Veiligheid op de werkvloer begint met preventie. Hoe meer voorzorgsmaatregelen er zijn getroffen, des te kleiner de kans op calamiteiten. En mocht zich ondanks dat toch een calamiteit voordoen, dan blijft dit beperkt tot bijvoorbeeld een beginnend binnenbrandje.
Dit principe is terug te vinden in het zogeheten vlinderdasmodel dat gebaseerd is op de duidelijke visualisatie van preventieve en repressieve maatregelen. Onder preventieve maatregelen valt het ontwerpen, aanleggen en plaatsen van bijvoorbeeld brandmeldinstallaties, rookmelders, ontruimingsinstallaties, rookwarmteafvoersystemen en sprinklersystemen. Hulpverleners, de bhv’ers als eersten, kunnen in zo’n geval snel in actie komen met de juiste repressieve middelen. Hoe meer preventieve en repressieve maatregelen een bedrijf treft, hoe kleiner het risico voor de bhv’er.
De Arbowet schrijft voor dat organisaties en bedrijven hun bedrijfshulpverlening goed hebben georganiseerd bij een calamiteit. Dit betekent in de praktijk dat bhv’ers:
- uitgerust zijn met de juiste middelen.
- theoretisch en praktisch zijn opgeleid en jaarlijks op herhaling gaan.
- regelmatig oefenen op de werkplek.
Mijn advies: organiseer regelmatig een ontruimingsoefening. Juist dit soort oefeningen zorgt ervoor dat een organisatie in staat is om doeltreffend in actie te komen in geval van een calamiteit. Mensen moeten weten én ervaren hoe het werkt, welke afstand ze moeten houden, wat het effect is van een blusmiddel, hoeveel tijd een actie kost, et cetera. Opleiden begint met theorie, maar pas in de praktijk leert iedereen hoe het echt voelt. Het gewicht van de brandblusser, de werking ervan en de hitte die vrijkomt bij brand zijn daarbij aansprekende voorbeelden.
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft de wettelijke taak om te inspecteren op grond van de Arbowet of een werkgever aan de bhv-verplichtingen voldoet.
Mocht er een calamiteit of arbeidsongeval hebben plaatsgevonden met slachtoffers, dan kunnen de Nederlandse Arbeidsinspectie en de verzekeringsmaatschappij een onderzoek instellen. Het ontbreken van een (adequate) bhv-organisatie zal daarbij zeker van invloed zijn op bijvoorbeeld de aansprakelijkheid en de eventuele schadevergoeding door de verzekeraar.
Bij een goed samenspel van preventieve en repressieve maatregelen is iedereen gebaat: medewerkers, andere gebruikers van een pand, bezoekers én de bedrijfshulpverleners! U wist het al, vertel het door aan anderen. Dank!
Koos Pulleman
Directeur NIBHV