De kerstdagen komen er weer aan en dan ondergaat menig gebouw een ware metamorfose. Kerstbomen, verlichting, slingers en andere typische decemberdecoratie sieren woningen, maar ook zalen, gangen en publieksruimten in openbare gebouwen en instellingen. Maar wat betekent al die versiering voor de brandveiligheid?
Brandveiligheid is het domein van Bauke Knottnerus en Cindy Beckers van fire safety-expertisebureau Efectis Nederland. Hun visie: brandtesten en regelgeving dragen veel bij aan de veiligheid van feestdecoratie, maar of het in de praktijk ook echt brandveilig ís, wordt ook voor een groot deel bepaald door ‘gezond boerenverstand’ van gebouwbeheerders en hun (brand)veiligheidsspecialisten.
Wees extra alert in december
December is bij uitstek de periode in het jaar voor extra alertheid rond brandveiligheid; in de woonomgeving, maar ook in de horeca, zorgcentra, winkels en winkelcentra en andere publieke gebouwen. Gebouweigenaren en -gebruikers moeten ervoor zorgen dat de soms overdadige decoraties van natuurlijke materialen (dennengroen, kerstbomen) en kunststoffen niet leiden tot onacceptabele brandveiligheidsrisico’s. Want onveilige decoratieproducten kunnen een bron van brandgevaar zijn of tenminste de vuurlast in gebouwen vergroten.
Extra oplettendheid in deze periode is dan ook geboden, ook door bedrijfshulpverleners, die hun gebouwen goed kennen en die ook onveilige situaties kunnen signaleren. Zoals brandbare kerstversiering in ruimten waar veel mensen samenkomen, in vluchtroutes of daar in de buurt.
De ‘schaduw van Volendam’
Tot welke gevolgen brandonveilige decoratie kan leiden werd op dramatische wijze duidelijk tijdens de beruchte cafébrand in Volendam in de nieuwjaarsnacht van 2001. Door het ontsteken van een pakje sterretjes in het volgepakte café De Hemel vatte laaghangend droog dennengroen vlam, waarna een golf van vuur in enkele seconden het hele café vulde. Veertien mensen kwamen om en 241 mensen raakten gewond, van wie er 200 zeer ernstige brandwonden opliepen en gevaarlijke rook inademden. De eigenaar van het café bleek het rijkelijk aanwezige harsrijke dennengroen aan het plafond niet te hebben geïmpregneerd, met een bijna explosieve brandontwikkeling tot gevolg.
“De brand in Volendam was de aanleiding voor aanscherping van de regelgeving voor de brandveiligheid van decoratiematerialen”, vertelt Bauke Knottnerus, teammanager van het expertiseteam ‘Reaction to fire’ van Efectis. “Enkele jaren na de brand publiceerde de NEN de NTA-richtlijn 8007, een Nederlandse Technische Afspraak, bestemd voor zowel fabrikanten en importeurs als eindgebruikers van decoratiematerialen. De richtlijn beschrijft eisen voor de brandveiligheid van het product zelf, maar ook hoe ze veilig kunnen worden gebruikt, afhankelijk van het type ruimten en hun gebruiksfunctie.”

Foto: Efectis
Wie is verantwoordelijk?
De verantwoordelijkheid voor brandveiligheid in een publiek gebouw of een voorziening met kwetsbare bewoners en gebruikers berust te allen tijde bij de gebouweigenaar en de beheerder. Dus ook in de feestmaand december als het gebouw gezellig wordt aangekleed met uiteenlopende versieringen.
“Een stevige verantwoordelijkheid, maar lang niet alle gebouwbeheerders realiseren zich dat goed”, onderstreept Knottnerus.
De regelgeving biedt houvast, vult Cindy Beckers, manager van het expertiseteam aan: “De regelgeving omschrijft duidelijk wat onder ‘brandveilige decoratie’ wordt verstaan. De belangrijkste regelgeving is sinds vorig jaar het Besluit bouwwerken leefomgeving, Bbl, dat valt onder de Omgevingswet. Artikel 6.14 van het Bbl geeft aan dat decoratieve producten geen bijdrage mogen leveren aan het brandgedrag, als ze worden blootgesteld aan een ontstekingsbron. Dit artikel gaat over de brandbaarheid en het brandgedrag van de decoratieproducten zelf, wat een belangrijke basis is. De belangrijkste eis is dat een decoratieproduct bij blootstelling aan een ontstekingsbron maximaal 15 seconden mag ‘nabranden’ en maximaal 60 seconden mag nagloeien. Daarna moet het product vanzelf doven.”
Maar in bepaalde gebruikssituaties geeft het voldoen aan die eisen alleen niet genoeg veiligheidswaarborgen, verduidelijkt Cindy. “In ruimten waar meer dan vijftig personen aanwezig zijn, zoals horecavoorzieningen, of in gebouwen waar kwetsbare personen verblijven, moet de gebouwbeheerder meer doen om de brandveiligheid te waarborgen. Daar helpt de NTA 8007 bij. Bij het aanbrengen van de versiering moet goed worden gekeken naar mogelijke locatiespecifieke risico’s. In welke ruimte kun je natuurlijke of kunststof decoratie wel ophangen en waar niet? En op welke plek en op welke hoogte? Belangrijk is dat de decoraties in ieder geval buiten bereik van ontstekingsbronnen blijven en niet direct boven grote groepen mensen hangen.”
Testen op brandgevaar
Een van de specialisaties van Efectis is het testen en certificeren van materialen en producten op brandveiligheid. Efectis heeft hiervoor de beschikking over een hightech brandtestlaboratorium in Bleiswijk, waar zeer uiteenlopende materialen aan brandproeven worden onderworpen om hun brandgedrag vast te stellen. Van kledingstoffen en meubels tot bouw- en isolatiematerialen, speelgoed en… decoratieproducten.
Bauke Knottnerus: “Afhankelijk van de tijd van het jaar en bepaalde evenementen, krijgen we hier allerlei soorten producten binnen, met de vraag van fabrikanten en importeurs om ze te testen op brandveiligheid. Van vlaggetjes tot kunststof kersttakken en kerstballen. Vooral vanaf de zomervakantie krijgen we veel vragen voor brandtesten van kerstdecoratie. Dat is de periode dat die producten in de verkoop gaan. Wij merken dat fabrikanten en importeurs zich verantwoordelijk voelen voor het leveren van een veilig product. Zij hebben dan ook een zorgplicht tegenover hun klanten. Overigens wijzen consumentenorganisaties vaak op de slechte kwaliteit en slechte brandveiligheid van goedkope producten uit China, maar dat ligt genuanceerder; ook vanuit Europese lidstaten met hun strenge veiligheidsregelgeving zien we af en toe producten langskomen die niet goed uit de testen komen.”
Drie soorten ontstekingsbronnen
Voor de beoordeling van het brandgedrag van materialen, wordt gewerkt met drie standaard ontstekingsbronnen van verschillende grootte. De hoeveelheid energie die nodig is om een product, bijvoorbeeld een kunststof kerstboom, te ontsteken en tot volledige ontbranding te brengen, bepaalt de zogeheten brandklasse van het product. Brandklasse C is de kleinste ontstekingsbron, een aansteker. Brandklasse A heeft het formaat van een prullenbak gevuld met 1 kilogram hout.
“Als een product niet ongeschonden door de test voor brandklasse C komt, hoef je niet verder te testen, want dan voldoet hij zeker niet aan klasse A”, verduidelijkt Knottnerus, die aangeeft dat in het brandtestlaboratorium in Bleiswijk kerstbomen tot een hoogte van 2 tot 3 meter aan een brandtest kunnen worden onderworpen. Voor grotere voorwerpen en testoppervlakken moet gebruik worden gemaakt van testlaboratoria van Efectis in het buitenland.
Versiering wordt steeds overdadiger
Bauke Knottnerus en Cindy Beckers zien de afgelopen jaren een trend naar steeds grotere en overdadige versieringen in de gebouwde omgeving. Met de bestaande regelgeving voor brandveilige materialen en validatie via brandtesten zou de veiligheid van die uitbundige decoraties voldoende moeten zijn gewaarborgd. Knottnerus plaatst de kanttekening dat niet alle producten worden getest en dat er vrijwel zeker producten in omloop zijn die niet met een goed resultaat door de brandtesten zouden komen.
“Consumenten staan doorgaans niet stil bij brandrisico’s. Die zien vooral leuke en gezellige versieringen om hun huis of werkomgeving mee aan te kleden. Als zij die decoraties kopen bij een bouwmarkt of tuincentrum, letten ze niet op keurmerken en veiligheidscertificaten.”

Foto: Efectis
Tips en adviezen van Efectis
Welke tips en adviezen hebben de experts van Efectis voor gebouwbeheerders en verantwoordelijken voor de veiligheid, zoals brandveiligheidsadviseurs en bhv’ers?
Cindy Beckers: “Denk om te beginnen goed na over welke materialen je aanschaft en zorg ervoor dat decoratiematerialen niet in de directe omgeving van een potentiële ontstekingsbron worden geplaatst. En bedenk daarbij dat niet alleen de decoratie zelf de bron kan zijn, bijvoorbeeld door een kaars of verlichting, maar dat die bron ook in het gebouw zelf kan zitten. Zoals een defecte of verkeerd gebruikte stroomverdeeldoos. Verder is het belangrijk oog te hebben voor de ruimte waarin de materialen worden opgehangen of geplaatst; bij voorkeur niet in een vluchtroute en nabij een nooduitgang. Eigenlijk komt het gewoon neer op je gezonde boerenverstand gebruiken. En op materialen met een brandveiligheidscertificering uiteraard.”
Bauke Knottnerus vult nog aan dat zowel voor kunststof als voor natuurlijke decoratiematerialen brandveiligheid begint met het behandelen met brandvertragende middelen. Bij meerjarig gebruik moet dan wel worden getest of die brandvertraging nog steeds effectief is of dat de materialen opnieuw moeten worden geïmpregneerd.
Demonstratiefilmpjes
“Vooral natuurlijke kerstbomen zijn gevoelig voor uitdroging, waarbij ze, als ze niet geïmpregneerd zijn, in seconden tijd in een toorts kunnen veranderen. Op YouTube staan heel leerzame demonstratiefilms die laten zien hoe snel een brandende kerstboom de hele kamer in vuur en vlam zet. Grootte doet er ook toe. Bedenk bij je keuze voor een kerstboom in een ruimte waar veel mensen samenkomen dat een boom van acht meter hoog ook acht meter brandenergie betekent.”