Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

De drielaags bedrijfsnoodorganisatie van Tata Steel

‘Veiligheid eerst, productie volgt’. Die opvallende tekst op Hoogoven 6 op het terrein van Tata Steel spreekt duidelijke taal over hoe het internationale staalbedrijf in Velsen-Noord denkt over veilig werken. Op diezelfde grondslag is de bedrijfsnoodorganisatie georganiseerd. Een drielaagsorganisatie, waarin meer dan duizend bedrijfshulpverleners en veiligheidsprofessionals actief zijn.

Alles bij Tata Steel is kolossaal. Het bedrijfsterrein meet 750 hectare, ofwel 1500 voetbalvelden. Het bedrijf heeft zo’n 9000 eigen werknemers in dienst en daarnaast werken er ruim 10.000 contractors. Tevens ontvangt het bedrijf tienduizenden zakelijke bezoekers en transporteurs op het terrein. Al met al het equivalent van een forse gemeente. Het complex omvat havens met opslag van ijzererts en cokes, een tweetal hoogovens, twee cokesgasfabrieken, een staalfabriek, diverse walserijen en afwerkfabrieken (tin, zink, kunststof), productie en opslag van gevaarlijke stoffen zoals waterstof, zuurstof, stikstof, zuren, logen en ammoniak, en heel veel infrastructuur. De verwerking van ijzererts via vloeibaar staal tot staalproducten gaat gepaard met zeer hoge temperaturen. Die omstandigheden en de immense productiegebouwen met hun even immense machineparken maken het bedrijf uniek binnen de Nederlandse industrie.

De boodschap over veiligheid laat aan duidelijkheid niets te wensen over (foto: Tata Steel).

Gelaagd systeem

Kenmerkend voor de bedrijfsnoodorganisatie van Tata Steel is het gelaagde systeem.

Eerste responslaag: alle medewerkers

Commandant bedrijfsbrandweer Chris van Amersfoort licht die gelaagdheid toe: “De eerste laag vormen alle medewerkers op de werkvloer: operators, onderhoudspersoneel en andere functionarissen. Zij kennen hun werkprocessen en de specifieke risico’s en aandachtspunten voor veiligheid als geen ander en hebben een cruciale rol in het signaleren van onveilige situaties en incidenten. Zij nemen in een noodsituatie ook de eerste maatregelen om erger te voorkomen.”

Tweede responslaag: bhv-organisatie

De 1100 leden tellende bedrijfshulpverleningsorganisatie vormt de tweede responslaag in de noodorganisatie. Bhv’ers worden centraal opgeleid en geoefend door de bedrijfsbrandweer, maar er is geen overkoepelende bhv-organisatie. Alle werkeenheden en service units op het terrein van Tata Steel, in totaal bijna twintig, hebben hun eigen lokale bhv-organisatie. “Het terrein is te groot en de verschillen in werkprocessen zijn te groot om de bhv terreinbreed te kunnen organiseren en aansturen”, verduidelijkt Van Amersfoort. “Alarmering en inzet van de bhv is dan ook per werkeenheid georganiseerd. Verreweg de meeste incidenten blijven klein, doordat de operators op de werkvloer of bhv’ers snel ingrijpen en erger voorkomen.”

Derde responslaag: bedrijfshulpdiensten

De derde responslaag wordt gevormd door de ‘professionele’ bedrijfshulpdiensten. De kern daarvan is de bedrijfsbrandweer. Met drie tankautospuiten en een hulpverleningsvoertuig, en een korpssterkte van 54 personen heeft deze een fors grotere paraatheid dan de bedrijfsbrandweeraanwijzing op grond van de Brzo-regelgeving voorschrijft. Die aanwijzing stelt voor Tata Steel namelijk één tankautospuit met een bezetting van zes brandweerlieden verplicht.

Om de hulp van de bedrijfshulpdiensten in te roepen, is op het Tata Steel-terrein een eigen intern alarmnummer actief, dat binnenkomt bij de meldkamer van de bedrijfsbeveiliging.

Alle medewerkers worden er continu van doordrongen dat zij in een noodsituatie niet 112 moeten bellen, maar het interne alarmnummer. Dat garandeert een snelle en juiste respons van bhv’ers die hun bedrijf door en door kennen. Ook alle bezoekers krijgen diezelfde boodschap mee. Het alarmeringssysteem kent geen adressen maar genummerde opkomstplaatsen. Op honderden plaatsen verspreid over het terrein bevinden zich duidelijke markeringsbordjes, die bij het melden van incidenten als herkenningspunt dienen. Contractors die op het terrein werkzaamheden komen verrichten, krijgen bij de veiligheidsbriefing ook de nummers van de voor hen relevante opkomstplaatsen mee bij hun werkvergunning. “Door bij een incidentmelding simpelweg de opkomstplaats te benoemen, is er nooit onduidelijkheid over de plaatsaanduiding en kunnen de aanrijdende eenheden van de bedrijfsnoodorganisatie de incidentlocatie gemakkelijk vinden”, aldus Van Amersfoort.

Alles bij Tata Steel heeft een imposante omvang (foto: Tata Steel).

De korpsleden van de bedrijfsbrandweer zijn vrijwilliger en hebben een reguliere taak binnen de werkeenheden op het terrein. Zij gaan bij alarm naar de kazerne om de voertuigen te bemensen. Door bij de indeling van de ploegendiensten in de werkeenheden rekening te houden met een minimale bezetting van de bedrijfsbrandweer, zijn altijd voldoende brandweerfunctionarissen aanwezig om een minimale bezetting te garanderen. ’s Avonds en ’s nachts is bij alarm een snelle opkomsttijd van extra eenheden gewaarborgd, doordat korpsleden van de bedrijfsbrandweer verplicht in Velsen-Noord wonen. Zodoende kunnen zij binnen enkele minuten op het terrein aanwezig zijn.

Naast de bedrijfsbrandweer beschikt Tata Steel over een eigen bedrijfsbeveiligingsdienst, die op het terrein bewakings- en handhavingstaken uitvoert. De derde professionele bno-component is een verbandkamer, waar 24/7 een spoedeisende eerstehulpverpleegkundige van het Rode Kruisziekenhuis uit Beverwijk is gedetacheerd om bij incidenten met letsel direct professionele eerste hulp te verlenen. In feite is het een vooruitgeschoven post van de afdeling Spoedeisende Eerste Hulp van het Rode Kruisziekenhuis.

Taken bhv

De bhv-organisatie van Tata Steel heeft enkele bijzondere kenmerken. Om te beginnen de verdeling van de bhv-capaciteit over het terrein, waarbij elk van de werkeenheden en service units zijn eigen bhv-team heeft. Alarmering en inzet van het team wordt aangestuurd door de Chef van de wacht van de dienstdoende productieploeg van de betreffende eenheid. De Chef van de wacht beslist, eventueel in overleg met de bevelvoerder van de brandweer, of verdere maatregelen nodig zijn, zoals het stilleggen van bepaalde processen of ontruiming. Die ontruiming is de verantwoordelijkheid van de Algemeen Leider Ontruiming (ALO) in afstemming met de wachtchef. Dankzij de digitale aanwezigheidsregistratie kan na een ontruiming op de verzamelplaats simpel en snel worden vastgesteld of alle werknemers de werkplek veilig hebben verlaten.

“Binnen Tata Steel hanteren we een scheiding in het takenpakket tussen bhv en bedrijfshulpdiensten”, vervolgt Van Amersfoort. “Daardoor zijn de uitvoerende taken van de bhv’ers beperkt. Ze hebben bijvoorbeeld geen ‘reddende functie’ in een ruimte met rook en vuur of andere gevaren waarvoor persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn. Dat is een exclusieve taak voor de bedrijfsbrandweer. De bhv’ers hebben met hun specifieke kennis van hun werklocatie wel een essentiële rol in het veiligstellen van de omgeving en het opvangen en begeleiden van de bedrijfshulpdiensten naar de plaats van het incident.”

Ten opzichte van bedrijfshulpverleners in ‘standaardbedrijven’ heeft een deel van de bhv’ers wel een bijzonderheid in het takenpakket. Zij mogen namelijk medische zuurstof toedienen, in situaties waar bedwelming door gassen een risico vormt.

Het bedrijfsnoodplan kent specifieke procedures om de uitruk van de bedrijfshulpdiensten en eventuele aanvullende ondersteuning van overheidshulpverleners zo snel en veilig mogelijk te laten plaatsvinden. Rob Martens, beheerder opleiden en oefenen bij de bedrijfsbrandweer: “Bij een incidentmelding is de eerste maatregel het stilleggen van het railvervoer op het gehele terrein. We hebben meer dan 100 kilometer bedrijfsspoor binnen de terreingrenzen, met heel veel spoorwegovergangen. Goederentreinen mogen bij een uitruk van de bedrijfsbrandweer geen spoorwegovergangen op het terrein meer passeren om de veiligheid te waarborgen. Is externe hulp van overheidshulpdiensten nodig, dan worden zij bij een van de toegangspoorten opgevangen en door de bedrijfsbeveiligingsdienst naar de incidentlocatie begeleid. Wanneer alle hulpdiensten ter plaatse zijn, wordt in opdracht van de officier van dienst of bevelvoerder het spoor weer vrijgegeven.”

“Maatlat voor kwaliteit”

De bedrijfsbrandweer is verantwoordelijk voor het opleiden, trainen en oefenen van de bhv’ers; zowel de eigen bhv’ers als die van de talrijke contractors die dagelijks op het terrein werken. Martens: “We leiden al sinds jaar en dag de bhv’ers, ademluchtlopers en toezichthouders ‘hotwork’ op en verzorgen daarnaast ook de AED-reanimatiecursussen. Dat opleidingspakket wilden we op een professionele leest schoeien en volgens een gezaghebbend kwaliteitssysteem laten certificeren. Daarom hebben we NIBHV een audit laten uitvoeren, waarna het Keurmerk is verstrekt. Nu hebben we een duidelijke maatlat voor de kwaliteit van onze bhv-organisatie.”

Praktijkvoorbeeld energiebedrijf


Ter illustratie van de bno-praktijk binnen een van de werkeenheden spraken we met de veiligheidsverantwoordelijken van het Energiebedrijf van Tata Steel: Jack Zwart (Chef van de Wacht), Patrick Alders (Contractmanager), Alphons Kruijver (Hogere Veiligheidskundige) en Anja Piepers (HSEQ Manager) van het Energiebedrijf.
Elke werkeenheid binnen het Tata Steel complex heeft zijn eigen specifieke kenmerken en risico’s en zijn eigen noodprocedures voor bijvoorbeeld ontruiming. Cruciaal in de bedrijfsnoodorganisatie is dat de bhv’ers en de leden van de hulpdiensten zijn geworteld in de werkprocessen en ook in noodsituaties opereren met die kennis. Er spelen zich bij Tata Steel nogal wat processen af die je niet zomaar even kunt stilleggen en ook ontruiming vraagt op sommige locaties bijzondere maatregelen. Het bedrijfsnoodplan van Tata Steel kent geen scenario’s waarbij het gehele terrein ontruimd moet worden. Groter dan het niveau ‘werkeenheid’ reikt ontruiming feitelijk niet. Indien een werkeenheid wordt ontruimd, hoeft het niet zo te zijn dat ook direct andere werkeenheden moeten worden ontruimd.
Het Energiebedrijf (ENB) is een vitale schakel op het terrein van Tata Steel, die onder alle omstandigheden moet blijven functioneren. Dat is een aandachtspunt bij incidenten in of in de nabijheid van het controlecentrum van het ENB. Vanaf hier bestuurt ENB alle energiestromen en andere nutsvoorzieningen op het hele terrein. Daarom heeft het ENB ook een actieve rol in die noodorganisatie. Als bij incidenten of calamiteiten in een werkeenheid bijvoorbeeld de elektriciteit of gasvoorziening moet worden afgeschakeld, dan komt die vraag bij het ENB terecht.
Dat betekent dat het controlecentrum van het ENB alleen in uiterste noodzaak wordt ontruimd. Het gebouw is gasdicht en in de controleruimte kan worden gewerkt onder overdruk, zodat de operators geen last hebben van een gasincident in de omgeving. En moet er bij directe bedreiging van de persoonlijk veiligheid tóch worden ontruimd, dan zijn er voor de operators ademluchtsets beschikbaar, zodat zij het pand veilig kunnen verlaten. In zo’n situatie worden de besturingsfuncties van het ENB -controlecentrum elders op het terrein voortgezet op voorbereide noodwerkplekken.

Belangrijke ‘line of defence’

Die bhv-organisatie is met 1100 man een belangrijke ‘line of defence’ tussen de eerste laag van de operators en de inzet van de professionele bedrijfshulpdiensten. Gemiddeld worden jaarlijks circa 1250 bedrijfshulpverleners opgeleid of bijgeschoold door de bedrijfsbrandweer. Daarnaast worden nog 100 toezichthouders voor ‘hotwork’ en 100 reanimatievrijwilligers getraind.

Vorig jaar lag het aantal vanwege de impact van de coronapandemie duidelijk lager. Hoewel Tata Steel in al zijn geledingen veel maatregelen trof voor infectiepreventie, was het stilleggen van het scholingsproces volgens Van Amersfoort geen optie. “Vanuit het oogpunt van incidentbeheersing en bedrijfscontinuïteit kunnen we het ons in dit omvangrijke en complexe productiebedrijf absoluut niet permitteren om onze hulpverleners niet optimaal opgeleid en getraind te houden. Dus we hebben ons maximaal ingespannen om de cursussen en trainingen binnen veilige kaders voort te zetten. Inmiddels is het scholingsprogramma weer grotendeels op stoom. We zijn trots op onze bedrijfsnoodorganisatie, waarin de drie responslagen als radertjes in elkaar grijpen. Met het NIBHV-certificaat hebben we een heldere kwaliteitsmaatstaf voor de opleidingen en trainingen voor onze organisatie. We blijven continu investeren in de bhv-teams en bedrijfshulpdiensten waarop we bij incidenten moeten kunnen bouwen. We onderzoeken momenteel of we in de opleidingseisen van de bhv’ers meer kunnen differentiëren. Nu is het opleidingsprogramma van alle bhv’ers uniform, maar de kantooromgevingen op het terrein stellen andere eisen aan bhv dan productielocaties met specifieke werkprocessen en risico’s.” RJ//

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 86, vierde kwartaal 2021

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.