Skip to content Skip to footer

Bhv’er van het jaar: ‘Na hartmassage en mond-op-mondbeademing kwam ze bij’

Hoe word je bhv’er van het jaar? Niet per se door een grote ontruimingsactie of door het bedwingen van een beginnende brand op kantoor. Veel bhv’ers vielen in de prijzen omdat ze hulp boden in de privésfeer, zelfs na hun pensionering. Een gesprek met de winnaar van 2024: Henk van de Geer, veerpontschipper bij Rederij Fransbergen.

Een warme dag in Zuid-Limburg, eind juli 2024. Drie kinderen zijn enthousiast aan het spelen in de Maas, tussen de wal en een klein eilandje. En aanvankelijk leek er niets aan de hand. “Ik hoorde dat ze enorme lol hadden”, vertelt Henk van de Geer. “Het is daar maar 30 centimeter diep, dus het leek niet zo gevaarlijk.”

Kopje onder

Maar er was een probleem. Een eindje verderop in de rivier zat een stuw, een soort deur die het water tegenhoudt. “Die is computergestuurd”, vertelt Van de Geer. “En af en toe geeft die een beetje water af, waardoor het bij dat eilandje harder ging stromen. Die kinderen hadden dat waarschijnlijk niet in de gaten – en voordat ze het wisten, werden ze door de stroming meegevoerd. En die meisjes… ik denk dat ze ergens uit Afrika kwamen. En als je bent opgegroeid in een gebied rond de Sahara, krijg je ook geen zwemlessen. Twee van hen wisten hun hoofd nog boven water te houden, maar een derde was al kopje onder.”

Waarom op bhv-training?

Gelukkig was Van de Geer direct ter plaatse, en dat was niet toevallig. Zijn hele leven heeft hij gevaren, als matroos of schipper, en na zijn pensionering kon hij dat niet helemaal loslaten. Vandaar dat hij als vrijwilliger aan de slag ging op de veerpont tussen Grevenbicht en Rotem. Het werk beviel direct heel goed, maar het had een nadeel: hij moest op bhv-cursus. “Dat is wettelijk verplicht, maar de eerste keer dacht ik: wat zit ik hier in hemelsnaam te doen? We leerden bijvoorbeeld hoe we een brand moesten blussen, maar wat kan er in mijn werk nu branden? De pont is van ijzer en we varen in het water. Bovendien gebruiken we geen benzine, maar alleen diesel. Dus ik had het gevoel dat ik m’n tijd zat te verdoen.”

Leren reanimeren

Daar kwam snel verandering in. “De tweede trainingsbijeenkomst vond ik wél nuttig, want toen gingen we ons bezighouden met reanimeren. En ik realiseerde me: je hebt bij iedere oversteek toch zo’n twaalf mensen aan boord. Die kunnen wel degelijk onwel worden. Sterker nog, een collega op een andere pont heeft laatst iemand moeten reanimeren. Helaas liep dat slecht af: het slachtoffer is toch overleden. Maar die collega hoefde in ieder geval niet passief toe te kijken: hij kon z’n uiterste best doen.”

Meisjes in verdrinkingsgevaar

Datzelfde gold ook voor Van de Geer zelf, op die dag eind juli. Hij kwam meteen in actie. “Toen ik die meisjes zag, heb ik het pontje losgemaakt en ben ik achteruit gevaren. Heel voorzichtig natuurlijk, want je moet voorkomen dat je over die kinderen heen vaart. Vervolgens heb ik ze uit het water gehaald. Dat viel niet mee, want ze verstonden niet wat ik tegen hen zei, maar uiteindelijk heb ik iedereen aan boord gekregen, ook dat meisje dat onder water had gelegen.”

Vervolgens kon hij toepassen wat hij bij de training had geleerd. “Ik voelde geen ademhaling en geen hartslag, dus heb ik het protocol afgewerkt, maar wel iets anders dan tijdens de training. Toen pasten we hartmassages toe op een pop, en daar kan je op duwen als een bootwerker. Bij een volwassene zou ik dat ook hebben gedaan, maar bij een kind moet je toch een beetje voorzichtig zijn, want voordat je het weet, druk je een rib door de longen heen. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen: na de 30 hartmassages heb ik mond-op-mondbeademing toegepast, en toen kwam ze gelijk bij.”

Henk van de Geer werd voorgedragen door Maurice Bouwens (links), die in de media las over de levensreddende actie van de bhv’er van het jaar.

Hulpdiensten in actie

Maar daarmee was het verhaal nog niet afgelopen. Want ondertussen had iemand 112 gebeld. “En ik was echt verbijsterd hoe snel die jongens er waren”, vertelt Van de Geer. “Het leek wel alsof ze al die tijd om de hoek hadden gestaan. En je moet rekenen: ze kwamen met vier politieauto’s, twee ambulances en een brandweerauto. En in die brandweerwagen, daar zat een duiker met z’n pak al aan. Logisch natuurlijk, want als er iemand bijna verdrinkt, wil je geen seconde verliezen, maar ik vond het toch indrukwekkend. Trouwens, mijn vrouw schrok zich dood, want die dacht dat er iets aan de hand was met mij.”

Nazorg verlenen

De hulpdiensten kwamen overigens niet voor niets. Zij leverden nazorg, en volgens Van de Geer is die heel belangrijk. “Als je bijna verdronken bent, moet je meteen naar het ziekenhuis. Er kan namelijk nog water in je longen zitten, en daardoor kun je zelfs drie dagen later nog verdrinken – ook dat heb ik geleerd tijdens die bhv-trainingen. Vandaar dat ze dat kind meenamen naar een ziekenhuis in Maastricht dat in dit soort zaken is gespecialiseerd. Via via heb ik gehoord dat het goed met haar ging.”

Goede afloop

Een mooie afloop dus, maar toch moet hem iets van het hart. “Die kinderen hadden wel degelijk een begeleider, maar die was te druk bezig met z’n mobieltje, en heeft dus niet op tijd kunnen ingrijpen. En mobieltjes, die zijn voor veel te veel mensen veel te belangrijk. Of je nu in de trein zit, in een café, in de wachtkamer van de dokter, je ziet dat mensen gewoon niet meer met elkaar praten. Ze turen alleen naar zo’n scherm. Laatst had ik een vrouw en twee kinderen die ik moest overvaren. En die vrouw stapte gewoon zonder te kijken op het pontje, volkomen geabsorbeerd door die mobiel. Daar heb ik haar stevig op aangesproken, want de kinderen waren nog klein. Voordat je het weet, verstappen ze zich en komen ze tussen de steiger en het pont terecht. Ja, ik heb die mobiel zelfs afgepakt.”

Verboden te roken

Terug naar de bhv-training. Want ook die eerste trainingsdag, over brandveiligheid, bleek uiteindelijk toch nuttig. “Ik heb hier regelmatig mensen aan boord die roken”, zegt Van de Geer. “En als het erg rustig is, zeg ik daar niets van. Maar staan er twaalf mensen bij elkaar, dan gaan die sigaretten uit. Dat kan ik ook uitleggen: als iemand naast je synthetische kleding draagt, is het brandgevaar gewoon altijd aanwezig. Dankzij de bhv-training ben ik me van dit soort risico’s bewust.”

Maar die bewustwording leidt bij hem niet tot grote bezorgdheid. “Of ik ook ingrijp als ik weer kinderen zie spelen in het ondiepe deel van de Maas? Nou, in de negen jaar dat ik dit werk doe, is er nog nooit wat gebeurd, en de meeste Nederlandse kinderen kunnen goed zwemmen. Maar ik houd ze wel in de gaten. Ik hoop in ieder geval dat ik mijn reanimatievaardigheden nooit meer hoef in te zetten.”

Reageer op dit artikel

the Kick-ass Multipurpose WordPress Theme

© 2024 Kicker. All Rights Reserved.