Het is straks, na oplevering van de nieuwbouw, een van de veiligste ziekenhuizen van Nederland: het Bredase Amphia ziekenhuis. Vanuit een integrale crisismanagementgedachte wordt de bedrijfshulpverlening de komende jaren verder geprofessionaliseerd, onder meer op het gebied van oefening en opleiding. “Via virtual reality kunnen we elk scenario straks levensecht nabootsen.”
In november a.s. is het zover: dan zetten, na een bouwperiode van drie jaar, de eerste patiënten voet over de drempel van het nieuwe Amphia. Aan de Bredase Molengracht huist dan een toekomstbestendig, modern ziekenhuis, dat – samen met de huidige, gerenoveerde ziekenhuisgebouwen op die locatie – in totaal 128.000 vierkante meter beslaat.
Integrale veiligheid
Net als nu, neemt veiligheid ook in de nieuwbouw straks een belangrijke plek in, schetst Marcel Wiekart, Manager Productgroep van het facilitair Bedrijfsbureau van Amphia. “Als achtste ziekenhuis in Nederland behaalden we medio 2017 de JCI-accreditatie, een internationaal kwaliteitskeurmerk voor zorginstellingen. Mede hierdoor zijn we binnen Amphia anders gaan denken over kwaliteit. Binnen dat kwaliteitsdenken neemt veiligheid een belangrijke rol in. Zo kwamen we uiteindelijk – in de aanloop naar de toekenning van de JCI-accreditatie – tot een integraal veiligheidsbeleid, met in het verlengde daarvan een integraal crisisplan.”
Bhv en ontruiming
De integrale crisismanagementstructuur van Amphia rust op vier pijlers, vult integraal crisisadviseur Lotte van Houtert aan. “Bedrijfshulpverlening & ontruiming is een van de vier crisisdomeinen, naast rampenopvang, outbreak management, en continuïteit & evacuatie. In het integrale crisisoverleg – waarin naast mijzelf de vier crisisdomeineigenaren zitting hebben – houden we alle ontwikkelingen op het gebied van crisismanagement in de gaten en stemmen we alle plannen op elkaar af. Zo borgen we onze visie ‘Zorg voor de zorg’ onder alle omstandigheden; of het nu gaat om een brand, dreiging van buitenaf, of de uitbraak van een virus.”
Alarmeren via de app
Ziekenhuizen zijn uitdagende omgevingen op veiligheidsgebied: er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen, patiënten zijn niet altijd zelfredzaam en alleen al door de vaak grote omvang is het veilig houden van de organisatie een flinke uitdaging. Volgens Patrick Kroonen van B&V Safety, als opleider nauw betrokken bij de bhv-organisatie binnen Amphia, is alles erop gericht om calamiteiten zo klein mogelijk te houden. “Binnen Amphia zijn er nu nog zo’n vijfhonderd bhv’ers actief. Dat zijn er veel, maar juist door de omvang van die groep hebben we – paradoxaal genoeg – niet altijd een realistisch, up-to-date beeld van wie precies wanneer beschikbaar is. In de nieuwbouw kiezen we daarom voor een vaste kern van zo’n dertig bhv’ers, die we heel specifiek opleiden voor alle risico’s die in een ziekenhuis mogelijk aanwezig zijn. Ook zorgen we dat er 24 uur per dag drie vaste bhv’ers – onder wie één ploegleider – beschikbaar zijn, die te allen tijde meteen op een melding af kunnen gaan en die snel kunnen alarmeren en opschalen.” Dat alarmeren en opschalen gebeurt via de app Safeguard, vertelt Wiekart. “Via die app, die we samen met een externe partij hebben ontwikkeld, kunnen we van elke bhv’er snel zien of hij of zij aanwezig is. Bovendien bevat de app allerlei checklists voor uiteenlopende situaties. Zo weten bhv’ers precies wat ze moeten doen bij een bepaalde calamiteit.”
De beduidend kleinere ‘vaste kern’ aan bhv’ers wordt gecompenseerd door álle personeelsleden op te leiden tot ontruimer, vertelt Kroonen. “Alle 5600 medewerkers volgen een ontruimingsopleiding, zodat ze precies weten wat ze moeten doen in geval van nood. Een flinke uitdaging, maar op dit moment hebben we al ongeveer twee op de drie medewerkers geschoold. Zodra Amphia straks in de nieuwbouw zit, weet als het goed is iederéén wat hij bij een ontruiming moet doen.”
Virtual reality
Zodra de nieuwbouw in gebruik wordt genomen, blijft de huidige locatie Amphia Langendijk nog twee jaar in gebruik. Op die locatie beschikt de bhv-organisatie nu nog over een grote oefen- en trainingsruimte. Een enorme luxe, erkent Wiekart. “Op de kelderverdieping vinden dagelijks diverse trainingen plaats: op het vlak van onder meer Basic en Advanced Life Support, maar ook op bhv-gebied.”
Op de nieuwe locatie zijn er minder vierkante meters aan oefenruimte beschikbaar. Maar daar is gelukkig iets op gevonden, vertelt Kroonen. “Samen met een externe partij hebben we de afgelopen tijd een virtuele oefenruimte ontwikkeld op basis van virtual reality (VR). Via een VR-headset kunnen we cursisten levensecht elke denkbare ruimte en uiteenlopende scenario’s voorschotelen. Zo kunnen we een heel realistische brand simuleren, die per deelnemer ook weer anders is. Het brandverloop en de rookontwikkeling worden nauwkeurig nagebootst op basis van realistische cijfers. Ook moeten cursisten het juiste blusmiddel op de correcte manier hanteren.” Groot voordeel van virtueel oefenen is volgens Kroonen dat de benodigde ruimte een stuk kleiner is. “Bovendien legt de software alle beslissingen en handelingen van de cursist nauwkeurig vast. Meten is weten, en dat wordt op deze manier een stuk makkelijker. Uit een eerste pilot met virtueel oefenen blijkt bovendien dat cursisten de simulatie als ‘echt’ ervaren. We zien er dus naar uit om vanaf de zomer op deze manier te gaan oefenen.”
Samenwerking met ketenpartners
De oplevering van het nieuwe pand staat gepland voor het voorjaar, maar de eerste patiënten zullen pas in november worden verwelkomd. Dat biedt de bhv-organisatie de gelegenheid om in de tussentijd uitgebreid te oefenen in het nieuwe pand, aldus Wiekart. “Van juni tot november kunnen we rustig verhuizen en inrichten, maar óók oefenen. Een luxe waar we vanuit veiligheidsoogpunt maar al te graag gebruik van maken. In samenwerking met onze ketenpartners organiseren we later dit jaar een grote oefening.”
Sowieso zoekt Amphia in toenemende mate de samenwerking op met ketenpartners als de brandweer, de Regionale Ambulancevoorziening (RAV), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en Defensie, vult Van Houtert aan. “Zo zijn we recent gaan kijken in het trainingscentrum van Defensie in Vught. Hier kunnen defensie-eenheden, maar ook ketenpartners zich voorbereiden op chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten. Mogelijk gaan we daar in de toekomst wel oefenen. Onze ketenpartners weten ons ook steeds beter te vinden. Zo oefent de lokale brandweer vaak in onze trainingsruimtes.”
Brandbestrijding, ontruiming en nieuwe taken
Ook intern wordt de samenwerking steeds hechter, constateert Wiekart. “Als bhv-organisatie proberen we onszelf te blijven ontwikkelen. We vragen ons voortdurend af: wat kunnen we, naast zaken als brandbestrijding en ontruiming, nog méér doen? Een voorbeeld: bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten moeten er decontaminatie-tenten worden opgezet. Daar kunnen mensen die in aanraking zijn gekomen met een gevaarlijke stof op veilige wijze worden ontsmet. Als bhv-organisatie zouden we bijvoorbeeld de hele logistiek rondom het opzetten van deze tenten voor onze rekening kunnen nemen. Een taak die misschien niet tot ons primaire takenpakket behoort, maar die de hele crisisorganisatie binnen het ziekenhuis wel kan ondersteunen. Ander voorbeeld: als de watervoorziening in het ziekenhuis wegvalt, is het belangrijk dat afdelingen die water nodig hebben – bijvoorbeeld voor dialyse – daar snel weer over kunnen beschikken. Maar het betekent bijvoorbeeld óók dat brandslangen op dat moment niet meer werken. Het is de taak van de bhv-organisatie om daarop te controleren en ervoor te zorgen dat ook brandblusinstallaties zo snel mogelijk weer up and running zijn.”
Juist op dergelijke punten kan de integrale crisisorganisatie meerwaarde bieden, denkt Van Houtert. “We hebben het nu zó georganiseerd dat we in principe op alle mogelijke crisissituaties goed zijn voorbereid. Een prettige gedachte: voor alle medewerkers, maar uiteraard ook voor onze patiënten.” JP//
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 77, tweede kwartaal 2019