In oktober 2024 vond in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam een grootschalige calamiteitenoefening plaats. Patrick Molendijk en Serge Veldhuizen, adviseurs crisisbeheersing & BHV bij het ziekenhuis, vertellen over de lessons learned.
Bijna honderd mensen in het Maasstad Ziekenhuis werkten in oktober 2024 mee aan een van de grootste calamiteitenoefeningen die ooit in een ziekenhuis in de regio Rijnmond plaatsvonden. Medewerkers van het ziekenhuis, mbo-studenten, medisch acteurs, de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de politie en het quick response team (QRT) van de brandweer namen deel aan de oefening, die in het teken stond van een ernstig geweldsincident. In het scenario kreeg het ziekenhuis te maken met een grote toestroom van gewonden en gewelddadige schutters.
“We organiseren vier tot vijf keer per jaar een grootschalige calamiteitenoefening voor verschillende disciplines, waaronder de bhv. Vaak zijn daarbij externe partijen betrokken, waaronder de brandweer of politie”, vertelt Serge Veldhuizen, adviseur crisisbeheersing & BHV bij het Maasstad Ziekenhuis. “De oefeningen zijn doorgaans gericht op de situatie op een specifieke afdeling in het ziekenhuis, zoals een laboratorium of de intensive care. Voor bhv’ers organiseren we twee keer per maand een kleinschalige oefening, met een specifieke calamiteit als het centrale thema. In een korte tijd oefenen de deelnemers met het gebruik van portofoons, de routing in het ziekenhuis, de omgang met slachtoffers, het optreden bij brand en de ontruiming van een locatie.”
Een gedeelde wens om te oefenen
Een van de aanleidingen voor de omvangrijke calamiteitenoefening in oktober was de schietpartij in het Erasmus MC op 28 september 2023. De politie arresteerde de verdachte onder het heliplatform van het ziekenhuis, dat ook te maken kreeg met een brand. Een van de drie dodelijke slachtoffers was docent aan het Erasmus MC én het Maasstad Ziekenhuis.
“Het incident bracht een grote schok teweeg in Rotterdam, en leidde tot veel vragen over onze voorbereidingen op het risico van een extreem geweldsincident”, vertelt Patrick Molendijk, adviseur crisisbeheersing & BHV en crisiscoördinator. “We zien in het ziekenhuis ook een toename van ernstige geweldsincidenten. Bijvoorbeeld op de Spoedeisende Hulp, waar soms zelfs de politie moet optreden. Daarom wilden we een situatie simuleren met een groot aantal slachtoffers en de inzet van diverse externe specialistische hulpdiensten. We hebben goede contacten met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, en we ontdekten dat de politie de wens had om te oefenen in een ziekenhuisomgeving. Daardoor ontstond het idee van een multidisciplinaire, grootschalige calamiteitenoefening in het Maasstad Ziekenhuis.”
Draaiboeken en flexibiliteit als basis
Het Maasstad Ziekenhuis is een topklinisch ziekenhuis – met 600 bedden – in Rotterdam-Zuid. Jaarlijks bezoeken 500.000 patiënten de poliklinieken. Veldhuizen en Molendijk adviseren de 250 bhv’ers, tien ploegleiders bhv en de crisisbeheersorganisatie van het ziekenhuis. De voorbereiding op de calamiteitenoefening in oktober duurde ruim zes maanden.
“Het is een uitdaging om de verschillende agenda’s op elkaar af te stemmen”, licht Veldhuizen toe. “Alle deelnemende partijen hebben specifieke doelstellingen en draaiboeken, en dat moet allemaal in elkaar passen. Tegelijkertijd weet je dat het in de praktijk altijd nét iets anders verloopt dan je verwacht. Dat vraagt om veel onderling vertrouwen in een goede afloop, en een flexibele insteek.”
De medewerkers van het ziekenhuis zijn van tevoren alleen op de hoogte gesteld dat er een oefening zou plaatsvinden, waarbij externe hulpdiensten aanwezig zouden zijn. Om overlast te voorkomen voor patiënten die naar de dagbehandeling komen, vindt de oefening ‘s avonds plaats, aan de achterkant van het pand. De aanwezigen worden via posters en enkele politiemedewerkers geattendeerd op de situatie.
Twee oefeningen in één
Bijzonder aan de recente calamiteitenoefening in het Maasstad Ziekenhuis is niet alleen de grootschalige aanpak, maar ook de multidisciplinaire insteek, aldus Molendijk. “Eigenlijk waren het twee oefeningen in één. Het scenario startte met een schietincident op het treinstation vlak bij het ziekenhuis, waardoor er plotseling een groot aantal slachtoffers toestroomt. Onder de slachtoffers zijn ook medewerkers. Vervolgens blijkt dat de drie schutters zich op verschillende plaatsen in het ziekenhuis bevinden. Een dergelijke situatie vraagt het uiterste van de bhv- en crisisbeheerorganisatie”, vertelt Molendijk. “Zo zijn voor deze oefening onder meer het crisisbeleidsteam en het crisiscommunicatieteam in de volle breedte ingericht. Enkele collega’s van het crisisbeleidsteam hadden net de opleiding Crisiscoördinatie in de Zorg afgerond en daarmee was de oefening een levensechte beproeving.”
“Er zijn veel verschillende disciplines actief betrokken”, vult Veldhuizen aan. “De oefening heeft daardoor alle lagen van onze organisatie geraakt. Van de verpleegkundigen op de dagbehandeling tot de raad van bestuur. Bhv’ers stonden voor de uitdaging om een deel van het ziekenhuis te ontruimen, en om mensen de toegang tot het gebouw te ontzeggen. Het crisisbeleidsteam moest onder de steeds veranderende omstandigheden de juiste besluiten nemen.”
Van oefenen naar evalueren
De calamiteitenoefening richtte zich op verschillende aspecten van crisisbeheer. Veldhuizen: “Een belangrijk aandachtspunt is de samenwerking tussen het ziekenhuispersoneel en de vertegenwoordigers van hulpdiensten, zoals de politie, brandweer en ambulance. Daarnaast vraagt de oefening veel van de paraatheid en het reactievermogen van medewerkers. Verder stelt de oefening ons in staat om de procedures en protocollen voor noodsituaties in de praktijk te testen. Zijn alle stappen duidelijk, en worden de werkwijzen snel en effectief uitgevoerd?”
De evaluatie van de oefening vindt plaats in twee fasen. Direct na de oefening hebben de deelnemende teams feedback gekregen van coaches, die ter plekke waarnemingen deden. De ziekenhuismedewerkers delen in de gesprekken ook de ervaringen en de mogelijke verbeterpunten. Daarnaast is een digitale vragenlijst uitgezet onder de ongeveer vijftig medewerkers van het ziekenhuis die zijn betrokken bij de oefening.
“We weten natuurlijk dat periodieke oefeningen cruciaal zijn om onder andere de samenwerking en coördinatie tussen ziekenhuizen en de politie te versterken”, zegt Molendijk over het belang en de uitkomsten van het evaluatieproces. “De DSI heeft ons al laten weten dat de oefendoelen van de politie ruimschoots zijn behaald, en dat ook andere teams interesse hebben in een oefening op onze locatie. We zien nu ook dat onze medewerkers beter op de hoogte zijn van de gewenste reacties op incidenten, en meer vertrouwen hebben in hun vaardigheden om effectief op te treden.” Daarnaast gebruikt het Maasstad Ziekenhuis de feedback en de leerpunten van de calamiteitenoefening om de noodprocedures en crisisplannen te optimaliseren. Verder geven de ervaringen van de deelnemers waardevolle input voor toekomstige trainingen en oefeningen.
Tijd als de grote vijand
Hoe ziet het Maasstad Ziekenhuis de bijdrage van de bhv-organisatie aan de calamiteitenoefening? Veldhuizen benadrukt de specifieke en beperkte rol van bhv’ers in de omgang met ernstige geweldsincidenten. “Bij de eerste melding over een gewapende persoon werken de ploegleiding en bhv’ers direct nauw samen aan de opvang en de begeleiding van de externe hulpdiensten. Samen met de beveiligers gidsen de bhv’ers de politiemensen naar de plek waar de verdachte zich mogelijk ophoudt. Daarnaast werken bhv’ers mee aan het afzetten van locaties. Als er mensen aanwezig zijn in de nabijheid van de plaats van het incident, dan helpen bhv’ers mee om hen naar een veilige plek te brengen. Maar de politie heeft in dit soort situaties echt een voortrekkersrol. Bhv’ers zijn, net als beveiligers, ongewapend. Bij geweldsincidenten geldt bovendien altijd: eigen veiligheid eerst.”
Een belangrijk inzicht uit de oefening dat relevant is voor bhv’ers – en de andere interne betrokkenen – gaat over tijd, zegt Molendijk. “Tijd is je grootste vijand. Tijdens een calamiteit gaan de ontwikkelingen zó snel dat je eigenlijk voortdurend vooruit moet denken. Er kan zich letterlijk vijf minuten nadat een team een besluit heeft genomen een situatie voordoen die alles totaal verandert. Dat vraagt om veel kennis, kennissen en kunde. Dat betekent dat je expertise nodig hebt in crisismanagement, en de technieken ook kunt toepassen. Maar ook dat je over een goed netwerk van experts beschikt, en dat je in staat bent om crises praktisch te managen. Daarnaast is denken in scenario’s essentieel.”