In de wereld van bedrijfshulpverlening (bhv) is de bekende uitspraak ‘één bhv’er is geen bhv’er’ vaak te horen. Maar wat als er überhaupt maar één medewerker op locatie aanwezig is? Deze situatie komt vaak voor in de zorg, maar betekent dit automatisch dat de bhv ontoereikend is? We spraken met Paul Toonen, onderwijskundige bij NIBHV (Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening) en tevens brandweervrijwilliger bij Veiligheidsregio Brabant Noord.
Bepaal wat er nodig is
Eén bhv’er is geen bhv’er is een veelgehoord gezegde, maar Paul veegt het direct van tafel. “Zo zwart-wit is het niet. Het is belangrijk dat de organisatie goed kijkt naar de verschillende kenmerken uit het kenmerkenschema en bepaalt welke risico’s er zijn. Dit vormt een solide basis om een bhv-organisatie op te bouwen. Als uit een zorgvuldige risicoanalyse blijkt dat het verantwoord is om met slechts één bhv’er te werken in de nachtsituatie, dan is dit acceptabel. Kijk goed naar de organisatie en bepaal wat er nodig is.”
Desalniettemin ziet Paul wel risico’s verbonden aan een situatie waarin slechts één bhv’er aanwezig is. “Dit kan de mogelijkheden voor ingrijpen beperken, dus het is belangrijk om deze beperkingen in kaart te brengen en passende maatregelen te nemen. In sommige gevallen kan men zich afvragen of het verantwoord is dat er slechts één bhv’er aanwezig is, maar het is zeker niet onmogelijk.”
Bhv als integraal onderdeel van brandveiligheid
Helaas zijn er zorginstellingen waarbij zo’n zorgvuldige risicoanalyse ontbreekt en waarbij zonder enige overweging slechts één ontruimer aanwezig is voor een grote groep verminderd zelfredzame personen. Paul moedigt deze groep aan om snel actie te ondernemen en bhv te beschouwen als een integraal onderdeel van brandveiligheid.
De bhv wordt namelijk vaak gezien als sluitstuk van het brandveiligheidsconcept van een locatie. Met andere woorden, alle risico’s die niet bouwkundig of installatietechnisch worden aangepakt, worden overgedragen aan de bhv als ‘restrisico’. En die moeten dan worden opgevangen met de bhv. Dat is niet realistisch. De bhv’er wordt overvraagd en opgezadeld met een opdracht die ze nooit aan kunnen. Bij een goed doordacht en goed uitgevoerd brandveiligheidsconcept is brandveiligheid aan de voorkant goed geregeld en is het deel wat de bhv-organisatie moet opvangen in proportie en realistisch.
Oefening baart kunst
Het overbelasten van bhv’ers heeft negatieve gevolgen. Niet alleen kunnen er bij een calamiteit slachtoffers vallen, maar voor een calamiteit worden bhv’ers al blootgesteld aan fysieke en mentale belasting, verminderde alertheid en verminderde effectiviteit. Dit kan leiden tot uitputting, stress en vertraagde reacties. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie om ervoor te zorgen dat bhv’ers niet voor een onmogelijke opgave komen te staan en dat ze ondersteund worden in hun rol. We zien in de praktijk dat bhv’ers onvoldoende getraind worden. Eén keer per jaar oefenen op een locatie waar bhv’ers veel taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben, is veel te weinig. Geef hen de mogelijk om vertrouwd te raken met het gevraagde handelingsperspectief. Denk hierbij aan de verantwoordelijkheden die bhv’ers in de zorg hebben in een nachtsituatie.
De boodschap van Paul is duidelijk: “Neem bhv serieus. Zorg ervoor dat de risico’s in kaart worden gebracht en stel een passend plan op voor brandveiligheid, waar bhv een integraal onderdeel van is. En staar je vooral niet blind op uitspraken zoals ‘één bhv’er is geen bhv’er.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd op De Zorg Brandveilig