Bhv in de Tweede Kamer
Een modern gebouw. Dat is je eerste indruk als je door de Tweede Kamer wordt rondgeleid. Veel licht, veel ruimte, veel roltrappen. Maar af en toe zie je door een raam een stuk van de oude buitenkant en ga je even terug in de tijd. Van oorsprong is dit namelijk niet één gebouw; het zijn er twee. Om precies te zijn: het oude Ministerie van Koloniën en het Ministerie van Justitie.
Is dit relevant voor een artikel over bedrijfshulpverlening? Jazeker, zegt Meta Meijer. “Wat als hier plotseling brand zou uitbreken? Dan hoor jij een melding dat je naar de eerste verdieping moet van gebouw Koloniën. En dan ontdek je dat dit gebouw niet alleen mooi is, maar ook heel onoverzichtelijk. Want die verdiepingen van Justitie en Koloniën liggen niet op dezelfde hoogte. Als je via het ene trappenhuis naar de eerste verdieping gaat, kom je hoger uit dan met het andere trappenhuis. Heel verwarrend, vooral als alle gangen vol staan met rook.”
Gelukkig dus dat Meijer ons in zo’n geval naar buiten kan begeleiden. Want niet alleen was ze tot afgelopen juni Eerste Kamerlid voor de Socialistische Partij, ze is ook personeelsfunctionaris van de SP-fractie en een enthousiaste bhv’er. En de combinatie van die laatste twee – personeelsfunctionaris en bhv’er – dat is volgens haar een logische. “Ik houd me bezig met het welbevinden van de mens. Staat jouw stoel te hoog of te laag? Krijg je last van je nek? Is de werkdruk niet te hoog? En, met de bhv-pet op: hoe kunnen we optreden bij een eventuele calamiteit? Hoe begeleid ik dan bijvoorbeeld mensen naar buiten?”
Risico’s
Wellicht ook interessant
Bhv in de Tweede Kamer. Wie denkt aan risico’s, komt – met een beetje fantasie – al snel uit bij een terroristische aanslag. Maar Meijer heeft er alle vertrouwen in dat de security goed is geregeld. “Ik hoor heel veel klachten van bezoekers: ‘Ik moest mijn riem en schoenen uitdoen, mijn telefoon afgeven en ook nog eens mijn paspoort laten zien. Het lijkt wel Schiphol!’ En inderdaad: de veiligheidsmaatregelen zijn hier veel strenger dan bijvoorbeeld op een universiteit of hogeschool. Maar bedenk wel: ondanks dat zijn we altijd voorbereid op het ergste. Laatst hebben we bijvoorbeeld met de hele bhv een training gehad in geweldsincidenten.”
In de praktijk is Meijer vooral bezig met alledaagse zaken. Bijvoorbeeld met mensen die onwel worden. “Tot een jaar geleden had ik een collega met een pinda-allergie, en dan in ernstige mate. Zodra ze ook maar één hapje nam van iets dat ooit naast de satésaus had gestaan, werd ze al hevig benauwd. In dat geval wisten de bhv’ers wat ze moesten doen: in haar la lag een EpiPen. Daar kun je een naald insteken en die gaat dan in haar been. Zo kun je erger voorkomen. Ik had de uiterste houdbaarheidsdatum zelfs in mijn agenda gezet, zodat ik wist wanneer het ding moest worden vervangen.”
Ontruimingsoefeningen
Een ander risico is natuurlijk brand – en dat is iets wat ze in de Tweede Kamer ten koste van alles willen voorkomen. “Als je hier rondloopt, zie je natuurlijk heel veel nieuwe elementen”, zegt Meijer. “Maar toch, dit is een van de oudste parlementsgebouwen van Europa. Een monument dus. En daarom moet iedere brand zo snel mogelijk worden geblust. Er hangen hier overal haspels, brandblussers en sprinklerinstallaties. Bovendien is het hele gebouw goed gecompartimenteerd.”
Maar als er brand uitbreekt, gaat de eerste aandacht natuurlijk uit naar de mensen. “Ik heb nergens zoveel ontruimingsoefeningen meegemaakt als hier”, zegt Meijer. “Alleen al in dit kleine gangetje, met zes mensen, zitten een bhv’er en twee ontruimers.
Nee, die laatsten weten niets van pleisters plakken of EpiPennen, die hebben maar één item op hun agenda: iedereen via de dichtstbijzijnde nooduitgang naar buiten. En echt, binnen twee minuten na het alarm staat iedereen hier op straat.”
“Ik heb nergens zoveel ontruimingsoefeningen meegemaakt als hier”
Meta Meijer
Wat betekent dit in de praktijk? Stel, Meijer is aanwezig bij een vergadering in het parlement, en plotseling ziet ze onder een van de deuren enkele slierten rook. “Nee, dan zou ik er niet op afgaan – althans nooit in mijn eentje. Maar ik zou wel direct een aantal bodes op de hoogte stellen. Ik kan me voorstellen dat die dan met z’n tweeën polshoogte gaan nemen. Ondertussen zou ik de vergadering onderbreken: ‘Beste mensen, het lijkt me verstandig als deze helft de zaal verlaat via die deur, en de andere helft hetzelfde doet via de deur aan de overkant.’ Vervolgens heb je voldoende tijd om te bepalen of je de brand zelf kunt blussen, of dat dit toch een zaak is voor de brandweer. En of je overgaat tot ontruimen: iedereen in twee minuten naar buiten.”
Organisatie
Het zal duidelijk zijn: 2000 medewerkers in zo’n korte tijd in veiligheid brengen, dat lukt alleen met een grote groep mensen. En inderdaad: alleen het aantal bhv’ers in de Tweede Kamer bedraagt al zo’n 50. Groot genoeg zegt Meijer – maar er is toch iets wat haar van het hart moet. “Jullie zochten een kamerlid dat tevens aangesloten was bij de bhv. Nou, dan kom je automatisch uit bij mij. Sterker nog, naast mij is er maar één politicus actief: een medewerker van het CDA. Verder zijn het vooral mensen zonder politieke kleur: bodes, portiers, ambtenaren. En dat gebrek aan enthousiasme bij de andere volksvertegenwoordigers – dat vind ik jammer.”
De enige volksvertegenwoordiger die wel aansloot, was dus afkomstig van de SP. Is dat toeval? Meijer kiest haar woorden zorgvuldig. “Ik wil absoluut niet iets zeggen als: die anderen zullen mensen niet belangrijk vinden. Alle politieke partijen zijn van mening dat ze het beste doen voor alle Nederlanders. Maar ik vind het wel bij mijn partij passen dat je je in woord en daad voor alle mensen inzet. En natuurlijk proberen we dat ook te laten zien. Omdat ik bhv’er ben, heeft mijn partij recht op een vergoeding. Maar wij zeggen tegen de Kamer: houd die maar. Want de ene is vertrouwenspersoon en de ander is bhv’er. Daar hoef ik niet per se extra voor te worden betaald.” PP//
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 78, derde kwartaal 2019