Op een regenachtige dag krijg ik als ambulanceverpleegkundige samen met mijn collega een melding van een ongeval met een tractor. De tractor ligt op zijn kant onder aan een dijk. Het regent pijpenstelen, het is schemerig, er is nogal wat modder en er loopt nieuwsgierig vee in de wei. Niet de ideale situatie om een hulpverlening te doen en zeker anders dan in een trainingslokaal. We glibberen naar beneden, alles zit onder de modder, we zijn koud en nat en het is een flinke klus om het slachtoffer in de ambulance te krijgen, zonder zelf uit te glijden.
Hoe kun je je hier op voorbereiden? Door te trainen onder omstandigheden waarin je ook moet werken. Je kunt niet alle situaties nabootsen die je tegen kan komen, maar competenties als anticiperen en improviseren kunnen in mijn vak levensreddend zijn. Mijn vak vraagt vaardigheden om te werken onder soms bizarre omstandigheden en te presteren onder druk. De realiteit is soms niet te verzinnen, maar het gebeurt. In deze situaties – zoals met de tractor – wordt dezelfde zorg verwacht als normaal.
Ook voor bedrijfshulpverleners (en burgerhulpverleners) geldt dat. Die reanimatie kun je aanleren in een mooi verlicht lokaal met alle ruimte, maar de realiteit is anders. De meeste reanimaties vinden thuis plaats. Bij een burgerhulpverleningsoproep van HartslagNu moet je op een onverwacht moment, dat nooit uitkomt, jezelf verplaatsen en navigeren naar een locatie. En vervolgens een wildvreemd huis in, soms zelfs een slaapkamer (is best een drempel). Je wordt geconfronteerd met de eerste rauwe emoties van familie, om daarna bijvoorbeeld een slachtoffer van 100 kg uit bed te slepen en de reanimatie te starten in diezelfde slaapkamer met weinig ruimte. Dat is andere koek dan het mooie trainingslokaal! Dit is de reden dat er na vaardigheidsonderwijs overgestapt wordt op scenario-onderwijs. Ook een zwembadmedewerker werkt onder andere omstandigheden dan iemand op kantoor. Ik krijg het altijd behoorlijk warm bij een hulpverlening in een zwembad of laat staan een sauna. Niet alleen de omgevingstemperatuur, maar ook het uitzicht vraagt dan aanpassing.
Trainen in de omstandigheden waarin je werkt wordt nogal eens belemmerd door de angst voor de veiligheid. Natuurlijk moet je veilig trainen en wil ik dat er niemand gewond raakt. Maar dat botst soms met de noodzaak om collega’s voor te bereiden op de realiteit. Hoe kan ik mijn collega’s voorbereiden op de gevolgen van een aanslag als ik niet eens rook of bloed mag gebruiken? Massaal bloedverlies vraagt een massaal bloedgebruik. Een mens heeft wel een paar liter, maar ik krijg een ‘nee’ omdat de muren zo mooi wit zijn. Hoe je omgaat met een patiënt met een ‘exited delerium syndrome’ vraagt oefenen met een extreem agressieve trainingsacteur. Dat brengt risico’s met zich mee. Een militair moet werken onder vuur. Maar als hij nooit geoefend heeft onder scherp vuur, hoe kan hij dat dan leren?
Is het juist niet onveilig als je geen gereedschap krijgt om in de bizarre wereld te opereren? Slaan we soms niet een beetje door in het veiligheidsdenken. Dus train realistisch, maak samen een juiste en veilige afweging en bouw waarborgen in, ook al lijkt het scenario buitensporig. Dan ben ik in de toekomst misschien meer voorbereid op die glibberige dijk en nieuwsgierige koeien en die patiënt die volledig doordraait en met ontbloot bovenlijf op ons afkomt.
Ruben Verlangen is docent & ambulanceverpleegkundige