Skip to content Skip to footer

Virtual reality binnen de bhv-opleiding en de rol van de instructeur

Virtuele bhv-trainingen – waarbij cursisten oefenen in virtual reality (VR) – winnen aan populariteit. Niet verwonderlijk: VR dompelt cursisten helemaal onder in een realistisch scenario en zorgt op die manier voor een steile leercurve. Maar: de rol van de instructeur is en blijft cruciaal. “Het gesprek tussen cursist en docent levert vaak enorm waardevolle inzichten op.”

Als veiligheidsopleider was Patrick Kroonen, oprichter van B&V Partners in Veiligheid in het West-Brabantse Zevenbergen, altijd al op zoek naar manieren om zijn veiligheidstrainingen zo realistisch mogelijk te maken. Via een voormalige compagnon kwam hij op een dag terecht bij een gamestudio in Eindhoven, waar hij een game speelde in virtual reality: een volledig digitaal nagebouwde wereld. Opeens besefte Kroonen dat hier de sleutel lag, blikt hij terug. “Terwijl ik het spel speelde, met een VR-bril op mijn hoofd, werd ik helemaal meegenomen in die wereld. Het was enorm realistisch: mijn hersenen leken al snel geen onderscheid meer te maken tussen de echte wereld buiten de game, en de virtuele wereld die ik via de bril voorgeschoteld kreeg. Op de weg terug begon het te tollen in mijn hoofd: waarom zou je deze technologie niet kunnen gebruiken om op een hele realistische én efficiënte manier bhv’ers te trainen?”

Patrick Kroonen, Yvonne Saasen, Arno Saasen en Paul Toonen (v.l.n.r.) zijn enthousiast over de mogelijkheden van virtual reality.

Aan de andere kant van Brabant, in Mierlo, kwam Arno Saasen van de Saasen Groep rond dezelfde tijd tot een soortgelijk inzicht over de potentie van VR voor veiligheidsopleidingen. “Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in innovatie en heb nieuwe ontwikkelingen binnen ons vakgebied altijd omarmd. Tegelijkertijd ben ik, als zestiger, ook aan het kijken hoe het verder gaat met mijn bedrijf als ik over niet al te lange tijd met pensioen ga. Toen ik hoorde over VR, zag ik direct de enorme mogelijkheden voor me. Dit is de toekomst, dacht ik meteen.”

Gezamenlijk onderzoeksprogramma

Via NIBHV kwamen de twee Brabantse veiligheidsopleiders met elkaar in contact. Zo ontstond het idee om de potentie van VR voor de bhv-wereld samen verder te onderzoeken. Welke toegevoegde waarde zou deze nieuwe technologie kunnen spelen binnen de opleiding? En: wat betekent dat in didactisch opzicht? Samen met Fontys Hogescholen werd een onderzoeksprogramma opgezet, vertelt Yvonne Saasen, de dochter van Arno en binnen de Saasen Groep verantwoordelijk voor innovatie. “We waren benieuwd naar zowel de technologische mogelijkheden als de onderwijskundige implicaties. Wat betekent het voor cursisten als ze straks les krijgen via een VR-bril? En: wat hebben instructeurs nodig als ze met deze nieuwe technologie aan de slag willen gaan?”

Verschillende vormen van VR

Het programma met Fontys leverde de nodige inzichten op (zie kader), en inmiddels hebben beide opleiders VR actief in hun lesprogramma geïntegreerd. De virtuele trainingen van B&V spelen zich af in een volledig nagebouwde wereld, waarbij cursisten in levensechte noodsituaties worden geconfronteerd met realistische noodscenario’s. Saasen heeft gekozen voor een zogenoemde 360 video-oplossing, waarbij cursisten door een vooraf opgenomen video kunnen ‘lopen’ en op cruciale momenten keuzes maken over hun handelen.

Teatske van der Zijpp, Lector Technologie bij Fontys Hogescholen: “VR vraagt om een andere manier van doceren”


“Hoe kunnen we met minder mensen méér zorg leveren? En welke rol kan technologie daarbij spelen vanuit een persoonsgerichte visie op zorg, zodanig dat het zowel de cursist als de facilitator van een leerproces ondersteunt? Als lector bij Fontys houd ik me met name bezig met die vragen. Een van de technologische innovaties die we onderzoeken, is de inzet van VR. Als je toekomstige zorgverleners via VR kunt trainen in het omgaan met kritieke, stressvolle situaties, kan dat heel waardevol zijn.”

“Daar zit meteen ook de link met de bhv-opleiding. Nadat ik daarover in gesprek raakte met Arno Saasen, zijn we samen gaan optrekken bij het verder onderzoeken en ontwikkelen van deze technologie. Binnen dit consortium – waarbij later ook onder meer B&V is aangesloten – hebben we in de eerste plaats gekeken naar hoe we VR kunnen vormgeven. Samen hebben we scenario’s opgesteld die voor zowel studenten van Fontys als bhv’ers interessant kunnen zijn – bijvoorbeeld op het gebied van reanimeren – en hebben we meerdere 360-video’s ontwikkeld.”

“Maar misschien nog wel belangrijker dan de technologie zélf is de vraag hoe je deze optimaal kunt inzetten. Zo hebben we gemerkt dat het enorm belangrijk is om instructeurs vroegtijdig te betrekken in het ontwikkelproces. Als mensen invloed hebben op de inhoud van de innovatie en hoe die in het leerproces wordt ingezet, doet dat enorm veel voor het draagvlak. Ook heel belangrijk: zorg voor een goed ondersteuningsnetwerk. Niet elke instructeur is even technisch, dus is het des te belangrijker dat ze bij vragen snel terecht kunnen bij een soort ‘digitale wegenwacht’. Ook dat vergroot de kans dat een innovatie als VR snel wordt opgepikt.”

Last but not least: een nieuwe technologie als VR vraagt om een andere manier van doceren. Als instructeur ga je minder ‘zenden’ en meer observeren. Maar: de rol van de instructeur wordt niet minder belangrijk. Een VR-bril kan misschien aangeven of een bepaalde handeling goed is uitgevoerd, maar als instructeur ben je er juist voor de verdieping. Waarom handelde de cursist op een bepaalde manier? En: wat heeft de cursist nodig om verder te leren? Een tool als VR kán dat leerproces ondersteunen. Hoe precies? Dat zijn we nu samen aan het ontdekken.”

Twee verschillende vormen, die echter op een belangrijk punt hetzelfde zijn: ze maken plaats- en tijdonafhankelijk trainen mogelijk. Dat is een groot voordeel, zeker nu veel bedrijven en organisaties kampen met personeelstekorten en het liefst zo efficiënt en effectief mogelijk trainen. “Veel werkgevers zijn op zoek naar een flexibele oplossing”, merkt Arno Saasen. “Zeker in de zorg is dat een hot topic. Zorginstellingen vinden het allemaal vanzelfsprekend enorm belangrijk dat hun mensen in een noodsituatie adequaat kunnen optreden. Tegelijkertijd hebben ze in deze tijden van personeelstekorten ook gewoon voldoende handen aan het bed nodig. Ze willen hun mensen niet meer één of twee dagen kwijt zijn. Dankzij onze VR-oplossing kunnen cursisten desgewenst nu ook thuis oefenen, op hun mobiel of tablet.”

Alle zintuigen

B&V verkocht zijn VR-oplossing inmiddels aan een groot ziekenhuis in de regio, vult Patrick Kroonen aan. “Uiteindelijk zagen ze in dat het nabouwen van het ziekenhuis in VR veel handiger is dan het oefenen op locatie. We hoeven geen OK’s of IC’s meer te gebruiken, de processen in het ziekenhuis worden niet meer verstoord. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het trainen met VR enorm effectief is. Mensen nemen de stof veel sneller op als al hun zintuigen geprikkeld worden. Daarom werken we nu bijvoorbeeld ook met geur – als mensen ongehinderd door neprook kunnen lopen heeft het weinig zin – en met warmte.”

Mensen meenemen

Het belangrijkste is uiteindelijk dat cursisten zich herkennen in de door VR voorgeschotelde situatie, benadrukt opleidingskundig adviseur Paul Toonen van NIBHV. “Hoe je VR ook toepast, de virtuele wereld moet zó worden ingericht dat cursisten denken: ja, dít is mijn dagelijks werk. Het is belangrijk dat de cursist echt meegenomen wordt in contextrijke scenario’s.” Maar ook de instructeur moet meegenomen worden in deze nieuwe werkwijze, vervolgt Toonen. “Yvonne en ik zijn momenteel bezig om een e-learningmodule voor instructeurs te ontwikkelen, waarin de grondbeginselen van VR nog een keer goed uiteen worden gezet. Wat betekent het nou als je met cursisten in VR aan de slag gaat? Groot verschil is met name dat je als instructeur een meer coachende rol krijgt, waarbij je samen met de cursist letterlijk kunt gaan terugkijken: wat deed je op dit en dit moment? En waarom maakte je daarbij bepaalde keuzes? Dat gesprek levert vaak enorm waardevolle inzichten op.”

Datagedreven werken

Data spelen bij dit alles een steeds prominentere rol, vult Patrick Kroonen aan. “Zeker nu de rekenkracht van VR-brillen steeds verder toeneemt, genereren ze ook steeds meer data. Je kunt precies zien hoe cursisten zich gedragen. Als uit de data blijkt dat cursisten steeds op hetzelfde punt de mist ingaan, betekent dat waarschijnlijk dat daar in de echte werkomgeving ruimte voor verbetering ligt.” Hetzelfde geldt voor specifieke bhv-handelingen, vult Yvonne Saasen aan. “Als blijkt dat veel cursisten moeite hebben met een bepaalde handeling, dan weet je als instructeur dat je daar meer aandacht aan moet besteden in de les.”

Groot voordeel van de moderne generatie VR-brillen is verder dat ze oogbewegingen van cursisten kunnen volgen, schetst Paul Toonen. “Het is enorm interessant om via eye tracking letterlijk te kunnen zien waar cursisten naar kijken. Dat zegt iets over hoe ze te werk gaan en over hun gedachtegang. Via de VR-bril kun je alles tot in detail ontleden en terugvertalen naar het lesprogramma.” De volgende stap is volgens Arno Saasen dat je meer en meer voorspellingen kunt gaan doen. “Waarschijnlijk kunnen we aan de hand van de trainingsdata steeds beter gaan voorspellen hoe jouw bhv’ers bij een bepaalde calamiteit zullen gaan reageren. Daar kun je als opleider dan op inspelen.”

Krachtige combinatie

Is virtual reality de nieuwe heilige graal in de bhv-wereld? Dat ook weer niet, benadrukken beide opleiders. Arno Saasen: “Natuurlijk: met VR kun je veel efficiënter trainen, zonder dat je per se afhankelijk bent van een specifieke tijd of locatie. Je kunt mensen echt onderdompelen in een bepaalde wereld. Maar de kracht schuilt uiteindelijk vooral in de combinatie: het realistische oefenen in virtual reality én de bijbehorende coaching door de instructeur. De rol van de instructeur is en blijft cruciaal.”

Zie VR vooral als een nieuw, effectief hulpmiddel, benadrukt ook Patrick Kroonen. “Ik heb helemaal in het begin misschien ook wel eens gedacht dat het simpelweg een kwestie was van een scenario afspelen via de bril en that’s it. Maar toen ik er dieper indook, bleek VR juist een enorme impuls te geven aan het samenspel tussen cursist en instructeur.” Het is juist de combinatie met de feedback door de docent die VR zo krachtig maakt, heeft Yvonne Saasen gemerkt. “De bril registreert alleen. Het gaat juist ook om het gesprek daarná. Waarom deed je wat je deed? Wat was je motivatie? Dát is waar het uiteindelijk om draait.” Wel maakt VR trainingen veel efficiënter, ziet Paul Toonen. “Met VR kun je in tien minuten zo drie scenario’s laten zien en evalueren. De leercurve is veel steiler én dieper, merken we.”

Kennis delen

Bij veel opleiders bestaat intussen nog de nodige koudwatervrees rondom de nieuwe technologie, merkt Patrick Kroonen. “Het grappige is dat we juist wél veel interesse bespeuren vanuit de werkgevers. Die zien dit echt als een hele mooie ontwikkeling, juist ook omdat het zo’n effectieve én leuke trainingsvorm is. Des te meer reden dus voor opleiders om alle nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. En als je een keer langs wil komen in Zevenbergen om een keer te zien hoe dat nu werkt: wees welkom! Wij delen onze kennis graag.”

Daar sluit Arno Saasen zich van harte bij aan. “Ook wij delen onze kennis graag met de buitenwereld. Want uiteindelijk gaat het maar om één ding: de veiligheid op de werkvloer vergroten – met alles wat daar aan nieuwe handige hulpmiddelen bij komt kijken.” JP//

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.