Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Radboud Universiteit is blij met ontruimingsassistenten

Twee branden in één jaar: het overkwam de Radboud Universiteit in Nijmegen. Mede dankzij een alerte bhv-organisatie en een groot contingent aan ontruimingsassistenten bleef de schade gelukkig beperkt, blikt Hoofd BHV Louis van den Berg terug. “We kregen complimenten van de brandweer.”

Het is nog geen acht uur in de ochtend van dinsdag 17 oktober 2017 als medewerkers van het Grotiusgebouw (waarin de Faculteit Rechtsgeleerdheid huist) rook en een sterke brandgeur ontdekken. Niet veel later slaat ook de brandmeldinstallatie alarm: er is brand, maar waar? Dankzij de herfstvakantie en het vroege tijdstip is het gelukkig niet erg druk in het gebouw; met hulp van ontruimingsassistenten worden de aanwezige medewerkers snel naar buiten geloodst. De inmiddels toegesnelde bhv’ers en de ingeschakelde brandweer hebben na enig speurwerk al snel de oorzaak van de brand gevonden: een oververhitte hoofdschakelkast in de kelder van het gebouw. Aan het einde van de ochtend is de brand onder controle. Daarna begint de afwikkeling: het uit het gebouw halen van persoonlijke bezittingen, het opnemen van de schade – die later in de tonnen zal blijken te lopen – en het evalueren van de inzet van de bhv.

Eerdere brand

Fast forward naar een dag in januari 2018, als het op de Nijmeegse campus – zoals vrijwel elke dag – een drukte van belang is. Zo’n 60.000 bezoekers per dag, verdeeld over 7 faculteiten en een gebied van 100 hectare: de campus van de Radboud Universiteit en het bijbehorende academisch ziekenhuis vormen het kloppend hart van academisch Nijmegen. Een aantal van de faculteiten richt zich op fundamenteel onderzoek in wis-, schei- en natuurkunde, met alles wat daar aan gevaarlijke stoffen en hightech faciliteiten (waaronder een van de sterkste elektromagneten ter wereld) bij komt kijken. Er gebeurt kortom veel in en rond de universiteit, erkent Louis van den Berg, Hoofd Beheer én Hoofd BHV van de universiteit en het campusterrein (exclusief het ziekenhuis). “Toch kwamen de twee branden waarmee we vorig jaar te kampen hadden niet voort uit onze onderzoeksfaciliteiten. In mei vorig jaar moest het Spinozagebouw op de campus worden ontruimd nadat er door een menselijke fout brand uitbrak in de koeltoren op het dak. De ontruiming bij die brand verliep goed; we slaagden erin om medewerkers en studenten snel het gebouw uit te krijgen. Toch kwamen er ook toen verbeterpunten aan het licht. Zo werd er geen centraal alarm geslagen, omdat de portier die op dat moment dienst had niet op de hoogte bleek van de laatste brandweerprotocollen.”

Louis van den Berg hoopt voorlopig weer gevrijwaard te blijven van brand.

Ontruimingsassistenten

Naar aanleiding van de Spinoza-brand nam de universiteit de bestaande brandveiligheids-protocollen dan ook goed onder de loep. Eigenlijk was die eerdere brand in mei een geluk bij een ongeluk, erkent Van den Berg. “Jarenlang was er qua brandveiligheid geen vuiltje aan de lucht. Juist doordat we naar aanleiding van die eerste brand weer helemaal op scherp stonden, bleef de schade tijdens de brand in het Grotius-gebouw beperkt.” Meerdere keren noemt Van den Berg de inzet van ontruimingsassistenten als belangrijke factor bij het ontruimen na een brandmelding. “Om bij het begin te beginnen: we beschikken over een ploeg van in totaal 130 bhv’ers, waarvan er ongeveer 100 direct oproepbaar zijn via de pieper of telefoon. Die bhv-ploeg is onderverdeeld in twee rayons, al naar gelang het deel van de campus waar ze actief zijn. Per rayon is altijd een piketploeg stand-by, die als eerste op een melding afgaat. De bhv’ers kunnen binnen enkele minuten bij een incident zijn.” Bij een brand is directe ontruiming echter vaak gewenst, vervolgt Van den Berg. “Daarom hebben we sinds een kleine twee jaar tientallen ontruimingsassistenten geworven: gewone medewerkers die een lichte bhv-opleiding volgen en die hun collega’s bij een brand meteen op een veilige manier naar buiten kunnen loodsen. Ook bij de brand in het Grotius-gebouw bleek dat prima te werken: nog voordat de bhv’ers waren gearriveerd, was een groot deel van het pand al ontruimd. De bhv-ploeg kon zich vervolgens helemaal richten op het beveiligen van de omgeving en het begeleiden van de hulpdiensten.”

Groot voordeel van de functie van ontruimingsassistent is de laagdrempeligheid ervan, constateert Van den Berg. “Waar veel mensen ervoor terugschrikken om fulltime bhv’er te worden, is een rol als ontruimingsassistent voor de meeste mensen een prima alternatief. Bijkomend voordeel is dat er op elke gang doorgaans minimaal twee of drie mensen aanwezig zijn die weten wat ze moeten doen zodra het alarm afgaat. Veel mensen hebben aanvankelijk toch de neiging om te denken dat het om een oefening gaat en te blijven zitten. Ontruimings¬assistenten daarentegen zijn getraind en komen meteen in actie.”

“Een rol als ontruimingsassistent is voor de meeste mensen een prima alternatief”

Louis van den Berg

Catering

Terug naar dinsdag 17 oktober. Al vroeg in de ochtend werd – geheel volgens het protocol – het Calamiteiten Management Team (CMT) bijeengeroepen. “Meteen werd vanuit dit team geregeld dat studenten die om negen uur een tentamen dachten te gaan maken in het getroffen gebouw, terechtkonden op een alternatieve plek. Ook schakelden de medewerkers van de afdeling Beheer op een gegeven moment de elektriciteitsvoorziening af, met als gevolg dat onder meer de toegangscontrole niet meer functioneerde. Bhv’ers werden ingezet om het gebouw te bewaken.” De medewerkers uit het ontruimde gebouw werden ondertussen opgevangen in het naastgelegen universiteitsrestaurant De Refter. Daar doemde een eerste ‘obstakel’ op, blikt Van den Berg terug. “Medewerkers hadden hun persoonlijke bezittingen achter moeten laten, maar wilden wél graag een kop koffie of iets te eten kunnen bestellen. Dat liep mis doordat veel mensen hun portemonnee op hun werkplek hadden laten liggen. Een klein, maar belangrijk leerpunt voor de volgende keer: zorg dat ook de catering goed geregeld is. Een ander leerpunt trad op aan het einde van de ochtend, toen we enigszins werden overvallen door een brandmelding op een ander deel van de campus. Er was hier sprake van een valse melding, dus op zich was er weinig aan de hand. De melding bracht wél aan het licht dat we moeten werken aan onze inzet op meerdere plekken; het kan altijd voorkomen dat je inzet opeens ergens anders gewenst is.” Verder is het goed je te realiseren dat de inzet van de bhv eindig is, benadrukt Van den Berg. “Er komt altijd een moment dat de taak van de bhv’ers erop zit en de beheermedewerkers de zorg voor het gebouw weer overnemen. Nu kwam het in dit geval zo uit dat ik zowel Hoofd Beheer als Hoofd BHV ben, maar bij veel organisaties zijn dat gescheiden rollen. Zorg in dat geval voor een duidelijk overdrachtsmoment is, zodat iedereen weet wat de status is en wat hij of zij moet doen.”

Thermografische camera’s

De schakelkast waar de brand ontstond was in het voorjaar van 2017 nog nagekeken. Toen kwamen er geen onvolkomenheden aan het licht, vertelt Van den Berg. “Na onderzoek bleek het te gaan om een zogenoemd ‘latent gebrek’: een kleine onregelmatigheid in een schakeling die niet waarneembaar is bij een reguliere visuele inspectie. Naar aanleiding van de brand zijn we alle 839 schakelkasten op de campus daarom nagelopen met zogenoemde thermografische camera’s. Die kunnen minimale warmteverschillen detecteren en op die manier minimale onregelmatigheden aan het licht brengen.” Na afloop kreeg de universiteit complimenten van de brandweer vanwege de goede bhv-organisatie. “Zoals ik al aangaf, waren we optimaal alert door die eerdere brand in mei. Nu maar hopen dat we voorlopig gevrijwaard blijven van brand.” JP//

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 72, eerste kwartaal 2018

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.