Skip to content Skip to footer

Noodorganisatie Meander Medisch Centrum krijgt de vuurdoop

Het oefenen van een ontruiming is een must voor ieder ziekenhuis. Maar dan wel zo dat de doelen kunnen worden behaald zonder het zorgproces te verstoren. Die puzzelstukjes vielen mooi op hun plaats bij een grootschalige ontruimings- en brandbestrijdingsoefening in Meander Medisch Centrum in Amersfoort, eind februari.

De oefening in het Amersfoortse ziekenhuis droeg de titel ‘Vuurdoop’. Toepasselijk, want voor een groot aantal deelnemers was het de eerste keer dat zij op zo’n grote schaal en op zoveel niveaus gelijktijdig de praktijk van een noodscenario in een ziekenhuis oefenden. De oefening werd na afloop als leerzaam betiteld voor alle deelnemende partijen: de bedrijfshulpverlening, de crisismanagementorganisatie én de deelnemende brandweereenheden van de Veiligheidsregio Utrecht.

Regelmatig trainen en oefenen

Harry Lip, adviseur veiligheid en hoofd bhv bij Meander MC, licht toe: “In onze organisatie kennen we een cyclus van drie jaar waarin we medewerkers praktisch trainen met achtereenvolgens e-learning, een ontruimingstraining en een brandbestrijdingstraining. De BHV+ oefent vijf dagen per jaar en ploegleiders zes dagen per jaar. Eens in de vijf jaar oefent de bhv-organisatie met de brandweer.”

Oefenen met de brandweer.

“Vanwege de coronapandemie en om organisatorische redenen is het alweer heel wat jaren geleden dat we zo’n grootschalige oefening met de brandweer hebben gehouden. Omdat er ondertussen veel nieuw medisch personeel is ingestroomd en er ook verloop is geweest in de bhv-organisatie, was dit voor een flinke groep mensen een nieuwe praktijkervaring.”

Oefening voor complete noodorganisatie

Niet alleen de schaal van de oefening was volgens Lip bijzonder, het feit dat de crisismanagementorganisatie van het ziekenhuis op tactisch en strategisch niveau mee oefende, gaf de oefening een extra dimensie. “Het oefenplan behelsde aanvankelijk alleen het oefenen van de bhv-organisatie en de samenwerking met de brandweer. Nadat we met een werkgroep het oefenplan en het scenario hadden uitgewerkt, legden we het voor aan de raad van bestuur van het ziekenhuis. Bij hen bleek een sterke behoefte te bestaan om ook het crisismanagementteam bij de oefening te betrekken. Uiteindelijk wilde zelfs de directie op beleidsteamniveau mee oefenen, terwijl ook vanuit de brandweer nog extra functies aansloten, zoals de operationele woordvoering. Zo kreeg de oefening een steeds grootschaliger karakter en werd het in principe een scenario-oefening voor de complete ziekenhuisnoodorganisatie.”

De oefening werd grondig voorbereid om het risico van verstoring van de reguliere patiëntenzorg tot een minimum te beperken. Als Ground Zero diende een dagverplegingsafdeling, waar gedurende de avond geen activiteiten plaatsvinden en die voor de oefening tijdelijk werd ingericht als verpleegafdeling voor 18 patiënten. Patiënten en bezoekers werden over de oefening geïnformeerd via posters, mededelingen op beeldschermen en via uitgedeelde flyers bij de hoofdingang.

Lip: “Brandweerwagens rond het ziekenhuis en brandweerlieden in volledige uitrusting in de gangen kunnen bij patiënten en bezoekers tot ongerustheid leiden als ze niet weten dat het een oefening betreft. Die onnodige zorg wilden we voorkomen met een goede informatiecampagne.”

De brand begon in een scootmobiel.

Scenario: brand in scootmobiel

Het scenario voor de oefening betrof een brand in een elektrische scootmobiel in een hal op de zevende etage, met via een naastgelegen werkkast en leidingschacht doorslag naar de bovenliggende technische verdieping. Een niet ondenkbeeldig brandscenario, want naast scootmobielen en elektrische rolstoelen is in de ziekenhuisomgeving zeer veel (medische) apparatuur in gebruik die is voorzien van lithium-ion-batterijen, die in zeldzame gevallen tot ontbranding kunnen komen.

Volgens het scenario moesten twee technische medewerkers op de zevende etage en in de bovenliggende technische ruimte, door de brandweer worden gered. Maar het hoofddoel van de oefening, voor de bedrijfshulpverlening en het verplegend personeel, was het ontruimen van de patiëntenkamers op de afdeling. Die bevonden zich in drie brandcompartimenten, begrensd door zelfsluitende branddeuren en rookwerende gordijnen. Een scenario in de categorie ‘alle hens aan dek’ voor de bhv’ers en het deelnemende verplegend personeel.

Scenario met grote impact en tijdsdruk

Het bleek voor de deelnemers een zeer pittig scenario met grote impact en tijdsdruk. De bhv’ers die als eerste arriveren, verkennen de situatie, roepen door de gesloten branddeuren eventuele aanwezigen aan en krijgen respons van een gewonde monteur. Onbereikbaar voor de onbeschermde bhv’ers. De reactie wordt opgemerkt en de info wordt doorgegeven aan de ploegleider bhv en het hoofd bhv. De redding is voor de brandweer.

Patiënten worden via de trappen geëvacueerd.

Ondertussen kunnen bhv’ers en verpleegkundigen in een deel van de afdeling waar de rook nog niet te dicht is, nog enkele patiëntenkamers ontruimen. Heel alert sluiten de ontruimers de deur van de kamer achter zich, terwijl ze binnen snel de op bed gelegen patiënt gereed maken voor ontruiming. Zo kan de rook niet de kamer binnendringen. Snelle controle: welke noodzakelijke apparatuur moet mee op het bed? En dan gáán, de gang op en zo snel mogelijk door het rookwerend gordijn en de brandscheiding. Niet naar het aansluitende brandcompartiment, maar een compartiment verder, om tijd te winnen. Zo worden door een groeiend legertje bhv’ers en verplegend personeel alle patiëntenkamers in volgorde van risico, vanaf de bron van het incident naar buiten, een voor een systematisch ‘leeggereden’.

Informatie is cruciaal

Als de brandweer arriveert, vindt in een veilig compartiment op de etage waar de brand is, snel afstemmingsoverleg plaats met de ploegleider bhv. Die geeft de bevelvoerder van de brandweer alle relevante informatie over zwaartepunten, nog aanwezige patiënten of anderen waar de bhv niet meer bij kan, de status van de ontruiming en de aard van de brandhaard. Die informatie is cruciaal voor besluitvorming over de inzet. De bevelvoerder wil overzicht van de afdeling met alle ruimten, functies en aanwezigen. De tablet van het hoofd bhv bevat die informatie.

Er gebeurt veel, heel veel tegelijk en ook dat is een oefendoel. De patiënten moeten, zo nodig met voor hen belangrijke medische apparatuur, uiteindelijk vanuit de hallen aan de uiteinden van de afdeling verticaal naar beneden worden gebracht. Dat kan niet met de liften, want slechts één lift is in gebruik, als brandweerlift voor de brandweer, die daar met manschappen en blusmateriaal naar boven moet. Zullen die twee processen niet met elkaar in conflict raken? Een kwestie van afstemming, met oog voor elkaars belangen.

Er gebeurt heel veel tegelijkertijd.

Einde oefening

In de hectiek van de inzet gaat dat toch vrij goed. Het is vol in de hal bij de brandweerlift, maar alle ‘bloedgroepen’ kunnen hun eigen ding doen. Slangen worden aangesloten op de vaste blusleiding in het trappenhuis, de brandweerploegen gaan de brandhaard te lijf en redden de twee monteurs. Als de brandweer alle mensen aan het werk heeft, mag na overleg met de bevelvoerder de brandweerlift ook worden gebruikt om de resterende aan bed gebonden patiënten naar beneden te brengen. Dan hebben al heel wat oefenpatiënten op ‘spartaanse’ wijze, via een Evac-chair of zelfs liggend op een matras, omzoomd door bhv’ers, hun weg via de trap naar beneden gevonden. De uitputting is na ruim een uur zwoegen van de gezichten af te lezen. Dan komt het verlossende sein ‘einde oefening’. Brandweer en bhv’ers leggen hun werk neer en ruimen snel op. Tijd om de balans op te maken.

Ervaringen en lessen

Terugkijkend op de voor Meander MC unieke oefening, deelt hoofd bhv Lip de eerste indrukken. De echte evaluatie volgt nog. Voor Lip was dit het laatste grote wapenfeit in zijn veertig jaar lange bhv- en veiligheidscarrière in het ziekenhuis, want hij gaat binnenkort met pensioen. Daarom sluit ook zijn opvolger Ed de Groot aan bij het delen van de eerste indrukken en ervaringen.

Lip: “Het was een zeer pittige oefening, omdat er in korte tijd heel veel tegelijk gebeurde en er grote druk stond op de ontruiming. Vooral de ploegleider had uitdagingen. Er kwam heel veel op hem af aan informatie en hij had ontzettend veel te regelen. Een les voor hem, het was ook zijn eerste praktijkontruimingsoefening, is dat hij nog moet leren om taken te delegeren. Verder bleek tijdens deze oefening hoe cruciaal goede informatie-uitwisseling is. Tussen de bhv-organisatie en de brandweer, maar ook binnen de bhv en via de ploegleider en hoofd bhv naar het crisismanagementteam. Belangrijk is dat alle niveaus voortdurend hetzelfde beeld hebben van de situatie en dat de informatie ook geverifieerd wordt.”

Alle hens aan dek voor de bhv’ers en het deelnemende verplegend personeel.

Verifiëren van informatie is cruciaal

Dat leermoment herkent ook Ingeborg van Daal, die als adviseur crisisbeheersing zitting had in het operationeel team van de crisismanagementorganisatie van Meander. “Verifiëren van informatie is cruciaal voor het besluitvormingsproces, om de juiste acties op het juiste moment in gang te zetten. Nu kwam op enig moment een bericht bij het crisisteam op tafel dat er rookontwikkeling in meerdere delen van het gebouw buiten het oorspronkelijk betrokken bouwdeel zou zijn. Dat leidde uiteraard tot het besluit die gedeelten dan ook te ontruimen, terwijl uiteindelijk bleek dat daar helemaal geen rookontwikkeling was. Een leerpuntje voor het informatieproces in de keten van onze noodorganisatie.”

“De oefening was voor ons crisismanagementteam heel leerzaam”, vervolgt Ingeborg van Daal. “Goed om het proces van beeld-, oordeels- en besluitvorming parallel aan een operationele ontruimingsoefening te oefenen. Voor ons is vooral van belang snel een beeld te krijgen van de situatie: wat is de aard en omvang van het incident? En welke impact heeft dat op de continuïteit van de zorg? Welke processen kunnen wel doorgaan en welke niet? Om dat beeld helder te krijgen is van belang dat je de juiste mensen aan tafel hebt. Uiteraard het hoofd bhv, maar ook verantwoordelijken voor de zorg, de techniek en facilitaire diensten. We hebben met elkaar een goede oefening gehad.”

Samenwerking met de brandweer

De Groot vult aan: “Het belang van goede informatiedeling is er ook in de samenwerking met de brandweer, wat bij deze oefening een belangrijk oefendoel was. Dan gaat het vooral om informatie over patiënten en de voor hen belangrijke medische aansluitingen, zoals zuurstof, infusen en monitoren. Onze bhv’ers zijn per afdeling specifiek opgeleid en getraind en weten welke apparatuur bij een ontruiming wel vitaal is voor de patiënt en welke niet. Maar als je als bhv’er een patiënt niet meer kan bereiken vanwege de rook of hitte, moet de brandweer de ontruiming uitvoeren. Die weten niet welke aansluitingen essentieel zijn. Je kan in ieder geval niet zomaar slangen en kabels los gaan trekken. Overleg en afstemming tussen zorg, bhv en brandweer moeten snel maar ook zorgvuldig, om ervoor te zorgen dat de juiste dingen gebeuren, in het belang van de patiënt. Omdat daadwerkelijke incidenten met ontruiming in ziekenhuizen zeer zeldzaam zijn is het belangrijk die processen met enige regelmaat met elkaar te oefenen.”

Reageer op dit artikel

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.