wordt. Eind van dit jaar verschijnt ons advies over hybride werken, de combinatie tussen thuis en op de reguliere werkplek werken. Ik kan me zeker voorstellen dat gezond en veilig hybride werken onderdeel is van dat advies.”
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 86, vierde kwartaal 2021