Als Nederland opnieuw te maken krijgt met een grote crisis, zoals een pandemie, gaat de Nationale Zorgreserve (NZR), bestaand uit duizenden reservekrachten, bijspringen om ziekenhuizen, andere zorginstellingen en Defensie te ondersteunen. Ook voor andere sectoren worden reservepools ingericht. Het NIBHV volgt deze ontwikkeling op de voet, omdat ook de honderdduizenden bedrijfshulpverleners met hun kennis en vaardigheden kunnen participeren in deze en andere nationale reservistenpools.
Reservisten kunnen worden opgeroepen bij een pandemie, maar ook bij natuurrampen of bij militaire dreiging. In opdracht van het ministerie van Defensie onderzoekt de Nationale Zorgreserve of er ook in andere maatschappelijke domeinen reservisten kunnen worden ingezet. Daarmee wordt de weerbaarheid tegen crises vergroot.
Ontstaan Nationale Zorgreserve
De Nationale Zorgreserve is uit acute noodzaak ontstaan tijdens de covid-pandemie, die in de periode 2020-2022 de hele wereld in zijn greep hield. Medewerkers van ziekenhuizen, huisartsenposten, verpleeghuizen en andere zorginstellingen werden totaal overvraagd door het grote aanbod van ernstig zieke patiënten, terwijl er ook aanzienlijke uitval onder eigen personeel was.

Die situatie noopte VWS-minister Hugo de Jonge tot een oproep aan iedereen met zorgkennis en ervaring in de zorg om mee te helpen om het zorgsysteem in Nederland draaiende te houden: ‘extra handen’. Die oproep miste zijn effect niet: in korte tijd kwamen er duizenden aanmeldingen binnen van mensen die hun steentje wilden bijdragen. In de loop van het eerste coronajaar kreeg het initiatief een formeel vervolg met de oprichting van de Stichting Extra ZorgSamen (EZS), uitvoerder van de Nationale Zorgreserve.
Ontstaan uit gevoel van solidariteit
“Dat in zo korte tijd zo’n grote reservepool met zorgpersoneel kon worden gevormd, is vooral te danken aan het grote solidariteitsgevoel onder zorgpersoneel”, stelt Charlotte de Schepper, bestuurder van deze Stichting.
“Zorgmedewerkers in heel Nederland worstelden met dezelfde knelpunten en problemen, en deelden de intense behoefte aan hulp en ondersteuning. Het opzetten van een Nationale Zorgreserve werd daarom gedragen door iedereen in de zorgsector; het kwam van binnenuit als collectieve actie. Zo kregen medewerkers in ziekenhuizen en verpleeginstellingen extra steun van oud-medewerkers, verpleegkundige en geneeskundig studenten, maar ook van Defensie en vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis en EHBO-verenigingen.”
“Tijdens de tweede covid-golf konden al op grote schaal zorgreservisten in tal van zorginstellingen aan de slag om hun collega’s te ondersteunen. Hetzelfde opschalingsmodel met deze zorgreserve is vervolgens ook toegepast bij de GGD-GHOR toen de grootschalige vaccinaties van start gingen.”
Nu, ruim vijf jaar na de uitbraak van covid-19, kan de Nederlandse zorgsector structureel rekenen op de Nationale Zorgreserve (NZR). Het ministerie van VWS wilde, na de ervaringen tijdens de covid-pandemie, de zorgreserve structureel borgen, zodat het zorgstelsel er bij een volgende grote gezondheidscrisis sterker voor staat. Het ministerie fungeert als opdrachtgever voor de NZR en financiert het initiatief.
Samenwerking met Defensie
In maart dit jaar kondigden Charlotte de Schepper en de Commandant der Strijdkrachten, Onno Eichelsheim, een langdurige samenwerking aan. Defensie heeft veel ervaring met reservisten, niet alleen voor operationele militaire functies, maar ook in de eigen geneeskundige organisatie.
Militair-geneeskundig personeel werkt deels in burgerziekenhuizen en is voor missies van Defensie oproepbaar. Andersom kan militaire geneeskundige capaciteit bij grote crises ook worden ingezet ter ondersteuning van de civiele gezondheidszorg, wat in de coronatijd ook gebeurde. Wanneer Defensie op oefening of op missie gaat, neemt zij haar zorgpersoneel mee. De Nationale Zorgreserve kan dan als back-fill in Nederland Defensie ondersteunen. Daarom besloten Defensie en Stichting Extra ZorgSamen EZS de krachten te bundelen. Iedereen die bij Defensie werkt en zorgkennis en ervaring in de zorg heeft, kan zich aanmelden als zorgreservist bij de Nationale Zorgreserve.

De jarenlange ervaring van de stichting is niet onopgemerkt gebleven. De stichting gaat in opdracht van Defensie de doorontwikkeling van meerdere civiele reservepools oppakken, zodat ook deze reservisten versneld en eenduidig kunnen worden ingezet.
Organisatie en registratie
De NZR heeft nu een vaste pool van ruim 4000 reservisten met uiteenlopende zorgcompetenties en moet uiteindelijk 5000 mensen gaan tellen. Een relatief kleine kern, maar naar behoefte opschaalbaar tot veel grotere aantallen, verzekert De Schepper. De NZR heeft een kleine vaste staf van circa 20 medewerkers, gehuisvest in een kantoor in Nijmegen.
Het ‘hoofdkwartier’ van de NZR werd op 10 oktober officieel geopend door burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen. Vanuit het kantoor werkt het team aan het verder inrichten van de NZR-hoofdstructuur en de ontwikkeling van andere reservistenpools. De kern daarvan is een database met de namen en gegevens van aangemelde zorgreservisten, aangevuld met een applicatie om in tijden van grote druk op de zorg vraag en aanbod van personeel met elkaar te matchen.
De zorgreservisten worden niet geregistreerd op basis van beroepen maar op basis van competenties; welke ervaringen hebben zij en op welke plaatsen in de zorgketen zijn zij met die kennis en vaardigheden inzetbaar? De NZR put uit drie doelgroepen: gepensioneerde zorgmedewerkers, studenten met een zorgdiploma en mensen die een zorgdiploma hebben behaald maar uiteindelijk voor ander werk kozen.
Kennis op peil houden
Om de kennis en competenties van de zorgreservisten op peil te houden, moeten zij wel regelmatig worden bijgeschoold. Daarvoor biedt de NZR een hele reeks cursussen aan, deels online, maar ook werkervaringsplaatsen in de praktijk bij zorgcentra. Alle zorgreservisten hebben een digitale reservistenpas met gegevens over hun diploma’s en competenties, evenals een Verklaring Omtrent Gedrag. Dit spaart de aanvragende zorginstellingen in tijden van nood veel administratief werk en versnelt de paraatheid van de zorgreservisten.
‘Koude en warme fase’
De NZR zit nu in de zogeheten ‘koude fase’, in crisisbeheersingsland de term voor de voorbereidingstijd. De Schepper verduidelijkt: “In deze fase zetten we in op het afsluiten van convenanten met beroeps- en brancheorganisaties en doen we wat nodig is, zodat zorginstellingen, de publieke gezondheidszorg en Defensie weten hoe ze een appèl op ons kunnen doen in crisistijd. Zo kunnen we in de ‘warme fase’ met acute personeelsnood snel schakelen en opschalen.”
Om ervaring op te doen in het werken in crisisomstandigheden, gaat de NZR waar mogelijk aansluiten bij oefeningen in de crisisbeheersingsketen, zoals binnen veiligheidsregio’s en bij opschalingsoefeningen in ziekenhuizen.” De Schepper: “Eind dit jaar nemen we deel aan een landelijke multidisciplinaire crisisoefening in Rotterdam. Als de NZR daadwerkelijk wordt ingezet, verloopt de coördinatie van aanvragen voor reservisten via de gebruikelijke opschalingslijnen in de crisisbeheersing.”
Wanneer inzetbaar?
De NZR is inzetbaar op het moment dat de Rijksoverheid een nationale crisissituatie afkondigt en is dus nadrukkelijk niet bedoeld om bij te springen bij structurele personeelstekorten in de zorg. Met het structureel inrichten van een grote zorgreservistenpool staat het zorgstelsel er bij een volgende grote gezondheidscrisis sterker voor.
De Schepper: “Het zorgstelsel in Nederland is behoorlijk versnipperd door het grote aantal aanbieders en hun eigen belangenkoepels. Hetzelfde geldt overigens voor het crisisbeheersingsdomein. Het op nationale schaal organiseren van reservecapaciteit is daardoor lastig. Maar met de nieuwe uitdagingen rond weerbaarheid en veerkracht in crisissituaties moeten we wel op deze schaal gaan denken. Het is bemoedigend dat de zorg nu eens vooroploopt in het versterken van de voorbereiding op crises.”
Ook nationale reserves op ander gebied
Andere domeinen zullen volgen, want nu de Nationale Zorgreserve uit de startblokken is, wil de NZR-beheersorganisatie op basis van dit opschalingsmodel nog meer reservistenpools inrichten. “Daarvoor hebben we opdracht gekregen van het ministerie van Defensie, vervolgt Charlotte de Schepper.
“Nederland heeft de komende jaren een forse uitdaging om de samenleving weerbaar en veerkrachtig te maken, ter voorbereiding op uiteenlopende crisissituaties en omvangrijke rampen. In vroeger tijden kenden we de organisatie Bescherming Bevolking voor Civiele bescherming, maar die is halverwege de jaren 80 van de vorige eeuw opgeheven. Nu moeten we een nieuw model voor civiele bescherming inrichten, aansluitend op het programma Versterking Weerbaarheid. Daarbij gaan we in eerste instantie inzetten op een Nationale Veiligheidsreserve, Technische Reserve en Logistieke Reserve, passend bij de crisisscenario’s van het NIPV.”
Dat doet de Stichting volgens dezelfde structuur en aanpak als de Nationale Zorgreserve. Zo moeten nationale pools worden gevormd van mensen die bij grote crises, zoals natuurrampen, hybride of fysieke oorlogssituaties en langdurige uitval van vitale diensten en infrastructuren de samenleving draaiende houden en hulp en ondersteuning kunnen bieden aan kwetsbare groepen.

Inzet van bhv’ers
Het model van nationale reserves die een rol kunnen vervullen in zorg, hulpverlening en logistiek, heeft ook nadrukkelijk de aandacht van het NIBHV, met zijn achterban van circa 300.000 bedrijfshulpverleners: mensen met kennis van veiligheid en basishulpverlening, waaronder eerstehulpverlening, en die gemotiveerd en getraind zijn om in teamverband een klus te klaren. Directeur Koos Pulleman van het NIBHV is in overleg met Charlotte de Schepper om te zien hoe bedrijfshulpverleners met hun kennis en competenties kunnen aansluiten bij een of meer nationale reserves.
Pulleman: “Wat bedrijfshulpverleners gemeen hebben met mensen in de zorg is de passie voor naastenhulp. Binnen bedrijven en instellingen vormen zij de eerstelijns basishulpverlening bij incidenten en calamiteiten, maar deze mensen wonen in lokale gemeenschappen waar ze die kennis en kunde ook kunnen gebruiken in noodsituaties. Veel bedrijfshulpverleners participeren al in kleinschalige burgerhulpverleningsnetwerkjes, zoals Hartslag.nu. Wij zien een belangrijke rol weggelegd voor opgeleide en getrainde bhv’ers in de ondersteuning van weerbaarheidsinitiatieven zoals de nationale reserves. Bij een grote en langdurige crisis die de maatschappij ontwricht, hebben we elke man en vrouw die hulp en ondersteuning kán en wíl verlenen, hard nodig.”
Verdere samenwerking verkennen
Charlotte de Schepper: “We zitten nu nog volop in de opbouw- en inrichtingsfase, met de Nationale Zorgreserve als bewijs dat zo’n reservistenpool realiseerbaar is vanuit gezamenlijk gevoelde urgentie en betrokkenheid. Op die basis gaan we nu in samenwerking met Defensie verkennen hoe we snel de andere nationale reserves kunnen inrichten. Met als insteek dat we de reserves op nationale schaal organiseren om straks op lokaal niveau in de zorg en andere maatschappelijk relevante dienst- en hulpverlening, verschil te kunnen maken.”