Nederland moet in tijden van droogte rekening houden met meer en grotere natuurbranden, waarschuwen natuurbrandexperts. Dat is niet alleen een uitdaging voor de brandweer, maar ook voor de talrijke recreatievoorzieningen, zorginstellingen en andere kwetsbare bedrijven die in of aan de rand van natuurgebieden zijn gevestigd. Zij moeten hun bedrijfsnoodplannen en bhv-organisaties afstemmen op dit toenemende risico.
Met een zogeheten ‘gebiedsgerichte aanpak’ werken de veiligheidsregio’s, natuurbeheerders en ondernemers in Nederlandse natuurgebieden aan het verhogen van de weerbaarheid tegen natuurbranden. Een programma met een zekere urgentie, want de kans op onbeheersbare natuurbranden neemt sterk toe als gevolg van klimaatverandering.
Uitdaging voor Nederland
“Dit jaar hadden we een relatief natte zomer, maar het staat vast dat Nederland in de nabije toekomst weer perioden van ernstige droogte zal hebben”, aldus Edwin Kok, coördinator van de Taskforce Natuurbranden bij Brandweer Nederland. “Die droogte, in combinatie met harde wind, kan leiden tot onbeheersbare natuurbranden en ook tot meerdere grote natuurbranden gelijktijdig. Nederland heeft dan, mede door zijn geografie, een forse uitdaging. Want in ons dichtbevolkte land wordt de natuur intensief benut voor recreatie, in de vorm van campings, vakantieparken en hotels. Ook zijn er veel zorgvoorzieningen en woonkernen in of direct grenzend aan natuurgebieden. Objecten en gebieden die kwetsbaar zijn als gevolg van een natuurbrand in de directe omgeving.”
Grote natuurbrand in Londen
Illustratief voor de risico’s die een grote natuurbrand voor de bebouwde omgeving kan opleveren, is volgens Edwin Kok de bizarre brandenreeks in Londen in juli 2022. Op de heetste dag in de Britse geschiedenis, met temperaturen van boven de 40 graden, braken rond de stad op tientallen plaatsen brandjes uit in bermen, graslanden en bosschages. Die vuurhaarden breidden zich door de extreme droogte en harde wind uit naar bebouwing van de buitenwijken van de metropool. Tientallen woningen en andere gebouwen gingen in vlammen op.
“Het is bepaald niet ondenkbeeldig dat zo’n scenario zich ook in Nederland voordoet in een toekomstige droogteperiode”, vervolgt Edwin Kok. “Daar moeten we ons als brandweer met onze paraatheid en slagkracht op voorbereiden, maar ook aan de voorkant van de veiligheidsketen moeten maatregelen worden genomen. Brandweer, natuurbeheerders en ondernemers moeten samen aan de slag om de natuurbrandrisico’s beheersbaar te maken. Dat wil zeggen: maatregelen nemen in de gebiedsinrichting om de uitbreiding van natuurbranden te beperken en kwetsbare objecten en woonkernen beter te beschermen.”
Gezamenlijke nieuwe aanpak
En dat is precies waar de drie Gelderse veiligheidsregio’s, samen met hun partners, op inzetten. De veiligheidsregio’s Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid zijn begin dit jaar samen met de provincie, gemeenten en natuurbeheerders een provinciaal project gestart: ‘Gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing’.
Het kernwoord is samenwerking, want alle betrokken partijen hebben hun eigen verantwoordelijkheid en belangen. De provincie en natuurbeheerders hebben zeggenschap over de inrichting van natuurgebieden (bereikbaarheid, toegankelijkheid, compartimentering met brandstroken en type begroeiing). De gemeenten hebben een rol in de ruimtelijke ordening en het beheer van hun eigen openbaar groen en het wegennet. En ook het bedrijfsleven is aangehaakt, in de vorm van recreatieondernemers en zorginstellingen. Zij zijn aan zet om met slimme keuzes voor de inrichting van hun terreinen en de constructie van hun gebouwen de kwetsbaarheid bij een grote natuurbrand te verminderen. Bovendien zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van een degelijk ontruimingsplan en preparatie van hun interne nood/bhv-organisatie op dit risicotype.
Reactie projectleider
Klaas Noorland was jarenlang deelprojectleider ‘Gebiedsgerichte aanpak natuurbranden’ bij Brandweer Nederland en is derhalve expert op het thema. Hij is nu als projectleider betrokken bij het Gelderse samenwerkingsproject. Hij schetst de opgave waar de partners voor staan.
“Alleen al in de drie Gelderse veiligheidsregio’s liggen circa 950 risicovolle objecten zoals recreatieterreinen, campings, vakantieparken, hotels en zorginstellingen in natuurgebieden. Daarnaast zijn er nog 130 woon- en werkgebieden, zoals woonkernen en bedrijventerreinen, die door hun ligging in of nabij bossen kwetsbaar zijn. En dan zijn er nog vitale maatschappelijke voorzieningen, zoals hoogspanningskabels, snelwegen en spoorlijnen die natuurgebieden doorkruisen. Een grote natuurbrand kan ook op dergelijke voorzieningen een grote impact hebben en zodoende leiden tot verstoring en maatschappelijke ontwrichting. Met zoveel verschillende gebruiksfuncties en betrokken partijen is samenwerking de sleutel tot het beheersen van het natuurbrandrisico en het beperken van de impact. Alle partijen met belangen in en verantwoordelijkheid voor de Nederlandse natuur hebben elkaar nodig.”
Ontwikkeling van een toolbox
Om de gebiedsgerichte aanpak handen en voeten te geven, heeft Brandweer Nederland een toolbox ontwikkeld, een werk- en beleidsdocument met informatie en methodieken voor risicoanalyse en adviezen voor concrete maatregelen aan de operationele en preventieve kant. Behalve de Gelderse veiligheidsregio’s hebben ook recreatiekoepel Hiswa/Recron en de natuurbeheerders aan de toolbox meegewerkt.
In de toolbox worden onder andere eigenschappen van uiteenlopende typen begroeiing en brandkernmerken beschreven, evenals de factoren die van invloed zijn op de manier waarop een brand zich ontwikkelt, operationeel handelingsperspectief van de brandweer met verschillende bestrijdingstactieken, maar ook beheersmaatregelen in de natuur en rond kwetsbare objecten.
Adviezen en campagne
Klaas Noorland: “Binnen de Gelderse aanpak is een risicoanalysemonitor ontwikkeld voor de natuurlijke omgeving, om ondernemers gestructureerd te kunnen adviseren over handelingsperspectieven om risico’s te reduceren. Ook zijn er standaard adviezen opgesteld voor bijvoorbeeld het aanleggen van takkenwallen en alternatieven voor uiterst brandbare coniferenhagen. Vanuit de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is verder, in samenwerking met de andere veiligheidsregio’s, de campagne ‘Voorkomen van vuur is jouw natuur’ opgestart.”
Eigen plannen van aanpak
De drie samenwerkende Gelderse veiligheidsregio’s en aangehaakte partners hebben als doel gesteld alle kwetsbare objecten en woon/werkgebieden in natuurgebieden ‘natuurbrand-proof’ te maken. De veiligheidsregio heeft een verbindende functie en adviseert op basis van de in de organisatie aanwezige natuurbrandkennis, maar de ondernemers en terreinbeheerders moeten aan de slag met hun eigen plan van aanpak, waarin zij aangeven hoe zij hun terreinen en gebouwen minder kwetsbaar maken.
Klaas Noorland: “Dat kan bijvoorbeeld door op kampeerterreinen brandbaar naaldhout rond de standplaatsen van caravans en tenten te vervangen door minder brandgevaarlijke loofbomen. Maar ook door te zorgen voor goede ontvluchtingsroutes en een ontruimingsplan en het voorbereiden van de eigen nood- en bhv-organisaties.”
Ambitieus project
Het project is behoorlijk ambitieus, want binnen twee jaar moet er voor alle bijna 1100 kwetsbare locaties en gebieden een plan van aanpak liggen dat door de betrokken veiligheidsregio’s is goedgekeurd. Voor circa 150 locaties is al een plan opgesteld. Klaas Noorland wijst erop dat de Gelderse regio’s in feite al jaren bezig zijn met deze aanpak, maar dat die met het dit jaar gestarte project meer is gestructureerd. De recreatieondernemers op de Veluwe en in andere Gelderse natuurgebieden hebben bij hun aanpak veel steun aan een handreiking met een format voor het opstellen van een plan van aanpak en een ontruimingsplan.
Noorland: “Die handreiking is samen met vertegenwoordigers van brancheorganisatie Hiswa-Recron opgesteld. Een belangrijke partner, want natuurbrandbeheersing begint bij bewustwording in de sector en bij het uitvoeren van beheersmaatregelen die het brandgevaar op de recreatieparken verminderen. We worden regelmatig benaderd door recreatieondernemers die zelf actief aan de slag willen met het verbeteren van de natuurbrandveiligheid van hun bedrijf. Veel mensen beseffen nog niet dat met relatief eenvoudige maatregelen in de terreininrichting al veel winst te boeken is. Maar die maatregelen kosten wel inspanning, tijd en geld. Je kan bijvoorbeeld niet in een paar weken tijd even alle naaldbomen op een terrein vervangen door loofbomen. Dat is echt een meerjarenplan. Hetzelfde geldt voor ingrepen in de inrichting van natuurgebieden door natuurbeheerders.”
De praktijk: camping De Wildhoeve
Een van de recreatieondernemingen die al een flink eind op weg is met het brandveiliger maken van het terrein, is camping De Wildhoeve in Emst, midden in de bossen van de noordelijke Veluwe tussen Nunspeet en Apeldoorn. Het 12 hectare grote terrein heeft 375 standplaatsen voor tenten en caravans en daarnaast een gebouw met indoor recreatievoorzieningen, waaronder een zwembad.
Campingeigenaar Karin van der Kaaden is zich bewust van de risico’s die haar onderneming loopt en heeft maatregelen getroffen in de beheersmatige sfeer en in de responsorganisatie door de bedrijfshulpverlening. “Bij volle bezetting van de camping zijn er circa 1200 gasten op het terrein, vooral gezinnen met jonge kinderen; onze voornaamste doelgroep. Mijn eerste zorg is dat al die mensen tijdig en veilig het terrein kunnen verlaten als op het terrein of in de omgeving een natuurbrand uitbreekt. We hebben een ontruimingsplan opgesteld, aan de hand van een format waaraan ik namens branchekoepel Hiswa-Recron zelf heb meegewerkt, onder de vlag van de Commissie Natuurbrandbeheersing Veluwe. Dit format is nu voor de hele sector beschikbaar. Ons kampeerterrein ligt aan drie zijden omsloten door bos- en heidegebied en in het ontruimingsplan hebben we drie ontruimingsroutes uitgewerkt, afhankelijk van de richting waaruit het gevaar komt. Uiteindelijk leiden al die routes naar Emst, drieënhalve kilometer verderop, waar we in overleg met de gemeente en de veiligheidsregio opvang van de geëvacueerde gasten in een buurthuis hebben voorbereid.”
Negen bhv’ers
Karin van der Kaaden licht toe dat alle negen vaste medewerkers van de camping zijn opgeleid als bhv’er, waarvan zes met een aanvullende opleiding eerstehulpverlening. In geval van een ontruiming bij natuurbrand kennen alle bhv’ers hun taken, dankzij taakkaarten, die aangeven welk van de drie sectoren van de camping zij moeten ontruimen en welke ontruimingsroute dient te worden gebruikt.
Karin: “We hebben een pool vaste medewerkers die al heel lang op de camping werken en die het terrein en de omgeving door en door kennen. Die kennis van het terrein is essentieel voor een soepele ontruiming. Gelukkig hebben we nog nooit een natuurbranddreiging in de buurt van de camping meegemaakt, maar mócht zo’n situatie zich voordoen, dan hopen we ook op de zelfredzaamheid van onze campinggasten. Je mag van burgers ook een zeker veiligheidsbewustzijn verwachten. Alle gasten krijgen bij aankomst op ons terrein een map mee met huisregels, waarin ook de ontruimingsroutes en verwachte handelwijze bij ontruiming zijn beschreven. Het zou voor iedereen routine moeten zijn om bij aankomst op een camping of in een hotel kennis te nemen van wat te doen bij brand en andere incidenten en je op de hoogte te stellen van de ontvluchtingsroute. Als ik zelf met mijn gezin op vakantie ga op een camping in binnen- of buitenland, is dat het eerste waar ik op let. Als ik bijvoorbeeld op een camping in Spanje aankom en constateer dat er maar één ontsluitingsweg is dwars door kurkdroge naaldbossen, dan ga ik daar echt niet kamperen.”
Geen naaldbomen maar loofhout
Kurkdroge naaldbossen zijn er op of direct rond De Wildhoeve niet, want gefaseerd worden op het terrein naaldbomen al vervangen door loofhout. Karin: “Maar dat moet wel zorgvuldig gebeuren, want we moeten ook rekening houden met de belangen van biodiversiteit. In dat verband is het wel dubbel dat, als we een compensatiemaatregel moeten treffen voor bijvoorbeeld een bouwactiviteit, we dan rond het park wallen van dood hout aan moeten leggen, als habitat voor kleine bodemdieren en insecten. Daarmee creëer je juist weer extra brandstof die in tijden van droogte het gevaar verhoogt. Het vraagt een constante inspanning om die belangen van veiligheid en biodiversiteit met elkaar te verenigen.”
Auto’s en barbecues
Andere maatregelen om het brandgevaar op het terrein te beperken zijn onder andere het concentreren van auto’s op één centrale parkeerplaats, zonder brandbare begroeiing en met laag gehouden gras. Bovendien zijn er stringente regels voor gebruik van open vuur in droge tijden, voor bijvoorbeeld de barbecue. In brandgevaarlijke tijden mag een barbecue niet op hout of kolen worden gestookt, wel op gas. Is het brandgevaar hoog, dan wordt dit gecommuniceerd door middel van informatiebladen bij alle centrale voorzieningen voor de gasten, zoals de receptie, het zwembad en de winkel.
Overheidscommunicatie
Over de overheidscommunicatie omtrent het natuurbrandrisico in droge perioden merkt Karin nog het volgende op: “Die communicatie moet voor iedereen helder zijn en met simpele herkenning inzicht geven in de mate van gevaar. Tot enkele jaren geleden werd het natuurbrandgevaar gewaardeerd via vier kleuren: groen, geel, oranje en rood. Dat sloot mooi aan bij de gevaarsindicatie voor bijvoorbeeld extreem weer en bij de beleving die iedereen heeft met verkeerslichten. Het was heel intuïtief; groen is geen gevaar en rood is het hoogste gevaar. Op enig moment is dat systeem vervangen door een gevaarsindicatie in twee fasen: fase 1 en 2, waarbij 2 het hoogste gevaar is. Ik vind dat niet heel duidelijk en zou liever het oude systeem weer gebruiken.”
Goed informeren van gasten
En Karin besluit: “Los van de gebruikte waarschuwingsmethodiek zorgen wij er als vakantieonderneming voor dat we onze gasten altijd goed informeren over wat zij zelf kunnen doen om de brandveiligheid op het terrein te waarborgen. Én over het handelingsperspectief bij een natuurbrand en de beschikbare ontruimingsroutes. Áls het op een dag gebeurt, staan we als bedrijf met onze bhv-organisatie paraat om de ontruiming in goede banen te leiden en onze gasten snel en soepel in veiligheid te brengen.”