Skip to content Skip to footer

René Hagen: ‘Aandacht voor brandveiligheid in zorg voor verbetering vatbaar’

In de gezondheidszorg draait alles om optimale zorg aan de patiënt. Begrijpelijk. Maar patiëntenzorg is ook veiligheidszorg, want in noodsituaties, zoals brand, moeten kwetsbare patiënten erop kunnen vertrouwen dat zorgmedewerkers adequaat kunnen handelen en hen tijdig in veiligheid brengen.

Die aandacht voor brandveiligheid is in veel zorggebouwen beslist voor verbetering vatbaar, stelt emeritus lector brandpreventie René Hagen, die deze opvatting deels baseert op zijn eigen ervaring als patiënt. Hetzelfde geldt voor het borgen van een adequate respons door een goed getrainde bhv-organisatie. Die blijkt bij ziekenhuizen en andere zorginstellingen nog wel eens een ‘ondergeschoven kindje’.

Geen tijd voor training en oefening

René Hagen wil niet generaliseren, want er zijn ook ziekenhuizen die hun zaken wel op orde hebben qua brandveiligheid. En het is ook geen onwil stelt hij vast: “De gezondheidszorg staat onder druk door personeelstekort en krappe budgetten, dus zorgaanbieders moeten roeien met de riemen die ze hebben. Maar dat ontslaat hen niet van de plicht om in alle situaties goed voor hun patiënten te zorgen, ook bij brand en andere noodsituaties. Dat is een taak voor de bhv-organisatie, maar ook voor medisch en verpleegkundig personeel dat rondom die patiënten staat.”

“In de beroepsgroep van medisch en verpleegkundig personeel is het adagium dat de patiëntenzorg vóór alles gaat en dat er geen tijd is voor bijvoorbeeld bhv-trainingen en ontruimingsoefeningen. Zorgpersoneel realiseert zich onvoldoende dat patiëntenzorg ook veiligheidszorg is. Hetzelfde geldt overigens voor directies en raden van bestuur. Het komt dan ook aan op het zoeken naar slimme oplossingen om binnen de krappe personele mogelijkheden de veiligheid van de patiënt bij incidenten te waarborgen.”

Lezing en project

René Hagen hield tijdens een afgelopen voorjaar gehouden klankbordsessie voor bhv’ers in ziekenhuizen een lezing over het thema brandveiligheid in de zorg en bhv. Hij vertelde bij die gelegenheid hoe een doordacht stappenplan en een ‘ringenmodel met maatregelen’ zorginstellingen kunnen helpen om te sturen op veiligheid.

Vorig jaar was hij met zijn kennis als lector betrokken bij een brandveiligheidsproject bij een grote ziekenhuisorganisatie. Daar hadden in de afgelopen jaren enkele kleine branden plaatsgevonden die gelukkig goed afliepen, maar ze waren voor de directie wel aanleiding voor een projectmatige aanpak om beter grip te krijgen op brandrisico’s, de beheersing van die risico’s en adequate respons van de noodorganisatie en de medewerkers.

Grotere kans op brand

“Zorgorganisaties zoals ziekenhuizen kennen een groter brandgevaar dan standaard kantoor- en bedrijfsgebouwen”, stelt Hagen. “Een reden is dat er in het zorgproces heel veel elektronische apparatuur wordt gebruikt.”

René Hagen: “Een bedrijfshulpverleningsorganisatie wordt in de zorg vaak ondergewaardeerd.”

“Een risicoverhogende factor is ook dat niet-lopende patiënten voor hun redding bij brand volledig afhankelijk zijn van anderen, vooral op afdelingen als intensive care en in operatiekamers. Medisch en verplegend personeel móeten dus handelend kunnen optreden in noodsituaties, maar door gebrek aan tijd en menskracht schieten training en oefening er vaak bij in.”

Bhv is goud waard

Een goed getrainde bhv-organisatie is volgens Hagen daarom goud waard voor zorginstellingen met kwetsbare en niet-zelfredzame patiënten: “Want de bhv is er bij uitstek om te doen wat van de brandweer niet kan worden verwacht: het tijdig in veiligheid brengen van patiënten. De brandweer komt daarvoor te laat, dus in de eerste minuten waarin levens gered kunnen worden, komt het echt aan op een gecoördineerde snelle respons van de bhv en de zorgmedewerkers rond de patiënt.”

“Het inrichten van zo’n bhv-organisatie is maatwerk en dient te worden afgestemd op de lokale situatie: welke scenario’s kunnen zich voordoen, hoe ziet de patiëntenpopulatie eruit, hoeveel kwetsbare mensen moeten worden geëvacueerd bij een gegeven scenario en welk type en omvang bhv-organisatie is daarvoor nodig? Dat bewustzijn van het planmatig inrichten van een passende bhv-organisatie moet nog veel meer worden benadrukt bij management en zorgpersoneel. Helaas zie ik nog te vaak dat de bhv als line of defense in de zorg wordt ondergewaardeerd.”

Bestuur moet keuzes maken

Het stappenplan en het ringenmodel dat Hagen ontwikkelde in het ziekenhuisproject waarin hij participeerde, kan in zijn ogen houvast bieden aan alle zorgorganisaties die invulling willen geven aan hun zorgplicht inzake brandveiligheid.

“Waar het op neerkomt is dat het bestuur en directie keuzes moeten maken in wat ze wíllen en kúnnen doen om risico’s beheersbaar te maken en tot de juiste set maatregelen te komen. Simpelweg roepen om meer personeel is niet realistisch. Want personeel is al schaars en geen enkele organisatie kan het zich veroorloven zijn reguliere personele bezetting af te stemmen op de kans dat zich een incident voordoet waarvoor extra menskracht nodig is.”

Afhankelijk van de geïnventariseerde risico’s moet dus slim worden gekozen voor een juiste mix aan maatregelen, stelt Hagen “En kijk dan ook naar wat de consequenties van die keuzes zijn voor de organisatie en hoe gekozen maatregelen invloed op elkaar hebben. Wat betekent het bijvoorbeeld als je het aantal bhv’ers vermindert of als je minder uren wilt besteden aan trainen en oefenen? Of als je een risico bouwkundig of installatietechnisch wil afdekken in plaats van met een getrainde responsorganisatie. En wat doe je met het restrisico? Want dat blijft er altijd, hoeveel veiligheidsmaatregelen je ook neemt. Het risico op brand wordt nooit nul, maar moet wel beheersbaar zijn.”

Ontruimen kost tijd

Welke keuzes ook worden gemaakt, allemaal komen ze volgens Hagen neer op het winnen van tijd. Want tijd is de cruciale factor als bij brand een zorggebouw geheel of gedeeltelijk moet worden ontruimd. “Het verplaatsen van niet-zelfredzame patiënten of cliënten kost tijd. Want ze zijn aan bed gebonden en vaak ook aan allerlei medische apparatuur. Een verpleegafdeling ontruimen is dus nogal een opgave, zeker als dat gebeurt op een ongunstig tijdstip wanneer er minder personeel aanwezig is, zoals in de nachtelijke uren. Dan is alle beschikbare menskracht hard nodig.

Voorbeeld van een ontruimingsoefening vorig jaar in Meander Medisch Centrum in Amersfoort.

Met bouwkundige en installatietechnische maatregelen kan extra tijd worden ‘gekocht’ om de bedrijfshulpverleningsorganisatie in staat te stellen een veilige en effectieve ontruiming uit te voeren. Hagen vervolgt: “Extra rookscheidingen op afdelingen en in gangen zijn vaak eenvoudig zonder veel kosten uit te voeren en geven die extra tijd, omdat hitte en rook zich minder snel verspreiden. Ook ingrijpender  brandbeveiligingsmaatregelen zoals brandcompartimentering, sprinklers of een watermistsysteem geven tijdwinst, omdat die de brandontwikkeling of -uitbreiding remmen of de brand blussen. Maar die zijn in bestaande ziekenhuizen vaak weer moeilijk te implementeren.”

Drie strategieën voor ontruiming

Hagen ontwikkelde drie ontruimingsstrategieën voor verschillende typen ruimten in het ziekenhuis: verpleegafdelingen, intensive care en operatiekamers. Die ruimten hebben elk hun kenmerkende patiëntenpopulatie die meer of minder zorgbehoevend is. Hagen: “Tijdens een operatie is een patiënt het meest kwetsbaar en verplaatsing van zo’n patiënt is het laatste wat je wilt. Maar ook patiënten die in isolatie liggen wil je liever niet door het ziekenhuis verplaatsen. Tenzij de brand óp de operatiekamer of isolatiekamer zelf woedt uiteraard.”

“In het ziekenhuisproject is ervoor gekozen om de operatiekamers te beveiligen met een overdruksysteem, zodat bij een brand in de omgeving van de operatiekamer rook niet naar binnen kan in de ruimte. Dat geeft het operatiepersoneel tijd om de operatie af te ronden als de brandhaard buiten de operatiekamer geen directe bedreiging vormt. Maar er moeten dan ook waarborgen zijn dat het personeel, zo nodig, alsnog op een later tijdstip veilig kan vluchten. Ook daar is aandacht aan besteed. Het is één voorbeeld van hoe je met een keuze voor een type maatregel kan sturen op veiligheid, in dit geval in de omgeving van de operatiekamer.”

Veiligheidsparadox

De emeritus lector waarschuwt wel voor het verschijnsel ‘veiligheidsparadox’, dat zich nog wel eens kan voordoen bij brandveiligheidsvraagstukken in de gebouwde omgeving, inclusief zorggebouwen.

“Je moet maatregelen tegen elkaar afwegen, maar daar zitten wel grenzen aan. Ik merk nog wel eens dat een getroffen risicobeperkende maatregel ertoe leidt dat andere veiligheidsbevorderende maatregelen dan terzijde worden geschoven. Een voorbeeld: als bij een ontwerp voor een gebouw gekozen wordt voor sprinklerbeveiliging om het risico op brand te verminderen, willen opdrachtgevers en ontwerpers nog wel eens redeneren dat dan de brandcompartimenten wel groter kunnen en dat bijvoorbeeld een groot open atrium over meerdere etages wel verantwoord is. Maar dan doe je het voordeel van tijdwinst voor ontruiming alweer meteen teniet. Grote compartimenten zijn nooit een goed idee, want een fysieke brand- en rookscheiding biedt de beste waarborg voor het voorkomen van verspreiding van rook en hitte en geeft de bhv de benodigde tijd en veiligheid om te ontruimen.”

Vergroten bewustzijn

Los van de respons bij incidenten door personeel en de bhv kan volgens Hagen ook aan de voorkant effectief worden gestuurd op het verbeteren van de brandveiligheid. Als voorbeeld noemt hij het vergroten van het bewustzijn van goed gebruik van vluchtroutes en brandwerende voorzieningen, zoals zelfsluitende deuren. Een branddeur vastzetten tijdens een ontruiming om gemakkelijker met de bedden de gang op te kunnen, kan in zijn ogen echt niet. Laat staan het parkeren van allerhande karren en goederen in vluchtroutes.

Oefenen met de brandweer in Meander Medisch Centrum in 2024.

“En in een tijd waarin steeds meer mensen op de fiets naar hun werk gaan, is het opladen van fietsaccu’s op de werkplek door zorgpersoneel ook een wijdverbreid fenomeen, terwijl we weten dat die accu’s extra brandrisico kunnen veroorzaken. Zo brengen medewerkers onbewust nieuwe brandrisico’s in hun werkomgeving. Ze denken er simpelweg niet over na.”

Kerstbomen in vluchtroutes

Hagen ontdekte ook uit eigen ervaring tijdens een ziekenhuisbezoek dat er bij management en facilitaire dienst niet altijd voldoende oog is voor de veiligheid. “Ik bezocht een keer in de periode vóór de kerst een ziekenhuis, waar op dat moment tientallen kerstbomen werden opgetuigd in ruimten die ook als vluchtroute dienen. Op mijn vraag aan de medewerker of die bomen wel getest en als brandveilig waren gecertificeerd, antwoordde hij: “Ik neem aan van wel”. Ik nam met één takje thuis de proef op de som en stelde vast dat het brandde als een fakkel. Daar heb ik het bewuste ziekenhuis toen wel op aangesproken.”

“De samenvattende les: brandveiligheid begint bij bewustzijn en een actieve zorgplicht, zeker in ziekenhuizen met kwetsbare patiënten. Op papier is die brandveiligheid vaak wel geregeld en voldoet een ziekenhuis aan de wettelijke eisen. Maar daarmee heb je nog niet automatisch een brandveilig gebouw. Echte brandveiligheid vraagt het nemen van verantwoordelijkheid en een planmatige aanpak.”

Leave a comment