Dolle stieren, grote tractoren en potentieel gevaarlijke machines. Ieder jaar vinden er in de agrarische sector meer dan 400 zware ongevallen plaats, veel daarvan in de melkveehouderij. Om deze situatie te verbeteren, is de campagne BoerVeilig gestart, een ZuivelNL project waarin alle belangrijke sectorpartijen samenwerken.
Het is een van de verhalen op de site boerveilig.com. Een boer inspecteert op zijn quad de grasgroei in een weiland, maar dan valt zijn oog op een vrachtwagen die vanwege een evenement over zijn land rijdt. Zal die geen sporen achterlaten in het gras? Terwijl hij het voertuig in de gaten houdt, wijkt hij uit naar rechts. Iets te veel. En dan gaat alles heel snel. Hij belandt in een greppel, slaat over de kop en wordt van zijn quad geslingerd. Het resultaat: meerdere botbreuken en een open bovenbeen. Zelfs nu, twee jaar later, heeft hij er nog af en toe last van.
Een treurig verhaal natuurlijk, maar melkveehoudster Marloes van Schaik is toch blij dat de man het wilde vertellen. “Veel ondernemers in de melkveehouderij schamen zich hiervoor, ze vinden het een vorm van falen. Maar tegelijk kent iedereen wel iemand die zo’n ongeval met letsel heeft meegemaakt. Geen wonder: als jij een bedrijf bezit met meer dan 50 ha, kun je je land niet onderhouden op de fiets. Dan ben je aangewezen op zo’n quad, en zo’n quad kan in een greppel rijden, want die greppels heb je weer nodig om het water af te voeren. Dit kan iedereen overkomen, en dus ben ik blij dat we zulke verhalen kunnen plaatsen en dat anderen ervan kunnen leren.”
BoerVeilig
Van Schaik heeft hier belang bij, want behalve melkveehoudster is zij ook projectleider van BoerVeilig. De naam suggereert het al: die veiligheid is in de agrarische sector niet gegarandeerd. Met je quad over de kop slaan, het is slechts een van de risico’s. Boeren werken vaak met levende dieren en grote bewegende machines. Dit maakt het werk risicovol. Ieder jaar vinden er honderden incidenten plaats met ernstig letsel en ieder jaar leidt dat tot zo’n 15 dodelijke slachtoffers. Het project wil ervoor zorgen dat boeren zich van de risico’s bewust worden en hier actief naar gaan handelen. Zodat het aantal ongevallen afneemt.
We zagen het hierboven, de risico’s zijn divers. Kijk bijvoorbeeld naar een ander verhaal op de website: een boer die op de hoorns werd genomen van een boze stier en daar tot op de dag van vandaag de gevolgen van voelt. Ook dit is volgens Van Schaik geen uitzondering. “Mensen die die stieren fokken, kennen ze natuurlijk door en door, maar ook dan loop je risico’s. Zo’n dier kan plotseling agressief worden. Daar komt nog bij dat een boer vaak in zijn eentje werkt. Dus als er wat gebeurt, duurt het meestal een hele tijd voordat iemand te hulp kan schieten.”
Volgens Van Schaik is het lastig om die risico’s te ondervangen. “Zo’n stier is alleen rustig te krijgen door hem te castreren – maar dan heb je er niks meer aan. Daarom wordt er vaak gewerkt met kunstmatige inseminatie. Dat is duurder dan zelf een stier houden, want het sperma is afkomstig van stieren wiens nakomelingen nauwkeurig zijn gekeurd. Als dan blijkt dat die nakomelingen veel melk produceren met goede vet- en eiwitgehaltes, dan stijgt die sperma in waarde. Het voordeel voor de boeren is dat ze natuurlijk waar voor hun geld krijgen. Bovendien kunnen ze veel veiliger werken.”
Robot
Koeien zijn wat dit betreft veel veiliger. “Natuurlijk”, zegt Van Schaik, “ook die kunnen weleens onrustig worden, vooral als ze pijn hebben of net een kalf hebben gekregen. Maar het voornaamste risico bij het melken zit hem in de lichamelijke belasting. Je staat lang in dezelfde houding en het is best zwaar werk. Mede daarom hebben wij gekozen voor een melkrobot. Dat hele melkproces gaat nu automatisch: de koeien kunnen in principe zelf bepalen wanneer het weer tijd is. Bovendien levert zo’n robot waardevolle data: bijvoorbeeld dat die ene koe al een tijd niet langs is geweest. Zou die soms kreupel zijn? Of dat die andere koe opeens minder melk geeft – dat kan duiden op ziekte. Handig dus, maar natuurlijk kan ook het werken met robots leiden tot ongevallen. Als er bijvoorbeeld iets niet naar behoren werkt, moet je ze wel eerst uitschakelen voordat je er mee aan de slag gaat.”
Ouderen en kinderen
Tot nu toe hebben we het gehad over risico’s waar iedere melkveehouder aan wordt blootgesteld. Maar er zijn twee groepen die een nog grotere kans lopen op ongevallen: ouderen en kinderen. “Bij ouderen ligt dat voor de hand”, zegt Van Schaik. “Zij overschatten hun eigen kunnen. Vaak is het voor hen bijvoorbeeld moeilijker om hun evenwicht te bewaren. En als ze vallen, zullen ze sneller iets breken. Wat die kinderen betreft: die zien geen gevaar, waardoor ze het risico lopen om uit een hooiberg te vallen of overreden te worden door een tractor op het erf. Ja, dat laatste komt helaas ook voor. Zo’n tractor is zo groot dat de bestuurder iemand over het hoofd kan zien. Natuurlijk, met allerlei technische snufjes kun je hem veiliger maken. Maar dat is wel heel duur.”
Te duur
Daarmee zijn we aanbeland op een belangrijk aspect: de kosten. Volgens Van Schaik spelen die in de agrarische sector een belangrijke rol. “De inkomenspositie van boeren staat al jaren onder druk. De opbrengsten uit de verkoop van melk stijgen nauwelijks, terwijl de kostprijs toeneemt door hogere duurzaamheidseisen. Zoals het aantal m2 per dier. Dan kun je ervoor kiezen om minder dieren te houden, of je stal te vergroten. Maar minder dieren geven minder opbrengsten, een grotere stal brengt veel kosten met zich mee. De wil is er zeker wel onder de melkveehouders, maar de rek is eruit. Dat betekent ook dat er weinig geld is om processen veiliger te maken en dat je dus moet kiezen voor goedkopere, praktische oplossingen.”
Bewust maken van risico’s
Daarmee zijn we terug bij het project BoerVeilig. Zoals gezegd wil dat boeren van de risico’s bewust maken. “We gaan absoluut niet met een vingertje wijzen”, zegt Van Schaik. “In plaats daarvan zijn we een campagne gestart, waarin we mensen hun verhaal willen laten vertellen. Daarmee kun je de andere boeren laten inzien wat ze beter kunnen vermijden. We maken gebruik van een website, van (online) informatieavonden, maar ook van bijvoorbeeld stickervellen. Daarop staan icoontjes met waarschuwingssignalen. We moedigen gezinnen aan om die te plakken op onveilige plekken en er over te praten. Boeren kunnen online testen hoe veilig hun bedrijf is. Vaak denken ze: het zal bij mij wel meevallen, het zal mij niet overkomen. En die gedachte helpt niet om het risico te verkleinen. Wij spreken de taal van de boer, en van boer tot boer werkt toch het krachtigst.” PP//
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Veiligheid 82/83, vierde kwartaal 2020