Een groot deel van de 270.000 burgerhulpverleners wordt niet meer opgeroepen om iemand te reanimeren. 30 procent van deze groep heeft namelijk geen opfriscursus gevolgd of niet recent iemand gereanimeerd, waardoor ze niet voldoen aan de vereisten van een burgerhulpverlener. Dat blijkt uit cijfers van HartslagNu, het reanimatie-oproepsysteem, die zijn opgevraagd door de NOS.
De afgelopen jaren nam het aantal burgerhulpverleners juist flink toe. Zo is het sinds vorig jaar mogelijk dat overal in Nederland iemand binnen 6 minuten gereanimeerd kan worden. Het verlies van zo’n 80.000 burgerhulpverleners sinds de ingang van het nieuwe jaar brengt daar verandering in.
Opgeleid om te reanimeren
Een burgerhulpverlener is opgeleid om een persoon te kunnen reanimeren. Als aan de criteria wordt voldaan, kan een burgerhulpverlener zich opgeven voor het oproepsysteem van HartslagNu. Bij een hartstilstand worden gemiddeld tachtig burgerhulpverleners opgeroepen die in de buurt zijn. Zij kunnen de patiënt reanimeren voordat er een ambulance ter plaatse is, wat de kans op overleven vergroot. Per dag worden er gemiddeld bijna 3000 burgerhulpverleners opgeroepen in Nederland.
Jaarlijks een opfriscursus vereist
Om burgerhulpverlener te zijn is het vereist om jaarlijks een opfriscursus te volgen. Kennis en kunde over het reanimeren wordt tijdens zo’n cursus bijgespijkerd. Door de beperkingen van de coronapandemie was dit twee jaar lang niet mogelijk, waardoor de vereiste van de opfriscursus verviel. Inmiddels is het weer een jaar mogelijk om reanimatielessen te volgen. Toch hebben veel burgerhulpverleners dat niet gedaan, waardoor ze niet meer worden opgeroepen bij een reanimatie.
“De coronapandemie speelt een belangrijke rol”, stelt Aart Bosmans, bestuurder van oproepsysteem HartslagNu. “Voor de pandemie zat het bij mensen in het systeem om een opfriscursus te volgen. Die gewenning is nu verdwenen. We hebben meerdere keren een herinnering gestuurd naar de mensen, maar dat heeft helaas niet het gewenste effect gehad.”
Mensen overtuigen
“De impact van het wegvallen van 30 procent van de burgerhulpverleners zou mee kunnen vallen”, vervolgt Bosmans. “Het is namelijk zo dat we de niet-actieve burgerhulpverleners niet meer oproepen. Zij hebben namelijk geen opfriscursus gevolgd of zijn niet recent bij een reanimatie geweest. Dit zal dus niet betekenen dat er 30 procent minder burgerhulpverleners op een melding afkomen.”
HartslagNu gaat onderzoeken hoe mensen overtuigd raken toch nog een opfriscursus te gaan volgen. Voormalige burgerhulpverleners die alsnog een reanimatiecursus volgen, en dat invoeren in het oproepsysteem, worden namelijk weer opgeroepen als ze nodig zijn bij een hartstilstand.